‘Het goede dat ik wil, doe ik niet’ (Romeinen 7:19)

Lijsterbes met bessen. Het is hartje na-zomer, met hint van de herfst

Op de zondag geen profane boodschappen. Dan lezen we uit de Heilige Schrift. We vervolgen de Romeinen-brief van Paulus, waarin hij Geloof met grote G tot toegangskaartje tot Het Leven met hoofdletter maakt.

Zo maakt hij het van oorsprong Joodse geloof voor iedereen toegankelijk. In Romeinen 7 gaat Paulus in op wat Amerikanen ‘procrastinating’ noemen. Niet doen wat je ‘eigenlijk’ zou moeten. Vervolgens maakt hij met zijn revolutionaire omkering de ‘verliezer’ tot morele overwinnaar.

De kerk vanochtend

De kracht van het Woord
De informatie-dichtheid bij Paulus is vrij hoog evenals de diepte van zijn analyses. Dus je kunt er al te snel door lezen. Je instelling moet eerst goed zijn bij Bijbel-lezen, helemaal bij ‘Paulus lezen’.

Ben je in een stemming van ‘heh, dat religieuze geouwehoer’, dan kun je beter God even op andere wijze zoeken. Bijvoorbeeld: door ’s ochtends vroeg de natuur in te gaan, het hooiland te ruiken, het lage licht te zien invallen in de vroege na-zomerlucht die vol is van damp.

Vanochtend hing de herfst al in de vegetatie. De bessen hangen aan de lijsterbes, je kon de eigen adem fotograferen. De natuur is mijn kerkgebouw.

Van belang van deze zondagspreken is vooral: onderken het geestelijke onder het bestaan, anders mis je het belangrijkste in het leven dat aan alles vooraf gaat. Je mist dan Het Punt, (over)leeft wat als een dier.

Lijsterbes

De Bijbel getuigt van de kracht van Het Woord, en dat woord heb je naast de natuur nodig om God te verstaan. Doordat mensen een Woord geloven krijgt dat handen en voeten. Vervolgens kan dat Woord de hele loop van de geschiedenis veranderen, hele naties helpen stichten.

Zonder de Romeinen-brief van Paulus, dan was Friesland er in huidige vorm niet geweest.

Immers, dan waren er mogelijk nooit christenen geweest. Dan waren er ook geen monniken geweest, die de terpkerkjes zouden bouwen. Want dan waren er geen mensen geweest, die net als met de leer van Paulus in Christus uit de dood (‘het vlees’) waren opgestaan. Want dat is wat hij in de Romeinen-brief in de hoofdstukken 7-11 zo ongeveer leert.

Daarom (en de passage uit de Openbaring van Johannes) droegen de Norbertijnse monniken die hier die kloosters bouwden ook witte gewaden, als ‘gestorven in het vlees’ maar opgewekt in de Geest.

Mijn ge-erfde Statenbijbel

Paulus leert een vleugje Plato
Zoals we in de preek van vorige week al bespraken, introduceert Paulus in de Romeinen-brief een gnostisch element. Geopenbaarde (geheime) kennis, betekent dat. Maar ook een sterk dualisme hoort bij de gnostiek: Lichaam (het vlees, slecht), Geest (goed). Bij gnostici is de afkeer van ‘het vlees’ algemeen, het lichaam is hier de ‘kerker van de ziel’.

Geest is het ideaal, zoals bij Plato’s filosofie van de Ideenleer. Het woord Idee, en Idealisme is afgeleid van Plato. Als de volmaakte ingeving uit een andere Wereld, waarvan je vervolgens op deze onvolmaakte aarde maar een onvolmaakte afspiegeling kunt maken.

Bij Paulus is die Andere Wereld dan vervolgens ‘Het Eeuwige Leven’, als volmaaktheid, waarvan dit leven maar een magere afspiegeling is. We stelden vorige week dan ook vast, dat Paulus als het ware Plato introduceert in het van oorsprong Joodse Bijbelse geloof.

In de voorgaande hoofdstukken zagen we hoe Paulus ‘het vlees’ en ‘de wet’ (van de Joden) aan elkaar koppelde, en daarmee ook aan ‘de zonde’ en ‘de dood’. Door ‘de wet’ word je schuldig.Want als er geen regels zijn bestaan ook overtredingen niet.

Van de preek van vandaag

Een coup op het Joodse verbonds-geloof
De zonde kwam door de eerste mens in de wereld. En met alweer 1 mens, Jezus Christus als zoenoffer is die zonde nu geneutraliseerd.Dus hoef je ook niet meer in tempels te offeren, zoals de Joden doen. En zoals Islamieten nog doen met Offerfeest.

De Joden waren niet bij machte die hoogstaande wet (van Mozes) te houden, ze vielen af. Dus verstrooide God ze in ballingschap bij de Babyloniers in de 5de eeuw voor Christus. De profeet Jesaja bericht over dat drama, en dan dus in de context van goddelijke vergelding.

Maar ook dient het Bijbelboek met de profeet Jesaja, om vervolgens een nieuwe verzoening te bewerkstelligen. De christenen -waaronder Paulus- grepen juist Jesaja aan om Jezus Christus als de ultieme verzoeningsdaad te zien.

God zijn ultieme handreiking naar de mensheid.

En daarmee pleegden die christenen als het ware een ‘coup’ op het Joodse verbonds-geloof. Plots hoef je als man je piemel niet meer te laten besnijden, offeren in tempels is niet nodig. En al die priesterlijke voorschriften uit Leviticus:

Foetsie.

De Romeinen-brief legt uit waarom die geestelijke revolutie geestelijk verantwoord is. Door het zoenoffer Jezus Christus en ‘Het Geloof’ met grote G.

Je kon de eigen adem vanochtend op de foto zetten

God Oude Testament als kwade macht (Demiurg)?
Paulus stelde dat mensen dus te zwak zijn om die wet te houden. De wet kan dus ook niet het toegangskaartje tot God zijn. Sterker nog, wie opzichtig die wet poogt te houden beijvert zich vooral in de ogen van andere mensen. (zie de preek van 2 weken terug) Zo keert hij de hele leer om. Niet ‘wet’ maar ‘geloof’, daar begint alles mee.

In hoofdstuk 7 zien we Paulus helemaal losgaan tegen ‘het vlees’. Dat moet als het ware sterven en vervolgens in Jezus Christus opstaan, om in Geest verder te leven. Dat idee van wedergeboorte, je komt dat ook in heidense religies tegen.

Andermaal, zowel de afkeer van ‘het vlees’ als ‘sterven voor nieuw leven’, dat zijn geen uniek-christelijke elementen.

‘De Wet’ is ook ‘geestelijk’, en dusdanig hoogstaand, dat je die nooit helemaal kunt houden. Zo getuigt Paulus. Dat God mensen zo’n onhaalbare wet geeft, je kunt dat ook als argument tegen God’s goedheid aanvoeren. Dat hij mensen met onmogelijke opdracht het bos in stuurt, en vervolgens wat wraakzuchtig tekeer gaat.

Duivelsbeeld toren Skillaard

Dat is ook wat Gnostici doen, die zijn juist tegen de God van het Oude Testament gekeerd. Die noemen ze ‘De Demiurg’. Een monsterlijk iemand. Bedenk dat er al in de 1ste eeuw dus ‘christenen’ waren, gnostici, die het liefste dat hele Oude Testament bij het vuil wilden gooien. Zoals Marcion van Sinope.

Maar ook bij de Joden moet zo’n gevoel geheerst hebben, nadat ze in Ballingschap werden gedreven door de Babyloniers in de 5de eeuw voor onze jaartelling. Paulus verwijst in de Romeinenbrief (8: 36) naar een passage uit Psalm 44, vers 23. In die Psalm, vraagt de Psalmist zich af waarom God hen zo mishandelt, te schande laat maken en ze verstoot.

Maar om uwentwil worden wij den ganschen dag gedood, wij worden geacht als slachtschapen.

Je kunt het zulke mensen dan toch niet verwijten dat ze denken: ‘JHWH, dikke middelvinger’.

Daarnaast citeert Paulus veel uit Jesaja, waarin de wrekende God nogal eens van zich laat spreken. In Jesaja lees je een verbolgen God, die boos is over de ontrouw van zijn verbondsvolk. Dus dat hij ze daarom allerlei ellende aandoet, zoals die verbanning van de Israëlieten uit hun Jeruzalem naar Babylon.

Schaaltje 1000 van Jezus Christus lijkt vooralsnog onhaalbaar….

God op zoek naar verzoening in Jesaja
Ook citeert Paulus Hosea, de profeet die van God met wat hoeren naar bed mocht gaan om hoerenzonen te verwekken. Zo van ‘als mijn uitverkoren volk niet met mij wandelen wil, dan maar hoerenzonen’.

Voor Paulus leverde Hosea zo een argument, om het van oorsprong Joodse geloof dus ook voor de ‘heidenen’ open te stellen. Als die maar recht van ‘Geloof’ zouden zijn met hoofdletter

God spreekt via Jesaja als een gekrenkt klein kind. Een beetje jurist zou zo een zaak tegen God kunnen aanspannen, voor alle doodsbedreigingen en misdaden waarmee God via Jesaja spreekt tot de Israëlieten in ballingschap, uitgezworven over het hele Mediterrane gebied (dus ook in Egypte, Griekenland).

Mariagrot West Vleteren, afgeleid van de heidense Grotto in Griekse en Romeinse tuinen. ‘Geboren uit een maagd’ = Jesaja 7

In Jesaja 7-14 kom je trouwens ook een kern-element van het christelijk geloof tegen. Dat is wanneer God via Jesaja voorzegt hoe een verbroken verbond (tussen God en zijn volk) weer geheeld zal worden.

Daarom zal de Heere zelf ulieden een teeken geven. Zie, eene maagd zal zwanger worden, en zij zal eenen zoon baren, en zijnen naam Immanuel heten.

Hierin lazen de vroege christenen dat dit Maria was, die Jezus zou baren.

Gnostici willen dus het Oude Testament bij het vuil gooien, en een andere God lezen in het Nieuwe Testament. Maar theologisch gezien, lijkt me dat een bijzondere opvatting. Immers, dan vervalt ook de hele christelijke leer die vervolgens in de Evangelien wordt opgetuigd.

De Evangelisten ademden de profetische boeken als Jesaja. Zonder Jesaja ook geen Nieuw Testament.

Immers, anders was er ook geen verbondsvolk, dat in God’s ogen de kantjes er afliep. Zodat hij als laatste reddingspoging maar zijn eigen zoon moest sturen, zodat iedereen van zijn vergelding gered kon worden. Als het op rechtvaardigheid aankomt, zie je dat God in het Oude Testament bepaald niet tot de school van de rekkelijken behoort. Hij kan het kwaad niet aanzien.

Friedhof Ohlsdorf Hamburg…een depressieve Jezus, het lijkt net of hij een plasje doet tegen een boom

Vlees slecht, Geest Goed = gnostiek
Wat aan gnostische elementen wel overleefde in de Bijbel, dat is Paulus zijn afkeer van ‘het vlees’, het lichaam als kerker van de ziel. Een mooie en beroemde passage is Romeinen 7:15-23. Daar is een bekend spreekwoord van afgeleid: de geest is gewillig, maar het vlees is zwak.

Want hetgeen ik doe, dat ken ik niet, want hetgeen ik wil, dat doe ik niet. Maar hetgeen ik haat, dat doe ik.

En indien ik hetgene doe dat ik niet wil, zoo stem ik der wet toe dat zij goed is: ik dan doe datzelve nu niet meer, maar de zonde die in mij woont.

Want ik weet dat in mij, dat is in mijn vleesch, geen goed woont. Want het willen is wel bij mij, maar het goede te doen, dat vind ik niet;

want het goede dat ik wil, doe ik niet, maar het kwade dat ik niet wil, dat doe ik.

Amfitheater Trier (DE), de noordelijke hoofdstad van het Romeinse Keizerrijk

Hier schetst Paulus dus alles waarvan je weet dat je dat ‘eigenlijk’ zou moeten doen. Waarvan je weet dat dit goed ‘zou zijn’. Maar je bent te zwak om die wet te houden. Dat je ‘wat goed voor je is’ blijft uitstellen wat je werkelijk zou moeten doen, omdat je daar tegenop ziet.

Zodat je pseudo-nuttige klusjes doet als afleiding. Amerikanen hebben daar een woord voor: procrastinating. Paulus vervolgt dan (Romeinen 7:20-24):

Indien ik hetgene doe dat ik niet wil, zoo doe ik nu hetzelve niet meer, maar de zonde die in mij woont. Zoo vind ik dan deze wet in mij, als ik het goede wil doen, dat het kwade mij bijligt;

want ik heb een vermaak in de wet Gods naar den inwendigen mensch, maar ik zie eene andere wet in mijne leden, welke strijd tegen de wet mijns gemoeds, en mij gevangen neemt onder de wet der zonde die in mijne leden is.

Dan geeft Paulus nog meer Platonisch ‘kerker van de ziel’-gas bij:

Ik ellendig mensch, wie zal mij verlossen uit het lichaam dezes doods? Ik dank God door Jezus Christus onzen Heere.

Zoo dan ik zelf dien wel met het gemoed de wet Gods, maar met het vleesch de wet der zonde.

Trudy de Romeinse Leeuw

De ultieme Cursusleider voor Omgaan met teleurstelliingen
Vervolgens maken de beginpassages van hoofdstuk 8, dat Paulus niet een traditioneel gnostisch ‘kerker van de ziel’-praatje houdt. Gnostici, en dus ook moderne Vrijmetselaars erkennen Jezus Christus niet. Die maakt het verschil tussen je lichaam als kerker van de ziel, of – alweer een term van Paulus- ‘tempel van de heilige geest’.

Wat er ‘zondig’ zou zijn aan ‘het vlees’ dat is met aanname van Jezus Christus al gedood. Vervolgens is de eigen geest in harmonie gebracht met God’s Geest. ‘De Geest’ die ‘doodt de werkingen van het lichaam’ (Romeinen 8:13).

Vervolgens ziet Paulus in het Eeuwig Leven meer heil dan het aardse bestaan met al haar belastingen, gezeur en ellende. Hij leert in Romeinen 8 om je motivatie in het nu op die heilsverwachting te baseren. Dan kun je een tegenslagje hebben.

Al met al lijkt Paulus niet bepaald van levensvreugde te hebben overgelopen. Maar met een stukje gezond pessimisme, krijg je zo wel in christelijke vorm een Cursus ‘omgaan met teleurstellingen’ met hoofdletter. Juist wanneer er niets in dit leven je ook maar enige bekoring toeschijnt, het Kwaad regeert op Aarde, het Joop Klepzeiker-levensgevoel…

Dan heb je geen preek van zo’n positivo nodig, die vals getuigenis geeft over ‘kansen en uitdagingen’. Nog meer Fata Morgana’s, die wortel voor je neus in de tredmolen die ‘Het Leven’ heet.

De Romeinen waren meesterlijke ingenieurs die al beton toepastten

De verliezers worden morele overwinnaars
Juist met die wat donkere insteek, krijg je een standvastigheid van Paulus mee. Je ‘vleesch’ dat zwak is, dat is met Christus al aan het kruis genageld. Je bent in Geest opnieuw geboren. Met Jezus Christus, heb je vervolgens iets onaantastbaars meegekregen.

Dus stelt Paulus in Romeinen 8:35

Wie zal ons scheiden van de liefde van Christus? Verdrukking, of benauwdheid, of vervolging, of honger, of naaktheid, of gevaar of het zwaard?

(hier komt dan de Psalm 44-verwijzing): Want om uwentwil worden wij den ganschen dag gedood, wij zijn geacht als schapen der slachting.

Maar in dit alles zijn wij meer dan overwinnaars, door hem die ons liefgehad heeft. Want ik ben verzekerd dat noch dood noch leven, noch Engelen noch overheden, noch machten, noch tegenwoordige noch toekomende dingen,

noch hoogte noch diepte, noch eenig ander schepsel ons zal kunnen scheiden van de liefde Gods, welke is in Jezus Christus onzen Heere.

Fort Saalburg Limes Romeinen

En zo maakte Paulus van ‘de verliezers’ als het ware de morele overwinnaars. Terwijl alles dat zich macht en geld aanmeet en je met hun schijnbare weelde in staat van beschuldiging stelt, als je daar als eenzame ellendeling wat tussen bivakkeert.

Immers, mensen vergelijken het eigen lot met anderen. Staat dat er bij anderen veel gunstiger op, dan voelen ze zichzelf minder bedeeld en dus ook maar een sukkel. En zo boren ze 1 van de grootste bronnen van ‘Lijden’ aan: jezelf met anderen vergelijken die het beter lijken te hebben.

Mensen die zichzelf als ‘depressief’ zien, leven vaak in een permanente staat van zelfbeschuldiging. Dan kom je in zo’n Psalm 44 situatie terecht (16-17)

Mijne schande is den ganschen dag voor mij, en de schaamte mijns aangezichts bedekt mij, om de stem des hooners en des lasteraars, vanwege den vijand en den wraakgierige

De Abdijtuin, ge-ent op vroegere Romeinse boerenhoven

De goeden blijken de kwaden te zijn, de kwaden de goeden
Paulus leert, dat je er eigelijk als hol op staat, voor joker, wanneer je met al je macht en geld jezelf beroemt op je prestaties, je ‘beter zijn dan anderen’. Immers, met dat argument plaatste hij ook ‘de wet’ onder ‘Het Geloof’. Wie de wet opzichtig houdt,doet dat voor andermans ogen. Maar bij God schiet je toch tekort.

Daarom -met die morele omkering die Paulus hier leert-kun je ook hele imperia ten val brengen. Wanneer je ‘de moraal’ daaronder ontmaskert en ter discussie stelt.

Wanneer blijkt dat zij die zich als de ‘good guys’ voordoen, eigenlijk de kwaaien zijn. Doe je dat niet, dan moet je kwaad met kwaad bestrijden. En over die heilloze weg gaat hoofdstuk 12.

Voorlopig is dit wel genoeg voor deze week. Heb een goede zondag.

2 Replies to “‘Het goede dat ik wil, doe ik niet’ (Romeinen 7:19)”

  1. Paulus leert, dat je er eigelijk als hol op staat, voor joker, wanneer je met al je macht en geld jezelf beroemt op je prestaties, je ‘beter zijn dan anderen’.
    Paulus praat gewoon Jezus na als Jezus tegen de rijke jongeman zegt zijn rijkdom weg te doen. Jezus zegt ook maak geen schatten op aarde maar in de hemel. Dus staar je niet blind op de materie. (Aristoteles!).
    Zelfs de apostelen geloofden niet allemaal en ze stonden er met hun neus op. Dus dat zegt wel wat.
    Jezus zegt: Vraag in mijn naam aan God en je zal gegeven worden als je het tenminste gelooft wat je vraagt en je gedraagt als was het reeds voltrokken, dat wonder voor jou.
    En: gedraag je nederig en wees niet meer dan je broeder. Deel alles met elkaar. En geloof een apostel pas als hij geneest, denk ik. Dat is immers de kracht die hem gegeven zou zijn?
    Ergo, het is allemaal veel simpeler. Christenen zouden moeten doen wat Jezus aanraadt. Niet wat Paulus er aan toevoegt. Jezus zegt ook al: wat de mond ingaat verontreinigt niet, wat de mond uitgaat kan pas ziekelijk zijn. Dus Paulus met zijn gedoe. Ik weet het niet. Ik weet het hele boek trouwens niet. Ik geloof nooit meteen een boek.
    Ik vrees met grote vreze dat er ergens iets niet klopt. En onze ‘beschaving’ eigenlijk op een idee (van de Romeinen) berust. Wel een goed idee trouwens. Maar een historisch bewijs van het bestaan van Jezus is er eigenlijk niet. Dus kan het eenvoudig door bepaalde groepen worden belachelijk gemaakt en dan breekt de hel van het egoïsme pas goed los. Zie onze tijd. Winst maken wordt als goed gezien. Zelfverrijking als een opdracht van God. Schaamteloze beurshandel als etisch verantwoord zien. Wegnemen van ongeboren kinderen, vergiffen, dichtspuiten van de lucht, liegen en bedriegen, mooipraten en schandalig immorele slechtheid. Zelfs het slechte goedpraten. Heksen, belastingweigeraars, ketters . . . En men weet dat er niets tegen te doen is. Immers, als de beschaving eigenlijk op een leugen berust en je weet dat, dan kun je er goed misbruik van maken. Dan kun je zelfs naar je kerk gaan voor het idee en voor je goede naam ook nog.
    Ja, das allemaal niet ‘Christelijk’. Eerder anti. Zelfs ‘het merkteken’ staat al op veel goederen. Veel wordt stuk gemaakt uit eigenbelang. Door de bendes. Het liefst voeren ze ‘openbaringen’ zelf zo snel als mogelijk uit. Het lijkt wel alsof ze er plezier van hebben.
    Dus, ik weet het niet zo net met die Paulus. Hij heeft het ook veel over zichzelf. Is ook een soort teken. Jezus zei juist niets uit zichzelf. Die stelde zich als doorgeefluik op.
    Ik vind het trouwens wat raars hebben om over brieven van iemand te praten of ze te lezen. Gaat mij eigenlijk niet aan. En al helemaal niet als de mens ‘bekeerd’ zou zijn? Ik weet het niet. Dus wie stopt nou brieven van anderen in een boek dat bedoeld is voor een kleine groep lezers en geschreven is in een heel geheimzinnige taal (latijn). Niet voor het volk iig. Er is iets fout gegaan toen het boek vertaald is. Toen kwam het in handen van hen waarvoor het niet bedoeld is.
    Maar ja.

  2. Aanvulling:
    Ook het Boeddhisme vind ik wel wat van Christus weghebben. Wees goed voor alles en iedereen en het koninkrijk zal in je wonen; Je zult één zijn met alles. Dat was je al, maar je besefte het nog niet. (Denk ook aan de quuantumhyphothese/theorie: alles is in wezen één en éénvormig: energie in al tijd gedaantes dansend in het ‘veld’. (interpretatie van mij.))
    Ook de Gita’s wijzen op de geaardheid der natuur:
    onwetendheid, hebzucht en hartstocht. Als men deze drie weet te overmeesteren zal men met God wandelen.
    Immers: Als men het ego (het karakter en de emoties, gedreven door de wereld (en eten en zo)) leert kennen en er vrienden mee wordt, maar wel als eigenaar ervan, dan kán men leren voelen en ervaren wat Boeddha of Krishna bedoelden. Het zijn geen toverformules maar levensaanwijzingen om een goed mens te zijn. En wijs proberen te worden en te leren genieten van het ‘zijn’ alleen al. Bewust te worden van nog ongeweten en ongeziene zaken. Het mysterie van het leven zelf worden? Eén met de schepper, de eeuwige beweger, de liefde zelf?

    Zo ook Plato die met zijn dialectiek de ziel verrukt met schoonheden van de logica, het woord en de geest. De mystiek van de dingen in de natuur. Immers, álles is natuur; ook wij.
    Plato lees je niet; nee, die neem je tot je als ware het een kostelijk gerecht. En dan herkauw je het en laat je het bezinken en maakt het je eigen waardoor je kunt genieten van het schouwspel van woorden in de wereld. En de sofisten al aanvoelt voordat ze beginnen met redeneren. 😉
    Dus Plato vind ik voer voor de ziel. Hij opent deuren van licht in het onbegrepen gebied van het ongeziene.
    Maar ja. Er waren en zijn zóveel filosofische standpunten, inzichten en uitgangspunten. Kiezen is moeilijk. Dus ga ik maar voor het goede. De simpele doe een ander niet. . .
    En laat de ene hand niet weten als die ene geeft. Geef uit liefde want wat je geeft, dat zul je ontvangen. Zegt de wijsheid, meen ik. En wat als iemand nog niet zijn straf heeft ontvangen? De straf is de onwetende slechtheid zelve. Nu. Meen ik. Het kwaad straft zichzelf omdat het geen goed kan verdragen. De ziel kán niet ontwaken als ze besmeurd is. Daarom moet ze zondeloos zijn. Denk ik te lezen ergens. Maar dáárom is de zonde zo slecht (misdaden); omdat ze de mens bindt aan de materie. De geest kan niet meer vlieden. (Zweven, vrij zijn, blij en liefdevol zijn.)
    Zoiets lijkt wel de gemene deler in sommige wijsheidsboeken. Denk ik.
    Maar ja. Ook die boeken worden misbruikt, veranderd enzo. En sommige boeken dragen wijsheid, maar ook corruptie, machtswellust in zich. Dat maakt het nóg moeilijker.
    Tenslotte denk ik dat het veel om (zelf) bewustzijn draait. Wie ben je? Wat ben je? Waarom denk je wat je denkt? Kun je ook anders denken? Wil je het goede of niet nastreven? Wil je gelukkig zijn in jezelf? Niet door materieel geluk, maar door jezelf? Wil je eigenlijk wel kiezen? Dat soort vragen. En om wat bewuster door het leven te gaan. Tijd is dan een mooi bezit. Realiseer jezelf en dat je er bént.
    (Maar ja. Ik las ook veel nondualistisch literatuur, vandaar.)
    Met groet.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *