‘Het is goed geen vleesch te eten’ (Romeinen 14)

Heerlijk biologisch vlees, hmmmmmm

Op de zondag geen profane boodschap. Dan lezen we uit de Heilige Schrift, en we vervolgen andermaal de Romeinen-brief van Paulus. In deze aflevering lezen we hoofdstuk 14.

Hier zien we hem andermaal een revolutionaire gedachte uitwerken ten opzichte van het Joodse geloof waar hij uit voortkwam.

Alle spijswetten kunnen ook op de helling, tenzij je iets eet en daarbij gewetensbezwaar hebt of uitlokt. Want de twijfel of je wel goed doet is een teken van zwak geloof. Het uiterlijk vertoon is eveneens teken van slecht geloof.

Zulke opvattingen zijn nu typisch ‘Paulus’, de meest invloedrijke brievenschrijver uit de Westerse geschiedenis.

Paulus, door Rembrandt van Rijn

Het Damascus-momentje van Paulus
We lezen nu net de biografie over Paulus van Tom Wright, met zijn Rembrandt-portret op de omslag. Qua baard hebben we dus nog een inhaalslag te maken. Maar misschien moet je voor zulke baardgroei eerst ook meer geestelijke groei doormaken.

Dat het ene niet uit de pas loopt bij de ander en loos uiterlijk vertoon wordt. Die laatste opvatting is heel erg ‘Paulus’, en we worden met het lezen van de Romeinen-brieven steeds meer fan van hem.

Wright begint eerst met de transformatie van ‘Saulus’ de fanatieke Jood tot ‘Paulus’, nadat hij op de weg naar Damascus door Christus als in een lichtflits getroffen werd: ‘Saul waarom vervolg je mij’, zo herinneren we die passage nog uit de jeugd.

Dan kan hij drie dagen lang niets zien.

Biggie Smalls

IJverig voor God zijn als Pinechas (mensen doden)
De fanatieke Jood Saulus stond in een traditie, die tot de dag van vandaag voortduurt. Het ‘uitverkoren volk’ wil zichzelf apart houden van de rest. Dus mag je niet met ‘de rest’, het gojim mengen. En ook hun gewoontes niet overnemen. Daartoe dienen ook de Kosher-keuken, spijswetten. Zoals ‘geen biggenvlees eten’.

Dus geen Friese droge worst eten, want dan vertraag je de terugkeer van de verlosser, waarover de Joodse profeten spraken. De Joden erkennen immers Jezus niet als verlosser. Zolang het Joodse volk als geheel zichzelf zo ‘apart’ houdt, verwachten ze de terugkomst van hun ‘messias’. Dat kan bij de Joden een militaire heerser zijn, die alle niet-Joden een lesje leert.

Maar…. wie er qua Joodse wetjes de kantjes afloopt, die kan dus de komst van die messias/verlosser van het Joodse volk verder vertragen.

Dus moeten ze zo strikt mogelijk al die wetjes houden en zichzelf apart houden van ‘de rest’. Om hun god JHWH te verleiden met voorbeeldig gedrag, dat hij ze dan weer tegemoet komt.

Zo ziet echt goede bacon er uit, met intramusculair vet, van een big die langer op slachtgewicht mocht komen

Het wetticisme en ‘apart houden’ heeft van Joden alvast voorbeeldige juristen en geldwoekeraars gemaakt, die het gojim uit mogen zuigen van hun geloof.

Wright beschrijft de fanatieke Saulus die de eerste christenen vervolgt. Die stond dus in een Joodse traditie, van Joden die ook met geweld ‘de leer’ zuiver hielpen houden. Door de mensen te doden, die ‘de leer’ en gebruiken verwaterden. Dat heet ‘de ijver’.

Zo herinner ik ook een passage van ‘Jozua’: ‘aanschouw mijn ijver voor De Heer’. Dan maakt hij vele mensen dood, die bijvoorbeeld afgoden dienden zoals de ‘Baal’, de vruchtbaarheidsgodin. Al met al geen gezellige mensen dus, die ‘ijveraars’.

Wissel vlees af met veel vis, heeerrrlijk

Vervolgd door de Joden
Wright noemt Saulus als de ‘Pinechas’, die ook in die ‘IJver’-traditie staat. Van moorddadige Joden dus, die ervoor waken dat andere Joden niet mengen met niet-Joden en hun gewoontes. Pinechas was de man, die een andere Jood met zijn Moabitische vrouw doorspietste toen die twee de liefde met elkaar bedreven.

Dat was zijn ‘ijver voor de Heer’, zorgen dat een Jood niet met andere volken in vriendschap en liefde om zou gaan. Zodat ze niet zouden vermengen. En die daad zou van Pinechas dus een voorbeeld voor de rest maken.

Zo reken je af met mensen, die zich met omringende niet Joodse volken (letterlijk) vermengen.

Het vervolgen van christenen door ‘ijverige’ Joden ging zo eeuwenlang door. Dat kun je ook lezen in ‘Het Vierde Dier’ van Tom Holland, over de opkomst van de Islam (die wel spijswetten behielden). Het Vierde Dier begint met een passage van een Joodse ‘naijveraar’ ergens in de zesde of zevende eeuw in Noord Afrika.

Dus iemand die mensen doodslaat, christenen die hij op zijn best als afvallige Joden beschouwt.

Smullen van Vitamine Dierenleed (D). Heerlijk

Zo dus eerst ook bij Saulus.

Maar na zijn ‘Damascus’-moment, en opvang door de eerste christenen, dan keert Saulus om en wordt hij ‘Paulus’. En dan wordt hij niet alleen wat hij zelf eerder bestreed. Sterker nog, hij bouwt 10 jaar later in de Romeinen-brieven de eerste christelijke theologie.

En daarin gaan eigenlijk alle Joodse gebruiken van besnijdenis tot offers door het toilet. Immers, al die gebruiken dienden om de terugkeer van de ‘messias’ -zoals door de profeet Jesaja voorzegd- te bespoedigen.

Maar nu die verlosser/messias er dankzij Jezus Christus al is, dan hoef je dus ook die gebruiken niet meer te houden. Alleen ‘genade’, ‘Geloof’ met Grote G, je ‘hart’, is nog wat telt. Dat is de Platonische Paulus, waar we in eerdere preken over de Romeinen-brieven al over schreven.

Praktisch gezegd: De juiste mentaliteit telt dus bij Paulus, dat is de eigenschap waarmee je in geestelijke zin ‘apart’ blijft van de rest. Uiterlijk vertoon helpt je in geestelijke zin niet. En je kunt God niet omkopen.

Paleogoeroe, Paleo’s eten zo veel mogelijk dierlijk eiwit

Niet langer 1 superras op aarde, dankzij Paulus
Zo haalt Paulus het goede van de Joden, het geloof in ‘1 God’ er uit, je houdt als het ware opruiming in die schiettent op de godenkermis van de heidenen. En dat geloof legt Paulus open voor alle volken op aarde.

In plaats van dat er 1 ‘uitverkoren volk’, een superras is dat zich afgescheiden en raszuiver moet houden. Die afscheiding is er nog wel in het christelijke geloof, maar nu God kent de zijnen…Wie het zijn, dat bepalen mensen niet.

Die bevoorrechten heeft God al uitverkozen door genade, met Jezus als ultieme handreiking.  Je komt dus ook niet bij God in de gratie door opzichtig ‘gelovig’ te doen, en door aan dat geloof allerlei uiterlijke gebruiken te plakken. Zo van ‘zie mij eens’…

God ziet toch wel of je hypocriet bent of niet. Zo hebben we in de Westerse cultuur dus een mentaliteit meegekregen van Paulus zijn uitleg van Jezus zijn prediking. Met afkeer van leugen en hypocrisie. De wens dat je ‘echt’ moet zijn, oprecht van hart, de Platonische variant die Paulus ‘Het Geloof’ noemt door ‘Genade’.

Wat je als ‘zo doe je natuurlijk en normaal’ beschouwde, dat komt ergens vandaan. Bij Paulus en uit de Bijbel dus. Maar het kan ook weer weggaan. Met de teloorgang van het christendom zie je ook die mentaliteit verdampen. Liegen is ‘het nieuwe normaal’ bij openbaar bestuur, ngo’s, bedrijfsleven, banken.

En zo belangrijk is Paulus dus voor ons. Dus ook mooi dat mijn pake Rypke Paulusma heette.

…maar je hoeft niet iedere dag en overal Vitamine Dierenleed (D) te nuttigen

Spijswet door het toilet
In hoofdstuk 14 gaat Paulus dan de spijswetten te lijf. Je mag alles eten, maar MOET niet alles eten. Hierbij heeft hij de uitspraak van Jezus in gedachten in het Mattheus-evangelie, dat je niet geestelijk verontreinigd wordt door wat de mond IN gaat, dus wat je eet, maar dat wat er uitgaat. Dus wat je zegt tot bijvoorbeeld laster over een ander.

Wanneer je Jezus ziet als ‘Het Geloof’ zelf, de geestelijke atleet en je kunt zo makkelijk met spijswetten omgaan? Dan geldt ook, dat hoe sterker je geloof is, je dus ook steeds gemakkelijker met al die wetjes om kunt gaan.

Maar ben je in het bijzijn van mensen, die je daarmee aanstoot geeft of bedroefd maakt. Doe het dan gewoon niet, want het is niet liefdevol om een ander bedroefd te maken. Zo schrijft Paulus (Romeinen 14: 14-23), dat je als christen dus een vorm van positieve PR moet bedrijven als het op de maaltijd aankomt.

Ik weet en ben verzekerd in den Heere Jezus, dat geen ding onrein is in zichzelf; dan die acht iets onrein te zijn, die is het onrein.

Maar indien uw broeder om der spijze wil bedroefd wordt, zoo wandelt gij niet meer naar liefde. Verderf dien niet met uwe spijze, voor welken Christus gestorven is.

Dat dan uw goed niet gelasterd worde.

Want het Koninkrijk Gods is niet spijs en drank, maar rechtvaardigheid en vrede en blijdschap door den Heiligen Geest.
Want die Christus in deze dagen dient, is Gode welbehaaglijk en aangenaam den menschen.

Zoo dan laat ons najagen hetgeen tot den vrede en hetgeen tot de stichting onder elkander dient. Verbreek het werk Gods niet om der
spijze wil. Alle dingen zijn wel rein, maar het is kwaad den mensch die met aanstoot eet.

Het is goed geen vleesch te eten noch wijn te drinken, noch iets waaraan uw broeder zich stoot of ge-ergerd wordt, of waarin hij zwak is.

Hebt gij geloof, heb dat bij uzelven voor God. Zalig is hij, die zichzelven niet oordeelt in hetgeen hij voor goed houdt.

Maar die twijfelt indien hij eet, is veroordeeld, omdat hij niet uit het geloof eet; en al wat uit het geloof niet is, dat is zonde.

De antieke Statenbijbel, voortaan Iedere Zondag

…maar houdt rekening met het belang van anderen
Je gaat bij iemand die net afgekickt is van een alcoholverslaving niet een groot drinkgelag aanleggen voor zijn ogen. Dan verleid je zo iemand tot het kwade, en dat is zonde. Of je bent uitgenodigd mee te eten bij vegetariërs, en je staat er op dat je beslist vlees wilt.

Je kunt dan best eens een dagje zonder Vitamine Dierenleed (D)

Maar het drinken en vlees eten in zichzelf hoeft niet ‘zonde’ te zijn, zo leert Paulus dus. Behalve dan als er twijfel in je geest oprijst ‘mag dit wel, kan dit’. Dan is je ‘Geloof’ nog niet groot genoeg gegroeid, en die twijfel is daar dan een teken van. Van een algeheel gebrek aan Godsvertrouwen.

Je antenne voor God is nog niet genoeg gegroeid.

Wie zwak is in geloof, gaat prat op regeltjes en wetten. Omdat hij anders al snel buiten de lijntjes loopt en verdwaalt, dus omdat hij bang is voor zichzelf en wat hij ‘eigenlijk’ zou willen doen. Wie sterk is van geloof is zo rechtlijnig niet. Bijvoorbeeld, omdat je de behoefte helemaal niet meer hebt om je te misdragen, maar verlangt het goede te doen.

Romeinenbrieven…Van de preek van vandaag

En zo kon Paulus dus met enkele alinea’s de wereldgeschiedenis veranderen. Kosher eten ging door het toilet. Met dank aan Paulus mogen christenen gewoon Friese droge worst eten, bier drinken. Als hun geestelijke mentaliteit maar in orde is, en ze geen aanstoot geven met slecht gedrag, noch te koop lopen met de eigen vermeende vroomheid.

Door opzichtig allerlei ‘geestelijke’ gebruiken te etaleren. Wees niet vromer dan waartoe je in staat bent, zo schreven we al eens.

Want die hypocrisie prikt God toch wel doorheen. En je hoeft je dus niet met allerlei regels en wetjes uit te sloven, je hoeft geen offers meer te brengen om God te behagen, zodat ‘de verlosser’ dan zal komen. Want de messias die is er al, inmiddels bijna 2000 jaar: dat is Jezus Christus.

Heb dus een goede zondag.

2 Replies to “‘Het is goed geen vleesch te eten’ (Romeinen 14)”

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *