‘…het werk van mensenhanden’… (Psalm 115)

Kerk en zadeldak Slochteren

Op de zondag geen profane boodschappen. Dan lezen we uit de Heilige Schrift, basis van de Westerse cultuur van afgelopen 2000 jaar. We waren bezig met de verhalen van Samuel en de eerste koning van Israel, Saul tot David het stokje overneemt. Maar onderbreken die reeks even met wat Psalmen. Vandaag is 115 aan de beurt, een lofzang op het Mono-theisme, eerbetoon aan een God die je niet kunt zien.

Kerkdeur Hantumhuizen

Het ondenkbare bedenken
Moderne mensen zijn net als ondergetekende opgegroeid in de moderne (19de eeuwse) opvatting van ‘De Mens schiep God’. ‘Ja dat is toch zo’, hoor ik iemand hier roepen. Die opvatting is nu juist regelrecht in tegenspraak met de Bijbelse God, die zichzelf plaatst tegenover het animisme, veelgodendom en andere gangbare cultussen.

De religies die creaties vereren in plaats van de Creator.

De Joden vereren een God die je niet kunt afbeelden, vangen in een menselijke creatie. Ook zijn naam mag je niet ijdel gebruiken, en je mag er geen gesneden beelden van maken. Kortom, je mag er geen menselijke creatie van maken, karikatuur zo je wilt.

Wie hier een innerlijke tegenspraak ziet als je leest ‘De Joden bedachten een God die je niet afbeeldt’, dat klopt. En ook weer niet. Want zo bedenk je het Onbedachte, Onvoorstelbare als godvormig gat waarrond de wereld draait. Je bedenkt het ondenkbare, waarbij je enkel sprakeloos kunt zijn.

Dat is een origineel idee in de menselijke geschiedenis, zoals je het geestelijke Wiel uitvindt. Anderen waren daar niet op gekomen, die gaven het Godvormig gat een veelheid gezichten. Met grote filosofische consequenties. Zo maak je dat het enige dat Absolute Grenzen mag stellen, zelf onbegrensd is.

De Bietenoogst was binnen bij Westernijkerk Marrum

Het ondenkbare kun je niet aantasten
Dat mensen in de kerkelijke geschiedenis met iconografie dat beeldverbod aan hun laars lapten, ach…Mensen hebben afbeeldingen en tastbare zaken nodig. Zo kun je ook dagelijks kaarsjes branden, al was het maar om dan even je aandacht te focussen. Anders dwaalt die af naar de wereld van gedachten, zorgen, karikaturen.

Maar het Idee dat God niet in menselijke maaksels te vangen is, en dus ook niet in de Bijbel zelf, dat heeft een belangrijke filosofische gevolgtrekking.

Bedenk maar wat de Founding Fathers van Amerika stelden. Dat bepaalde grondslagen van die nieuwe staat van vrijgeborenen ‘God gegeven’ zouden zijn. Het idee dat voor God ieder mens gelijk is, ‘klein en groot’ zoals Psalm 115 vandaag stelt. Juist omdat mensen dat voor elkaar overduidelijk niet zijn.

Dan kunnen mensen er niet aan komen, alsof ze in een goddelijke kluis bewaard worden. Want zodra mensen er wel aan kunnen komen, gaan ze er allerlei veranderingen in aanbrengen.

En voor je het weet heb je dan in plaats van absolute grondslagen vanzelf relatieve uitgangspunten. ‘Ik ben vrij geboren’, stel je dan. Je opponent ‘jaaa, dat is jouw mening’ en hij slaat je in de kettingen.

Psalm 115 gaat aldus:

 

Niet ons, O Here, niet ons, maar uwen naam geef eer, om uw goedertierenheid en trouw.

Waarom zouden de heidenen zeggen: Waar is toch hun God? Onze God is in den hemel, Hij doet al wat hem behaagt.

Hun afgoden zijn zilver en goud, het werk van mensenhanden:

zij hebben een mond, maar spreken niet, zij hebben ogen, maar zien niet, zij hebben ogen maar zien niet.

en zij hebben oren maar horen niet, zij hebben een neus, maar ruiken niet

hun handen- maar zij tasten niet, hun voeten- maar zij gaan niet, zij geven geen geluid met hun keel.

Wie hen maakten zullen worden als zij, ieder die op hen vertrouwt.

Bietenoogst kerk van Blije

Moderne mensen geloven in geld, omdat ze papiertjes in hun hand kunnen houden. Maar ‘geld’ bestaat ook niet, het zijn schuldpapieren (IOU) uitgegeven door een bankkartel. Zodra de waarde op afspraak, het geloof er in wegvalt zijn ze evenveel waard als het papier waarop de fictieve waarde staat.

De grootste afgod van moderne mensen is dus het geloof in Zichzelf. Alle illusies die moderne mensen zichzelf wijs maken. Zoals het geloof ‘wat ben ik nuchter dat ik niet in God geloof’. En vervolgens geloven ze alles dat de televisie ze vertelt.

Terwijl ze de diepte van het idee van de monotheïstische God die eeuwig is en onaantastbaar volledig mislopen. Wat men voor zichzelf als hoger inzicht uitlegt tot egostreling, is dus eigenlijk pure dommigheid.

Op gelijke wijze kunnen Protestantse Bijbeltijgers weer met De Schrift aan de haal gaan, daar gesneden beelden van maken.

Alsof de Bijbel zoals feilbare mensen die uitleggen God zelf is. Dat is natuurlijk niet zo. Want dat zou Idolatrie zijn. Het Woord verwijst naar God, maar die laat zich natuurlijk ook niet karikaturiseren in losse schriftgedeeltes, die je bij elkaar opstapelt. Want dan zou Hij grijpbaar zijn in mensenhanden, op te sluiten als duveltje in een doosje.

Het kerkje van Swichum

Psalm 115 vervolgt:

Hij is hun hulp en hun schild; gij huis van Aaron, vertrouwt op den Here,

Hij is hun hulp en hun schild; gij die den Here vreest, vertrouwt op den Here.

Hij is hun hulp en hun schild.

De Here heft onzer gedacht: Hij zal zegenen,

Hij zal zegenen het huis Israels, Hij zal zegenen het huis van Aaron;

Hij zal zegenen wie den Here vrezen, Hij zal zegenen wie den Here vrezen,

kleinen zowel als groten.

De Heere moge u vermeerderen, u en uw kinderen.

Gezegend zijt gij door den Here, die hemel en aarde gemaakt heeft.

De hemel is de hemel van den Here, maar de aarde heeft Hij den mensenkinderen gegeven.

Niet de doden zullen den Here loven, niemand van wie in de stilte zijn neergedaald,

maar wij, wij zullen den Here prijzen van nu aan tot in de eeuwigheid. Hallelujah

Het magnifieke Sint Petruskerkje van Jouswier aan de Zuider Ee

In die slotzinnen zie je dat de Joden niet in een onsterfelijke ziel geloven. Dat is een Griekse vinding. Je vindt in de Psalmen vaker die verzuchting ‘wie zal U loven in het graf’. Zo er wederopstandig zou zijn, dan moest dat lijfelijk plaatsvinden.

Het loven tot in de eeuwigheid is hier een belofte dat de nazaten dat ook zullen doen. Dus dat die een levenshouding aannemen rond het Godvormig gat in hun hart. Iets dat je niet kunt afbeelden, maar waarvan je intuïtief aanvoelt dat het er is.

Als je er voor open stelt, een combinatie van Ontzag voor het Leven en Verlangen. Waar verbittering, rancune en allerlei wonden in kunnen oplossen, opdat je niet van de PvdA of erger zal worden, een PKN-klimaatactivist die gesneden beelden verafgoodt: zichzelf als Deugmens en ‘klimaat’, een menselijke statistische constructie.

Baal in een computermodel. Da’s balen 🙂

De antieke Statenbijbel, voortaan Iedere Zondag

Kortom, het enige geweldige, goede en onvoorstelbare aan geloof is God zelf. Wat mensen uit de kerk jaagt, is het aanbidden van karikaturen, gesneden beelden, klein(zielig)heid, gepolitiseer in plaats van het Allergrootste, het Ongrijpbare waar je in Ontzag stil van wordt. Dus maak van mijn karikatuur alstublieft ook niet het absolute, bij een poging het ontastbare voorstelbaar te maken.

Meer dan opengevouwen handen om te ontvangen kunnen we niet hebben, bij het spreken tegenover God. Heb een goede Zondag.

One Reply to “‘…het werk van mensenhanden’… (Psalm 115)”

  1. Hele toepasselijke psalm voor deze tijden.

    “zij hebben een mond, maar spreken niet”; wij zijn niet verplicht om te praten, het is een natuurlijk recht om te zwijgen, we moeten kunnen slapen.
    “zij hebben ogen, maar zien niet”; wij zijn niet verplicht om te kijken, het is een natuurlijk recht om onze ogen te sluiten, we moeten kunnen slapen.
    “zij hebben oren maar horen niet”; wij zijn niet verplicht om te luisteren, het is een natuurlijk recht om te stilte te zoeken, we moeten kunnen slapen.
    “zij hebben een neus, maar ruiken niet”; wij zijn niet verplicht om geur te duiden, het is een natuurlijk recht om stank te dulden, we moeten kunnen slapen.
    “hun handen- maar zij tasten niet”; wij zijn niet verplicht om te voelen, het is een natuurlijk recht om zonder geflikvlooi rustig te kunnen slapen.
    “hun voeten- maar zij gaan niet”; wij zijn niet verplicht om te lopen, het is een natuurlijk recht te blijven liggen, want we moeten kunnen slapen.

    En zo hebben zij hersenen, maar denken niet; wij zijn niet verplicht om te denken, menen, geloven, achten, herinneren, anticiperen, plannen of voor te stellen, het is een natuurlijk recht om je status quo te handhaven (dom); we moeten kunnen slapen.
    Maar het biedt meer perspectief wanneer we wakker worden en gebruik maken van al wat ons gegeven is. Het zou tegen onze menselijke natuur ingaan als we dat niet zouden doen. De schepper heeft al dat gereedschap niet voor niets gecreëerd.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *