‘IK BEN DIE IK BEN’ (Exodus 3)

Amen to that, welke Mozes leidt ons uit deze tirannie?

Op de zondag geen profane boodschappen, dan lezen we uit De Heilige Schrift, Het Boek zonder welk er geen Westerse cultuur was geweest. We vervolgen vandaag met onze tocht door Exodus, de uittocht uit Egypte van de Israelieten die daar onder een soort D66-tirannie leven van een progressieve farao, zo’n wereldverbeteraar uit de Egyptische Nijl-grachtengordel vol van de eigen vermeende goedheid. 

Maar eerst moeten ze een leider hebben die hen van dat totalitaire gespuis verlost. En dat wordt Mozes die door JHWH wordt uitverkozen op een wel heel bijzondere manier. 

Amen

IK BEN is een hele aparte
JHWH, de God van de Israelieten is een aparte. Hij wil zich niet laten afbeelden, zijn Heilige Naam mag je niet zomaar vol uitspreken. En meer dan ‘IK BEN DIE IK BEN’ als Trueism onthult Hij ook vandaag niet over zijn personage. Moderne mensen kennen BEN alleen nog van een telefoon-abonnement. Maar bij deze gaat het om de soms wat ondoorzichtige communicatie met Boven.

JHWH heeft een soms wat omslachtige manier van communiceren met zijn uitverkorenen. Dat je denkt, ‘had je dat niet wat eenvoudiger kunnen overbrengen, die boodschap’.

Vorige week zagen we dat Mozes uit Egypte was gevlucht, omdat de farao had uitgevonden dat hij een D66’er had doodgeslagen. Hij komt bij Jethro in de kost, en trouwt met z’n dochter, verwekt er een zoontje Gersom. Maar zijn levensloop moet een andere bestemming krijgen, dan wat vegeteren in een tent van geitenhoeders.

De braam in bloei

De God van de Israelieten heeft hem verkozen om Zijn volk uit de slavernij te leiden, waar ze dankzij een reeks ongelukkig gestemde farao’s in zijn geraakt. Nadat ze dankzij hun broeder Jozef met de eerdere farao nog zulke goede connecties hadden.

Mozes hoedde het kleinvee van zijn schoonvader Jethro, de priester van Midian. Hij dreef het kleinvee tot voorbij de woestijn, en hij kwam bij de berg van God, de Horeb. En de Engel van de HEERE verscheen hem in een vuurvlam uit het midden van een doornstruik. Hij keek toe, en zie, de doornstruik brandde in het vuur, maar de doornstruik werd niet verteerd.

Mozes zei: Laat ik nu naar dat indrukwekkende verschijnsel gaan kijken, waarom de doornstruik niet verbrandt.Toen de HEERE zag dat hij ging kijken, riep God tot hem uit het midden van de doornstruik en zei: Mozes, Mozes! Hij zei: Zie, hier ben ik! En Hij zei: Kom hier niet dichterbij. Doe uw schoenen van uw voeten, want de plaats waarop u staat, is heilige grond.

Onze farao kan er ook wat van…

Dus het is de Engel des Heeren die in een vuurvlam verschijnt, maar het is De HEERE zelf die vervolgens spreekt. Je snapt wel vaker niet, wie er nu ‘in charge’ is daar boven. Denk ook aan het bezoek dat Abraham en Sara krijgen van niet bijzonder gedefinieerde ‘mannen’. Als dat ‘engelen’ waren, of God zelf, wat was het verschil dan?

Met Jacob moest Hij worstelen, zodat Hij ‘m de naam Isra-el gaf, Hij die met God worstelde, danwel een engel die het worstelstokje even had overgenomen van de Allerhoogste.

Ook zag Jacob bij Bethel engelen op een Jacobsladder op en neer gaan, en zo maakte hij van die plek heilige grond. Nu zegt Hij het via een brandende braamstruik, en dan is de grond waar die struik in fik vliegt ook plots heilig. Opnieuw wordt gewag gemaakt van een Engel des Heeren, dus of het God zelf was die afdaalde bij Jacob als worstelaar is mij ook niet geheel helder.

Hier zien we dat God nog een eigen heilige berg in pacht heeft, de Horeb. Dat lijkt sterk op een heidens concept, denk ook aan de Olympus van de Grieken. Blijkbaar heeft iedere club goden een eigen berg nodig, vanwaar ze ons stervelingen wat kunnen commanderen en laten werken tot hun spel en vermaak.

JHWH draagt Mozes op Hem daar te dienen, wat betekent: daar wil Hij straks offers hebben en andere inspanning in natura van zijn slaven die in het zweet des aanschijns hun brood moeten verdienen.

De Bijenjongere

Melk en Honing
Eerst belooft Hij de Israelieten het ‘land van melk en honing’ dat nog bij een ander volk in bezit is. Land van droge turfgerookte worst en bier, dat is Friesland, JHWH beloofde de Israelieten ’n woestijnstaatje voor schrale veeteelt en wat incidentele bijenvolken. En dan kiest Hij Mozes dus uit om die boodschap over te brengen. Dan voel je je als Mozes toch ook behoorlijk lullig.

Ik ben de God van uw vader, de God van Abraham, de God van Izak en de God van Jakob. En Mozes bedekte zijn gezicht, want hij was bevreesd God aan te kijken.
De HEERE zei: Ik heb duidelijk de onderdrukking van Mijn volk, dat in Egypte is, gezien en heb hun geschreeuw om hulp vanwege hun slavendrijvers gehoord. Voorzeker, Ik ken hun leed.

Daarom ben Ik neergekomen om het volk te redden uit de hand van de Egyptenaren, en het te leiden uit dit land naar een goed en ruim land, naar een land dat overvloeit van melk en honing, naar het gebied van de Kanaänieten, de Hethieten, de Amorieten, de Ferezieten, de Hevieten en de Jebusieten.

Nu dan, zie, het geschreeuw om hulp van de Israëlieten is tot Mij gekomen. En Ik heb ook de onderdrukking gezien waarmee de Egyptenaren hen onderdrukken.
Nu dan, ga op weg. Ik zal u naar de farao zenden, en u zult Mijn volk, de Israëlieten, uit Egypte leiden.

Gebruikte Bijbel

Je kunt je afvragen dat Mozes op zijn minst denkt, ‘hoe overtuig ik volksgenoten dat God zelf tot mij sprak. Dit is het antwoord dat JHWH dan geeft.

Mozes zei echter tegen God: Wie ben ik, dat ik naar de farao zou gaan en de Israëlieten uit Egypte zou leiden? En Hij zei: Voorzeker, Ik zal met u zijn, en dit zal voor u het teken zijn dat Ík u gezonden heb: Als u het volk uit Egypte geleid hebt, zult u God dienen op deze berg.

En Mozes zei tegen God: Zie, wanneer ik bij de Israëlieten kom en tegen hen zeg: De God van uw vaderen heeft mij naar u toe gezonden, en zij mij zeggen: Wat is Zijn Naam? Wat moet ik dan tegen hen zeggen? En God zei tegen Mozes: IK BEN DIE IK BEN. Ook zei Hij: Dit moet u tegen de Israëlieten zeggen: IK BEN heeft mij naar u toe gezonden.

Dus stel je voor, je komt na een tijdje ballingschap als veehouder terug in Egypte. En je zet je volksgenoten daar aan tot een opstand tegen hun onderdrukkers. En als die dan om je gezag vragen van waaruit je spreekt, zeg je ‘God zond mij’. Als iemand dan vraagt ‘de wie?’ zeg je ‘IK BEN’. Wie BEN? ‘Ik BEN DIE IK BEN’.

Het heeft uiteindelijk toch gewerkt, die communicatieve tip van de Allerhoogste. Want anders was dit verhaal niet afgeschreven, en waren de Israelieten in Egypte gebleven. Heb een goede zondag.

One Reply to “‘IK BEN DIE IK BEN’ (Exodus 3)”

  1. Vandaag niet veel te doen. Heb maar wat uit het raam gekeken. Bij het zien van voorbij fietsende Friezetieten ontstonden er ook verlangens naar melk en honing….gelukkig worden ik en mijn gevoelens al jaren onderdrukt.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *