Het verlangen om ’terug naar de natuur’ te gaan, het kan een menselijke oerdrift verbeelden. Wanneer je ‘natuur’ ziet als ‘daar waar geen mensen zijn’, dan is dat die nog niet door andere stammen ingepikte plek waar je kon leven.
Zo stuitte ik op ‘De Friese Sage in het Berner Oberland’, opgetekend door JP Wiersma in 1973. De bewoners van het Oberhasler bergland in Zwitserland zouden Fries en Zweeds bloed hebben. Ze kwamen daar na volksverhuizing, op zoek naar nog on-ontgonnen leefgebied.
De Friese Sage in het Berner Oberland verhaalt hoe in de volksverhuizingstijd (instorting West Romeinse Rijk) stammen van Oost Friezen en Zweden naar het Zwitserse bergland getrokken zouden zijn. Dit vanwege overbevolking in de eigen regio, dus dat de hoeveelheid ecologische draagkracht (Lebensraum) niet overeemstemde met het aantal te voeden monden.
Het lot zou iedere tiende van de stam aanwijzen die de biezen moest pakken. Dit zou plaatsvinden onder koning Cisbertus van Zweden en graaf Christoffel van Oost-Friesland. Zwitserland zou dan vernoemd zijn naar hun (Zweedse) hoofdman Swicerus, die met zijn metgezel Remus en de Fries Wadislaus zesduizend Zweden en twaalfhonderd Friezen aanvoerde.
De webzijde van de Jungfrauregion bevestigt deze legende, dat de ‘Oberhasler’ dus van de Friezen afstammen:
Somit war klar: Es brauchte Führungskräfte. Swicerus und Remus, beide aus Schweden, und Wadislaus, aus der Stadt Hasnis (welche angeblich zwischen Schweden und Ostfriesland liegt) nahmen sich dieser Herausforderung an. Na dann, gutes Gelingen. Unter der Führung der neuen Hauptleute marschierte die Menschenmenge an den Rhein.
Doch dort wurden sie bereits erwartet – ohne Gastfreundschaft. Zwei französische Herzöge versperrten nämlich den Vertriebenen den Weg. Die Franzosen hatten aber keine Chance. Siegreich ging die Wanderung für die Ausgelosten weiter.
De Friezen uit de stad Hasni onder aanvoering van Wadislaus, zouden de bergen van het Zwarte Woud over trekken, om zich in een dal te vestigen dat het Haslidal zou gaan heten, het dal van de Aare:
Wadislaus nahm aber seinen Heerhaufen und zog in das «tal enent den swarzen bergen». Oder anders gesagt: Er hat den Weg über den Brünig gewählt und nahm das Land oben an der Aare ein. Er benannte die neue Heimat nach der ursprünglichen. Und zwar: Hasnis. Schöne Erinnerung.
Daraus entwickelte sich später der Name Hasli. Tja, Überraschung. Auf die Verbindung wäre jetzt nun wirklich niemand gekommen.
Misschien is alle paradijsverlangen van mensen, ook dat verlangen waardoor mensen in ‘schone energie’ willen geloven, de ‘zuivere aarde’, wel van die oerdrift afgeleid. De zoektocht naar een vruchtbaar stukje aarde, waar andere mensen nog geen claim op legden. Een plaats waar nog geen ‘overheid’ is.
Het Paradijs, die tuin met een muur er omheen om indringers buiten te houden. Wie deze legende op voorhand wil afwijzen, is niet bekend met de volksverhuizingstijd. Bedenk dat de ‘Goten’ uit Gotland (Zweden) kwamen, die zouden zich zelfs als Visigoten in Spanje vestigen.
Deze legende speelt in de tijd van Gothenkoning Alarik, die Rome zou plunderen, die was Ariaans christen. Die zou zich willen wreken op een Romeinse opstand, die de pas gekerstende stad Rome weer heidens wilde maken. Hij zou de hulp van Swicerus en Remus inroepen, zo verhaalt de legende.
JP Wiersma verhaalt:
Als loon wenschten en verkregen de Schwytzers (navolgers hoofdman Swicerus) die geen eigen veldteken bezaten, een roode banier met ene kruis mitsgaders eenige privilegien en den pauselijken aflaat en zegen. De Hasliers vroegen voor hun banier de eenhoofdige rijksadelaar met de rijkskroon, een wit kruis er over.
Hoewel de keizer dit verzoek minder gaarne inwilligde, werd aan hun wensch voldaan. De schenking werd bekrachtigd in een schriftelijke oorkonde.
Dat verhaal stamt al uit 1505. Het klinkt verdacht veel als variant op de Magnus-saga, waarbij de Friezen hun vrijheidsprivilege krijgen doordat ze Karel de Grote helpen om Rome te heroveren, bekrachtigd in de Magnus-kerren door niemand minder dan Paus Leo zelf. Een soort her-kerstende variant op deels historische gebeurtenissen, die het volk als voorvechter van de christenheid opvoert.
Wel zijn er dus meer blonde en blauwogige mensen in het Haslidal te vinden. De historische kern van waarheid, is dat er weliswaar eerder al Romaanse kolonisten waren. Maar dat er vervolgens Germaanse stammen zijn binnengedrongen. De plaatsnamen eindigend op ‘ingen’ getuigen van die Germaanse oorsprong.
Uiteindelijk kwamen de Allemannen ook uit het Noorden van Duitsland.