Trudy en ondergetekende gingen op plezierjacht met een eendenjager mee het Tjeukemeer op in ons prachtige Friesland – vlakbij mijn woonplaats Langweer- om een wilde eend te schieten. Een goede vriend is creatief kok. Hij maakt de bemachtigde eendenborst klaar als Canard ‘d Orange, en dan eten we dat op bij een glas rode wijn.
Wij hadden geen ecolabel nodig dat wil kapitaliseren op in media gekweekt producentenwantrouwen tegen de voedselmaker. Wat mij voldoende lijkt: Ik heb zelf gezien waar de eend vandaan kwam, Friese natuurkwaliteit.
Boem knalde het hagelgeweer, kwéék kwéék, plons, daar lag zij -ons diner- in het water. De achter onze schuilplaats in het riet schuilende waterral krijstte overstuur zijn typische varkenskreet toen het schot viel. En toen keerde de stilte weer, met de ronkende A6 op de achtergrond als Hollandse invulling van dat begrip ‘stilte’ .
Terwijl we naar huis voeren kwamen we nog een havik tegen, zittend in de met aalscholverschijt gewitte elzen aan het water. Die havik – Germaans Habicht voor bemachtiger- was misschien ook op eendenjacht. Zodat we als deelnemers van de natuur nog even verwantschap voelden, daar in die lage ochtendzon op het Friese water.