De Psalm van de dag vanuit De Abdij van Langweer is nummer 91, die weer van het genre ‘vrees niet, vertrouw op God’ is. We zien hier het Gott Mit Uns op de militaire koppelriem van het uitverkoren volk. En het idee dat jij door je godsvertrouwen niet getroffen zult worden, ook al vallen er duizend aan je eigen zijde.
U zult niet vrezen voor het beangstigende van de nacht,
voor de pijl die overdag aan komt vliegen,voor de pest, die in het donker rondgaat,
voor het verderf dat midden op de dag verwoest.Al zullen er duizend vallen aan uw zijde
en tienduizend aan uw rechterhand –
bij u zal het onheil niet komen.Slechts met uw ogen zult u het aanschouwen,
u zult de vergelding aan de goddelozen zien.Want U, HEERE, bent mijn toevlucht.
De Allerhoogste hebt u tot uw woning gemaakt.Geen onheil zal u overkomen,
geen plaag zal uw tent naderen.
Hetgeen mensen het meest te vrezen hebben, dat is wel de angst zelf. Zo heb ik eens op mij laten inbeuken op straat, door iemand die ik fysiek makkelijk kon hebben. Je blokkeerde toen, ook omdat het nergens over ging. Dat ik toen blokkeerde, jarenlang schaamte over gevoeld.
Als iemand je nu echt iets laags heeft aangedaan, dan kunnen de remmen los. Idealiter heb je daar dus in alle situaties beheersing over.
Daarom is boosheid dus een nuttig iets, het zet je over angst heen. Al dien je dus uit te maken: ben je boos omdat je machteloos bent, jaloers op andermans macht. Of vanwege een intrinsiek onrechtvaardige handeling. Het ene is egoistisch, het ander transcendent gemotiveerd.
Van God. (dat laatste dus, transcendentie, boven de partijen uit)
Iemand probeert bijvoorbeeld je fiets te stelen. En je ziet dat op afstand. Dan ren je ernaar toe en je slaat ‘m op z’n bakkus. Toen de politie er bij kwam vonden ze dat dik verdiend, voor de dief. Toen waren agenten nog normaal.
Moet je dus nagaan, hoe een leger met angst te kampen heeft. Dat je letterlijk zeven kleuren kan schijten, zoals al die miljoenen jongens in de loopgraven in de Eerste Wereldoorlog. Dat er bij een bestorming geen lichaamsdeel is van iemand dat ergens niet met de indringing van een kogel te maken krijgt.
En toch geloven dat wat degene naast jouw overkomt- gezicht afgeblazen door granaat- jouw bespaard blijft. Is dat roekeloosheid? Of Godsvertrouwen? Dat laatste is weer iets anders dan lotsvertrouwen, immers bij ‘God’ ga je er vanuit dat hij jou heeft uitverkozen en de ander niet.
Willekeur = ‘het lot’
Bewuste Keuze = God
Een moreel of amoreel universum. Twee verschillende wereldvisies, waartussen je iedere dag kiezen mag.