Een vogel is geen vliegtuig

Robert Musters bij zijn Robothavik

In dit zaterdagse archiefverhaal mijn recensie voor biologenkrant Bionieuws van vogelonderzoeker John Videler zijn boek Avian Flight, op 25 november 2011. De Gronings-Leidse biomechanicus John Videler gaf in Avian Flight de gevestigde wetenschap een schop, om het onderzoek naar vogelvlucht vlot te trekken.

Valkenier Robert Musters, hier met zijn havik

Veren maken de vogel, maar toch krijgen juist die veren bijzonder weinig aandacht in het traditionele onderzoek aan vogelvlucht. De zoektocht naar betrouwbare fysische modellen die flapvlucht verklaren, dreef het vogelonderzoek juist meer richting vliegtuig.

Maar de biologie laat zich niet ongestraft versimpelen, zo toont Videler aan in zijn laatste vogelpil, Avian Flight. De bioloog blijft in ieder hoofdstuk hameren op het feit dat onderzoekers beter uit hun slaperige ogen moeten kijken. Wie vogels wil snappen moet vogels bestuderen. Voor vakgenoten van de Groninger laat het boek zich dan ook lezen als een dubbele espresso in de vroege morgen.

Ongelijk heeft Videler zeker niet. Modern onderzoek, ook uit zijn eigen Harense lab, toont namelijk aan dat vogels niet zomaar tot minivliegtuigjes zijn te verkleinen. Vogels bewegen zich volkomen anders door de lucht. Een nachtegaal die accelereert klapt bijvoorbeeld niet sneller met zijn vleugels, en ook niet dieper. En Videler’s favoriet, de gierzwaluw blijkt zelfs tijdens glijvlucht al van wervels gebruik te maken, die tot drie jaar geleden niet bij vogels waren beschreven.

Airborne, de witte havik doet haar eerste oefen-jachtvlucht, nog aan de lijn tot ze straks los kan

Juist extra aandacht voor de manier waarop een vogelvleugel in elkaar zit, kan volgens de bioloog dan ook antwoorden geven. Hoe kan een zwaluw bijvoorbeeld zo’n absolute controle krijgen over een ijl medium als lucht? Videler kon deze vraag alleen stellen door zorgvuldige waarneming aan gedresseerde torenvalken, uilen en wilde zwaluwen. Na experimenten in zijn lab met gierzwaluwvleugels denkt hij een antwoord te vinden.

Videler kan zich in zijn benadering gesteund voelen door andere toonaangevers in het vogelonderzoek, zoals Anders Hedenström. De Zweedse vogelbioloog onthulde in 2003 in zijn windtunnel in Lund het nachtegaalmysterie en zoekt sindsdien naar antwoorden in veerstructuren. Misschien vervormt het beroemde zangvogeltje tijdens vliegen zijn veren wel zo, dat hij meer tempo maakt. Ook Hedenstrom wil beter kijken.

Toch zegt het ontbreken van kennis niets over de kwaliteit van de dikke eeuw vogelonderzoek die aan Videler’s constateringen voorafging. Na lezing van de eerste vijf hoofdstukken van Avian Flight valt juist op, hoe creatief wetenschappers zijn geweest in het ontrafelen van vliegraadsels.

Gierzwaluwtjes

Staan nu laserbundels en hogesnelheidscamera’s tot de beschikking, de pioniers van vliegonderzoek moesten zich behelpen met een hobbycamera, tabaksrook en zaagsel. Het is juist te bewonderen dat een club in biologie geschoolde piloten met veel kunst en vliegwerk de kennis bij elkaar wist te harken, van zulke ongrijpbare beesten als vogels.

Pioniers als Pennycuick mochten dan wel iets te gek op de grijpbaarheid van vliegtuigen zijn, dankzij hen kwam er tenminste degelijk aërodynamisch rekenwerk de biologie binnen, en speciaal voor vogels ontworpen windtunnels. Bovendien lijken vogels in veel gevallen juist wel op vliegtuigen, als ze maar geen gekke dingen doen.

De boerenzwaluwtjes van Laaksum, zo zitten de nieuwe generaties klaar om weer op trektocht te gaan

De soms nogal boude stellingnames die Videler inneemt zijn daarom met een klein korreltje zout te lezen, maar erg is dat niet. Ze geven juist wat extra smaak aan een leesboek dat anders het gevaar zou lopen om in een lesboek te vervallen. Met de gierzwaluw op de kaft laat hij zien hoeveel interessant onderzoek er in de vogelbiologie nog gedaan kan worden.

Voor zelfvoldaan achteroverleunen is het geen tijd, en het feit dat wij businessclass kunnen vliegen wil niet zeggen dat onze lawaaiige machines model kunnen staan voor de verfijnde vliegkunst van vogels. Geen enkel model kan namelijk ooit de levende werkelijkheid vervangen, omdat dit de complexe schoonheid van de biologie tekort doet.

2 Replies to “Een vogel is geen vliegtuig”

  1. Er komt een vlinder voorbij. Er staat een vrij staffe wind, zeker 30km/u. De vlinder vliegt waar hij heen wil. Hoe is het mogelijk! Zo’n licht schepseltje met zulke grote vleugels. Onbegrijpelijk wonder van de natuur.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *