De Psalm van de dag uit De Abdij van Langweer vandaag is nummer 41, die in het Psalmenboek als ‘gebed om genezing’ staat aangegeven. Een gebed om genezing van een duivelse geest is allereerst nodig voor de PKN-kerk van bejaarde zelfaanbidders Langweer, waarover ons het trieste bericht bereikt dat ze in de CO2-zwendel stappen.
Dus de handel in (klimaat)aflaten is terug, en de Kerk van Langweer is geen Godshuis meer maar satanskerk. Maar het goede nieuws: De Abdij is er nog en wij blijven in al onze feilbaarheid bidden. De Psalmen zijn overigens vaak net zo krakkemikkig en feilbaar als ik zelf. Lees zelf maar.
De Psalmist begint met:
Welzalig hij die acht slaat op de geringe; ten dage des onheils zal de Here hem uitkomst geven,
de Here zal hem behoeden en hem in het leven behouden;
en hij zal geprezen worden op aarde.
Dus dat je uiteindelijk toch veren in je reet krijgt, als je dan nog leeft
Want een paar regels verderop heeft de Psalmzinger zich weer in de nesten gewerkt, en zijn tegenpartij rolt in leedvermaak over de grond:
Komt iemand mij bezoeken, hij spreekt valsheid, zijn hart verzamelt boosheid
Hij gaat het op straat vertellen.
Allen die mij haten, fluisteren tezamen over mij
zij denken het ergste over mij.
Het wordt nog erger:
Zelfs mijn vriend, op wien ik vertrouwde, die mijn brood at, heeft zijn hiel tegen mij opgeheven.
Maar de Psalmzinger legt zijn onderhandelingsvoorwaarde met de Allerhoogste zo vast:
Hieraan weet ik dat Gij welgevallen aan mij hebt, wanneer mijn vijand niet over mij juicht.
Zo’n Karel Smouter, zoontje van de EO-toezichthouder die je in een stukje van 200 woorden met vijf feitelijke onjuistheden belastert. Mijn vijand was hij niet, sterker nog: ik had ‘m ooit hoog zitten als talentvol jongmens.
Maar hij kwam in 1 keer van achteren, ‘hij gaat het op straat vertellen’. Volledig verrast… Wel, de Psalmist had in 41 ook zo’n ervaring.
Bidt U allen, christenen onder mijn lezers vandaag voor Karel Smouter dat hij vrij gezet mag worden van demonie en zelfaanbidding, en bidt voor de Kerk van Langweer dat zij een Godshuis mogen zijn in plaats van satanskerk, aflatenhandelaren onder de marxist en zelfaanbidder Aart Veldhuizen.