Een kanaal van minimaal 70 miljoen euro door de Afsluitdijk – Vismigratie Rivier -zou de visstand verbeteren. Maar vis kan al door 25 gaten migreren, en vooral de dagelijks bij honderden tot duizendenwachtende aalscholvers profiteren van dit prestigeproject van milieuclubs, gefinancierd door de overheid en Postcode Loterij.
Terwijl momenteel het nabijgelegen IJsselmeer verandert in een groot energie-industrieterrein voor de 89 windturbines van Anne de Groot zijn ‘Windpark Fryslan’, vindt nog een publiek gefinancierd prestigeproject plaats bij de vernieuwde Afsluitdijk: de Vismigratierivier.
Nadat milieuclubs als Waddenvereniging met hun Arjan Berkhuysen met Herman Wanningen valselijk propaganda voerden over ‘de visstand’ die dankzij migratie-gebrek zou dalen, kwam financiering voor dit prestige-object van de grond. Het lijkt in zichzelf sympathiek als idee, zoals Wanningen ook sympathiek klinkt. Maar linkse marketingjongens zijn meestal enkel redelijk tegen je uit tactische overwegingen.
En wat is nu de onderbouwing voor het gat in de Afsluitdijk? En is er per uitgegeven euro geen hoger rendement te halen als vismigratie verbeteren (een KRW-doel) een beleidsdoel is?
In 1932 maakte het dichten van de Afsluitdijk even een einde aan alle trek tussen Waddenzee en Zuiderzee van haring, zalm-achtigen, paling maar ook scholen ansjovis- het visje op je pizza. Dus lijkt het 85 jaar later het sympathiek dat Rijkswaterstaat eind dit jaar een extra gaatje in die dijk prikt. Initiatiefnemers zijn een consortium van overheids-ambtenaren en milieuclubs- verenigd in Programma Rijke Waddenzee. Hun Vismigratie Rivier bij Kornwerderzand moet komende jaren als ecoduct voor vis dienen.
De paling, zalm-achtigen als de spiering, houting en haring-achtigen als de elft en fint zijn de poster-dieren waar het op 70 miljoen euro begrootte project aan hangt. De project-website van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu- baas van Rijkswaterstaat stelt:
‘De Afsluitdijk vormt een grote belemmering voor vissen. Trekvissen kunnen niet van zout- naar zoetwater zwemmen. Dit hebben ze nodig om op te groeien of om zich voort te planten. Het gevolg is dat de visstand achteruitgaat en sommige soorten met uitsterven worden bedreigd.’
Maar dan: sterven vissoorten echt uit? (Zie kader)
En werkt het project ook waarvoor belanghebbenden zeggen dat het is bedoeld? Experts in het oplossen van barrières voor migrerende vis als Gerard Manshanden- directeur van Fishflow- stellen bijvoorbeeld dat het grootste knelpunt in de Afsluitdijk voor migrerende vis in 2015 al is opgelost. ‘De visrivier is gewoon een prestige-project, dat niets toevoegt aan de vismigratie’, stelt hij. ‘Het is door mensen bedacht die niets van het gedrag van vis weten.’
Met ingenieursbureau Witteveen en Bos voerde Manshanden’s bedrijf voor Rijkswaterstaat in 2015 al een project uit voor vis-vriendelijk spuibeheer. Dus een manier van afwateren van IJsselmeer-water, waarbij je migrerende vis kunt binnenlaten. Zoals jonge paling -glasaal- die zich voor intrek in het IJsselmeer ophoopt voor de Afsluitdijk bij Den Oever en Kornwerderzand.
‘Onderzoek van Arcadis liet zien dat dit aangepaste spui-beheer prima werkt’, stelt Manshanden. ‘Vis kan nu prima intrekken vanuit de Waddenzee.’
Rijkswaterstaat deed al in 1958 proeven met migrerende vis, door de sluizen te openen wanneer bijvoorbeeld jonge paling zich ophoopt. Behalve via de sluizen kan vis migreren via 35 andere gaten in de Aflsuitdijk, zogenaamde spuikokers. Daarmee loost Rijkswaterstaat overtollig IJsselmeer-water op de Waddenzee. Zo komt ook vis als paling mee uit het IJsselmeer.
Sterke zwemmers als de zeeforel en houting kwamen wel tegen de stroming van de spuikokers in naar het IJsselmeer. Alleen zwakkere zwemmers als de glasaal- en spiering zouden niet tegen de stroom IJsselmeer-water in kunnen zwemmen uit de spuikokers. Het grootste probleem was nog de intrek vanuit de Waddenzee voor zwakkere zwemmers als glasaal.
Met visvriendelijk spuien zet Rijkswaterstaat de kokers open bij het juiste getij, wanneer het peil-verschil tussen Waddenzee en IJsselmeer 10 centimeter of minder is. Dan is de stroom-snelheid laag. En zo zwemmen ook de zwakkebroeders het IJsselmeer binnen.
Het blijkt na proeven- zo stelt Manshanden- dat glasaal precies weet wanneer ze poort in kunnen zwemmen. De aanpassing uit 2015 betrof twee zoutwater-afvoeren met vispassage. Zo kan Rijkswaterstaat vaker de poort open zetten voor migrerende vis uit de Waddenzee, zonder dat verzilting van het IJsselmeer optreedt.
Oftewel, probleem nagenoeg opgelost. Dat oplossen van vismigratieknelpunten was Rijkswaterstaat overigens wettelijk verplicht om door te voeren per 2015, vanwege de zogenaamde Kaderrichtlijn Water, Europese regels voor waterbeheer. ‘Niemand heeft de ballen om te zeggen dat de Vismigratie Rivier nergens voor nodig is’, stelt Manshanden. ‘Ik vind ook, en velen met mij dat de mensen die dit project doordrukken ter verantwoording geroepen dienen te worden.’
////
Panda-paling en Lazarus-houting.
Veel vissen waarvoor de Vismigratie Rivier noodzakelijk zou zijn, sterven niet uit maar nemen juist toe. Exemplarisch is hier de houting, een zalm-achtige die uit de Noordzee onze zoete wateren optrok tot hij in 1940 bijna verdwenen was.
Volgens de Rode Lijst voor bedreigde diersoorten van IUCN (World Conservation Union) zou hij zelfs ‘uitgestorven’ zijn. Maar reeds in 1996 zetten biologen een populatie vanuit Denemarken in de Rijn en IJssel uit. Onderzoek in Freshwater Fish Ecology in 2014 toont dat een bloeiende populatie zich voortplant in de IJssel. Ook in de Westeinder Plassen bij Aalsmeer blijkt de houting zich inmiddels voort te planten.
De paling- een vis die naar de Sargasso Zee trekt om te paaien- die zou uitsterven. Volgens Sportvisserij Nederland- tevens deelnemer bij Vismigratie Rivier- zou de paling uitsterven en vergelijkbaar zijn met de pandabeer. Maar voor een op uitsterven staande panda, blijkt de vangst opmerkelijk goed. In 1 week ging er in Urk nog 10 ton IJsselmeerpaling over de klok. Ook in de grote rivieren wemelt het van de paling, zo melden sportvissers en beroepsvissers.
- een versie van dit verhaal verscheen in Elsevier Weekblad onder titel ‘niet voor 1 gat te vangen’