‘Ik stort mijn klacht uit voor Zijn aangezicht’ (Psalm 142)

De doornappel, Datura stramonium, de doosvrucht met zaden kun je thee van zetten, de gifbeker van Socrates drinken

De Psalm van de dag is nummer 142, en geknipt voor iedereen die van klagen houdt. Je kunt klagen dat het hier in Langweer in het hoogseizoen nog een dooie boel is. Of dat ’t bier niet koud genoeg is, of noem een hele serie welvaartsproblemen. Het zijn allen milde echo’s van het feit dat je vroeg of laat sterven moet, dat leven lijden is en het gros van de mensen heeft geen flauw idee waarom of waarvoor zij leven. Dus dan ga je nog maar eens op vakantie, je koopt nog eens iets, dopt een drankje, en alles kabbelt voort.

Je hoeft helemaal niet in extreme armoe te leven, of een erge ziekte te hebben. Wie last van de griep heeft troost je ook niet met ‘mijn schoonzus had kanker, dus zeur niet’.

De ‘Ziekte ten dode’ is afdoende voor iedereen. Het is nooit te laat om te mislukken, en het grootste onheil kan ieder treffen. Dus laten we vooral niet optimistisch zijn of ‘positief’.

Maar je hoopt net als in de loopgraven in de Eerste Wereld Oorlog dat van die granatenregen er niet 1 op jouw zal vallen, het is altijd de buurman of de persoon voor je die uiteen mag spatten in duizend stukjes vlees, een mix worden van bloed en modder.

Hier in Psalm 142 zit David opnieuw in de penarie, en dus richt hij zijn klacht tot de Grote Ombudsman:

Met mijn stem roep ik tot de HEERE,
met mijn stem smeek ik de HEERE.

Ik stort mijn klacht uit voor Zijn aangezicht,
ik maak voor Zijn aangezicht mijn benauwdheid bekend.

Toen mijn geest in mij bezweek,
kende Ú mijn pad.
Zij hebben een strik voor mij verborgen
op de weg die ik gaan zou.

Ik keek aan mijn rechterhand en zie,
er was niemand die naar mij omzag;
voor mij was de mogelijkheid tot ontvluchten verloren,
niemand zorgde voor mijn ziel.

Datura, de doornappel, een zelfmoordplant

In de moderne (materialisme, naturalisme) visie komt alle spreken over ‘Boven’ van beneden, de mens schiep God als Hersenscheet. In de klassieke visie werkt dat precies andersom. Om het aardse banale te waarderen heb je God nodig, althans, dat is bij ondergetekende het geval.

Wie kan zich anders motiveren voor al hetgene de maatschappij aanbiedt als fata morgana’s van geluk, doelen, opleiding, werk, ‘relaties’, nog lekkerder eten in een nog exclusiever restaurant, alweer een genotsessie, of meer rijkdom. Waarom zou je als hamster in de tredmolen mee doen?

Zingende vogels in een voorjaarsbos, ademen, de zon op je gezicht, zijn is genoeg, net als in het liedje van BLOF; Mooie Dag (voor de dood)

Vroeger als kind zag je ooit een film over de Baghwan, die wanhopige volgelingen die daar achteraan dansten. En je snapte niet wat die mensen bezielde, mankeerde. Ze hadden zielezalf nodig, als kind heb je daar nog geen last van.

Tot U roep ik, HEERE.
Ik zeg: U bent mijn toevlucht,
mijn deel in het land der levenden.

Sla acht op mijn roepen,
want ik ben volkomen uitgeteerd;
red mij van mijn vervolgers,
want zij zijn machtiger dan ik.

Leid mijn ziel uit de gevangenis
om Uw Naam te loven;
de rechtvaardigen zullen mij omringen,
want U bent goed voor mij.

Ben je geestelijk eenmaal sterk genoeg, je vond een Rustpunt. Dan kan maatschappelijk onheil je treffen, dat een totalitaire staat met haar alles vermorzelende bureaucratie je leven verwoest. Zou je het voorzorgprincipe toepassen op ‘Het Leven’ dan was het beter niet geboren te worden.

Iets dergelijks dicht de Prediker ook in De Bijbel.

Misschien dat het mensen troost, wanneer je dit tenminste ter sprake kan brengen, en dat er een Boek is waarin dit gevoel aan de orde komt, en dat er een Grote Ombudsman is die dan naar je luistert. In plaats van geforceerd optimistisch en positief te moeten doen, dat stomme succesgelul, terwijl je zelfs je handen niet ten Hemel kan heffen, omdat de Hemel is ingeruild voor ‘de ruimte’. Het lege niets.

Klagen mag! Zo zegt Psalm 142.

One Reply to “‘Ik stort mijn klacht uit voor Zijn aangezicht’ (Psalm 142)”

  1. De touwtjes van het Goed en Kwaad heeft men zelf in handen. En dat weet men.
    Wij zij EEN met ALL en verpesten het met ons ego.Het “weten ” zit in ons maar soms hebben we die “Ombudsman” even nodig.
    Er is nog zoveel dat wel de moeite waard is.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *