De Psalm van de dag vanuit De Abdij is nummer 121, die als pelgrimslied in Het Boek staat. Je maakt een reis naar de eeuwigheid, de aanduiding waarmee de Psalm ook eindigt die begint met een zinsnede die in een liedje thuishoort dat je in charismatische kerken veel gezongen hoort. ‘Ik hef mijn ogen op naar de bergen, waar komt mijn hulp vandaan’.
Ik sla mijn ogen op naar de bergen,
vanwaar mijn hulp komen zal.Mijn hulp is van de HEERE,
Die hemel en aarde gemaakt heeft.Hij zal uw voet niet laten wankelen,
uw Bewaarder zal niet sluimeren.Zie, de Bewaarder van Israël
zal niet sluimeren of slapen.De HEERE is uw Bewaarder,
de HEERE is uw schaduw aan uw rechterhand.De zon zal u overdag niet steken,
de maan niet in de nacht.De HEERE zal u bewaren voor alle kwaad,
uw ziel zal Hij bewaren.De HEERE zal uw uitgaan en uw ingaan bewaren,
van nu aan tot in eeuwigheid.
Je moet iedere dag jezelf daar weer aan herinneren, al te gemakkelijk val je weer terug in het platte wereld-perspectief, het seculiere, dat wat in de lengte van 1 mensenleven past. Het teken van eeuwigheid is 8, evenveel als het aantal strofen in deze Psalm.
Vandaag nog een preek gehoord over hoe Christenen als ‘zout’ moeten zijn in hun omgeving. Het zout zou dan een zuiverende, maar ook een conserverende werking moeten hebben. Jammer dat de Christenen van vandaag de dag, zeker die in onze zogeheten Christelijke partijen, het al zo lang laten afweten. Als ik aan het CDA/CU/SGP denk dan kijk ik niet op naar een (zout)berg waar ik mijn Hoop vandaan zie komen.
Dan zie ik consensus, overspel met de wereldgeesten, dan zie ik alles ondertekend worden waar de Bijbel tegen ageert. Het zout is laf geworden, het zout heeft zijn waarde verloren. Zo heeft het met name het platteland ook ‘bergen’ belooft, maar ondertussen was ze bezig samen met andere kwaadwilligen onze ondergang te plannen.
Woord van de dag: kokhalzen