Op de zondag geen profane boodschappen. Dan lezen we uit de Heilige Schrift, Het Boek zonder welke er geen Westerse cultuur was geweest.
Na vorige week getuige te zijn van een zonenfokwedstrijd tussen Lea en Rachel met fokstier Jacob, gaan we nu in Genesis 30 verder met de bedrieglijke praktijken van Jacob richting zijn schoonvader en oom Laban.
Jacob bedrijft een vorm van heidense magie om zijn eigen kudde te doen vermeerderen, en om zelf het sterke vee te bemachtigen terwijl de schoonvader bij wie hij twintig jaar bivakkeerde de zwakke broeders krijgt.
Jacob de bedrieger slaat weer toe
Al vaker kom je passages en verhalen tegen in de Bijbel waarvan je denkt ‘huh, zo heb ik dat in mijn protestantse kindertijd nog nooit gelezen of gehoord’. De zonenfokwedstrijd met granaatappels was er 1 van vele voorbeelden. Vervolgens kent iedereen nog wel weer het verhaal van ‘Jozef zoekt zijn grote broers’….
Maar voordat Jozef als verwend nest het Genesis-toneel op komt, moet Jacob eerst zich kunnen afscheiden van zijn schoonvader Laban, en hij moet nog vrede sluiten met zijn broer Ezau. Vandaag zien we hoe hij zich aan Laban zijn greep ontrukt.
Opnieuw toont Jacob dat hij een oplichter/bedrieger is, net als naar zijn eigen vader Izak toe. Hij presenteert zijn schoonvader Laban met een schijnbaar goede deal, als tweedehands veehandelaar. Hij wil na zoveel jaren werken zijn eigen deel van het vee hebben. Dus stelt hij Laban voor, dat hij alle zwarte schapen uit de kudde haalt en gevlekte geiten, zodat Laban dus alle witte vee behoudt.
Maar stiekem laat hij de hele kudde dekken door gevlekte en zwarte bokken/rammen zodat alle nageslacht vlekken heeft en dus van hem wordt. Tenminste: zoiets maken we uit dat verhaal op, maar helemaal zeker is het niet. Een vorm van magie lijkt ook een rol te spelen.
Ook biedt Jacob aan dat hij Laban zijn veehouder zal blijven. Maar dat blijkt Jacob alleen te willen doen om zijn schoonvader een streek te flikken. (Genesis 30:31-35)
Daarop zei hij (Laban RZ): Wat moet ik je geven? Toen zei Jakob: U hoeft mij helemaal niets te geven; als u het volgende voor mij wilt doen, zal ik opnieuw uw kleinvee hoeden en beschermen.
Ik zal vandaag al uw kleinvee langsgaan en daaruit elk gespikkeld of gevlekt dier afzonderen, elk zwart dier onder de schapen en alles wat gevlekt en gespikkeld is onder de geiten; en dat zal mijn loon zijn.
Mijn gerechtigheid zal morgen voor mij getuigen, als u komen zult om mijn loon in ogenschouw te nemen; alles wat niet gespikkeld en gevlekt is onder de geiten en wat niet zwart is onder de schapen, mag als door mij gestolen beschouwd worden.
Toen zei Laban: Zie, laat het maar overeenkomstig jouw woord gebeuren.
En op diezelfde dag zonderde hij de gestreepte en gevlekte bokken af en al de gespikkelde en gevlekte geiten, alles waar iets wits aan was en alles wat zwart was onder de schapen; en hij stelde die onder de hoede van zijn zonen.
Vervolgens komt er een vorm van veefok-magie, waarin Jacob geschilde takken van populieren, amandelbomen en platanen zou inzetten. Zodra hij die takken bij de voerbakken van zijn vee plaatst, dan worden de mannetjes bronstig omdat ze die witte strepen zien op de takken, die beginnen de vrouwtjes te dekken en daardoor krijgt Jacob een steeds grotere kudde met sterk vee:
Hij bepaalde een afstand van drie dagreizen tussen hem en Jakob; en Jakob hoedde de rest van het kleinvee van Laban.
Toen nam Jakob voor zichzelf jonge takken van populieren, amandelbomen en platanen, en schilde daarin witte strepen door het wit in die takken te ontbloten.
Hij legde de takken die hij geschild had in de troggen en waterdrinkbakken waaruit het kleinvee kwam drinken, vlak voor het kleinvee; en ze werden bronstig als zij kwamen om te drinken.En als het kleinvee bronstig werd bij die takken, wierp het kleinvee gestreepte, gespikkelde, en gevlekte jongen.
Toen scheidde Jakob de schapen af en keerde de koppen van het kleinvee naar het gestreepte en naar al het zwarte onder Labans kleinvee, en vormde zo kudden voor zichzelf; hij zette ze niet bij het kleinvee van Laban.En het gebeurde, telkens wanneer het sterkste kleinvee bronstig werd, dat Jakob de takken voor de ogen van het kleinvee in de troggen legde, zodat zij bronstig zouden worden bij de takken. Maar als het zwakke kleinvee bronstig werd, legde hij ze er niet in, zodat de zwakke dieren voor Laban en de sterke dieren voor Jakob waren.
Zo breidde het bezit van deze man zich zeer sterk uit; hij had veel kleinvee, slavinnen, slaven, kamelen en ezels.
Jacob doet aan hekserij?
Merk hier op dat menselijke slaven als bezit in 1 adem genoemd worden met kleinvee en ezels. Als ik heel eerlijk ben snap ik de truc die Jacob hier uithaalt niet. Wat is nu de functie van die witte strepen op takken, en wat haalt het nu uit om die takken in een drinkbak voor vee te leggen?
Is dat om de bokjes bijziend te maken als ze bronstig zijn, dat die rammen en bokjes denken ‘aha, dat is een gestreept geitje waar ik geil van wordt?’ Dus dat hij zo ook het witte vee van Laban laat dekken door zijn eigen gevlekte personeel, terwijl normaliter alleen de zwartjes en spikkeltjes het met elkaar zouden doen?
Dus dan worden uit alle witjes ook enkel vlekjes en zwartjes geboren.
Dat lijkt me stug, want een beetje ram klimt op ieder schaap, en een beetje bok die kruipt overal op. Of is dit een pure magische handeling, een soort hekserij, om zo vruchtbaarheid af te dwingen als het beste vee aanwezig is? Dus dat alle sterke en dus vruchtbare vee dat geboren wordt altijd gestreept zal zijn, gevlekt of zwart. En de zwakkelingen altijd wit.
Of zien we een combinatie van beide verklaringen?
Jacob doet of zijn bedrog de wil van God is
Laten we in Genesis 31 lezen, hoe de Bijbel het zelf uitlegt. Via zijn zonen hoort Laban dat Jacob hem een poot uitrukt met zijn fokpraktijken. Er staat vervolgens dat ‘Jacob lette op het gezicht van Laban, en het stond niet meer als voorheen.’ Nu wordt Jacob zijn visionaire fokkunst gekoppeld aan goddelijke voorzienigheid, en ook een aanleiding om bij Laban definitief weg te gaan.
Ook begint de Bijbel die Laban voor het eerst ‘Syrier’ te noemen, iemand met afgodsbeeldjes in huis. Terwijl hij eerder nog in Mesopotamie zou wonen, wat juist in huidig Irak is. Zo roept Jacob zijn vrouwen Lea en Rachel tot zich. Hij verklaart hen waarom hij best hun vader Laban een poot mocht uitrukken met zijn veefokbeleid, dat dit gewoon met (zijn) God zijn hulp is gebeurd, de God van Bethel (waar de Jacobsladder met engelen ten hemel voerde):
Jullie vader heeft mij echter bedrogen en mijn loon wel tien keer veranderd, maar God heeft hem niet toegelaten mij kwaad te doen.
Wanneer hij dit zei: De gespikkelde dieren zullen je loon zijn, dan wierp al het kleinvee gespikkelde jongen; en wanneer hij dit zei: De gestreepte dieren zullen je loon zijn, dan wierp al het kleinvee gestreepte jongen.Zo heeft God het vee aan jullie vader ontrukt en het mij gegeven.Het gebeurde eens in de tijd dat het kleinvee bronstig was dat ik mijn ogen opsloeg en in een droom zag dat, zie, de bokken die het kleinvee besprongen, gestreept, gespikkeld en gevlekt waren.
De Engel van God zei tegen mij in die droom: Jakob! Ik zei: Zie, hier ben ik! Hij zei: Sla toch uw ogen op en zie: al de bokken die het kleinvee bespringen, zijn gestreept, gespikkeld en gevlekt. Voorzeker, Ik heb alles gezien wat Laban u aandoet!
Ik ben de God van Bethel, waar u een gedenkteken gezalfd hebt, waar u Mij een gelofte gedaan hebt. Welnu, sta op, vertrek uit dit land en keer terug naar het land van uw familiekring.
In totaal heeft Jacob dus 20 jaar voor Laban gewerkt, 14 jaren om zijn vrouwen te bemachtigen, en zes jaar voor het vee. Vervolgens gaan ze met alles dat ze hebben op de vlucht. Maar we lezen dat Rachel eerst nog wat afgodsbeeldjes uit Laban zijn tent meesmokkelt:
Laban was op weg gegaan om zijn schapen te scheren; Rachel stal toen de afgodsbeeldjes die haar vader toebehoorden.
Jakob bedroog Laban, de Syriër, door hem niet te vertellen dat hij vluchtte. Zo vluchtte hij, met alles wat van hem was. Hij stond op, stak de rivier over en ging in de richting van het bergland van Gilead.
Ze vluchten terug naar Kanaan, waar Jacob zich met Ezau (Edom) gaat verzoenen. Maar eerst moet hij nog met Laban een akkefietje uitvechten. Daarover gaat de volgende zondagspreek van volgende week: heb nu weer een goede zondag!