‘Zij verbrandden al God’s ontmoetingsplaatsen’ (Psalm 74)

Kerk van Westerwijtwerd in Gronings Friesland

De Psalm van de dag vanuit De Abdij van Langweer is nummer 74, een wanhopige uitroep van iemand die de verwoesting van zijn cultuur, godsdienst en volk moet gadeslaan. Waarschijnlijk stamt deze Psalm uit de tijd van de Babylonische ballingschap, zo’n zes eeuwen voor de christelijke jaartelling.

Toen verwoestten de invallers de tempel van Salomo, zij waren de nieuwe ‘overheid’ van Israel die bepaalden of je nog naar de kerk mocht. Of dat je een houdjemondkapje moest dragen en niet meer samen mocht zingen.

O God, waarom hebt U ons voor altijd verstoten?
Waarom ontbrandt Uw toorn tegen de schapen van Uw weide?

Denk aan Uw gemeente, die U vanouds verworven hebt,
de stam die Uw eigendom is, die U verlost hebt,
de berg Sion, waarop U gewoond hebt.

Richt Uw voeten naar wat voor altijd verwoest is,
want de vijand heeft alles in het heiligdom vernield.

Kerktorentje Firdgum, links geboomte van Camminga-state

Gisteren sprak ik een lezer van Interessante Tijden uit de buurt hier, wiens kerk nu door de virus-bangmakerij en repressie geen diensten meer houdt. We gaan toe naar een tijd waarin we weer in de open lucht samen komen, en waarin we een hagepreek zullen houden.

Zo krijgt het fenomeen ‘geheime dienst’ weer een nieuwe lading. De Church of Independant Acolytes (CIA) houdt een geheime dienst, verborgen voor de terreur van het Rutte-regime en haar rancuneuze goddelozen van streng liberale gezindte.

De fakkels waarmee zij onze cultuur in brand steken heten ‘flankerend beleid’…

De Psalm vervolgt:

Uw tegenstanders tierden midden in Uw ontmoetingsplaatsen;
daar stelden zij hun zegetekens als eretekens op.

Zij raakten bekend als lieden
die hun bijlen opheffen in dicht geboomte.

Zo sloegen zij al de graveringen ervan
met houwelen en mokers in stukken.

Zij staken Uw heiligdom in brand;
tot de grond toe ontheiligden zij de woning van Uw Naam.

Zij zeiden in hun hart: Laten wij die gezamenlijk plunderen!
Zij verbrandden al Gods ontmoetingsplaatsen in het land.

Kerkramen

De houwelen waarmee zij de oude cultuur kapot slaan heten ‘verduurzaming’. Dat je de gehele gebouwde omgeving moet onderwerpen aan de CO2-zwendel. En dat je de energielasten van (religieuze) organisaties zo opdrijft dat dit de begroting van zo’n samenlevings-verband domineert.

De Psalm eindigt zo:

Sta op, o God, voer Uw rechtszaak,
denk aan de smaad die dwazen U de hele dag aandoen.

Vergeet het geroep van Uw tegenstanders niet;
het gejoel van wie tegen U opstaan, stijgt voortdurend op.

 

One Reply to “‘Zij verbrandden al God’s ontmoetingsplaatsen’ (Psalm 74)”

  1. Lieve Rypke geen ene woord gelogen moest met je mee huilen , mogen wij samen grienen? ga los doe ik ook huil mij kapot ,wat het lieve goede volk zich laat aan doen ! niet meer te behappen .gelukkig doen mijn eksters hun best . geef ze dagelijks de haartjes van mijn Humpie dat is zeer mooi op mee te maken live , weet je op afstand hou ik heel van jou. dikke kus ,een hele dikke knuf van Paulien .

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *