De Zondebok, ‘Scapegoat’ (Leviticus 16)

Limburger bokkerijders

Op de zondag geen profane boodschappen. Dan lezen we uit De Heilige Schrift, Het Boek zonder welke je de Westerse cultuur niet begrijpt.

Vandaag komen we terecht bij een bijzonder ritueel, door JHWH opgelegd aan Mozes en zijn broer Aaron: het aanbrengen bij de tent van samenkomst van twee bokken, saters, waarvan de zondebok de woestijn in gezonden wordt en de ander als zoenoffer geslacht op verzoeningsdag.

In de Naardense vertaling staat ‘naar Azazeel’ zenden, ‘kracht die verdwijnt’, als naam voor een demonische entiteit. De Engelse term ‘scapegoat’ staat voor de zondebok die slachting ontsnapt (escape) doordat hij de woestijn ingezonden wordt door de priester.

Overal duivelsbeelden rond Binnenhof

Een zondebok de woestijn in zenden
Vandaag hebben we het over de zondebok, die de priester levend de woestijn in moet zenden ‘voor Azazeel’ in Leviticus 16… Een naam die in de Statenvertaling onvermeld blijft, maar die wel in de Naardense vertaling en andere vertalingen voorkomt. Is dat bewust gedaan in de Statenvertaling? Waarvoor staat die naam dus, waar de priesters op verzoeningsdag de zondebok heen zenden?

We stuiten daarbij op dit artikel van Tyler Vela van een theologisch seminarium over ‘The Use of Azazel in Leviticus:’

Here is where the difficulty is found, for the goat that is slaughtered is said to be “for the Lord” while the goat that is spared yet is the sin bearer is said to be “for Azazel”
The question then arises of whether Azazel is a place, a person, a thing, or an abstraction.That is, is Azazel
(1) a location in the wilderness (or merely a name for “wilderness”),
(2) a demon who lives far out in or exercises dominion over the wilderness,
(3) simply a name denoting the official title for the goat who is sent out into the wilderness, or
(4) the marker for the idea that the sins of the people are carried off into the wilderness either symbolically or literally on the head of the second goat?

Zadeldak Jelsum met zwarte bokken van de Bokkerijders… Jelsum zou vanuit het Norbertijner klooster Mariengaarde bediend kunnen zijn

Bok, sater
Deze naam is door acteur Denzel Washington ooit vertolkt als bezeten politie-agent in de occulte thriller ‘Fallen’, zingend ‘time is on my side’… Over lustmoorden die door bezeten mensen gepleegd worden.

We zien in de Naardense vertaling ook de aanduiding ‘sater’ staan voor bok.Het Hebreeuwse woord ‘sa’ir’ zou letterlijk ‘de harige’ betekenen, dus verwijzing zijn naar een harig dier.

Is dat de zelfde grondterm als van het Perzische woord ‘satan’? Het kan alvast geen toeval zijn dat de satan als bok wordt afgebeeld, die Baphomet-afbeeldingen. In het (apocriefe, niet officiele Bijbel)boek van Enoch staat ‘Azazel’ voor een ‘gevallen’ engel, die mensen leert wapens maken:

And Azazel taught men to make swords and knives and shields and breastplates; and made known to them the metals [of the earth] and the art of working them; and bracelets and ornaments; and the use of antimony and the beautifying of the eyelids; and all kinds of costly stones and all colouring tinctures. And there arose much godlessness, and they committed fornication, and they were led astray and became corrupt in all their ways

Is het woord ‘satire’ daar dan ook van afgeleid, van ‘sater’?

Ergens de draak mee steken, zodat je tot dwangarbeid veroordeeld wordt…Of ‘geile bok’, die immers net als de godheid Pan wel pap lust van wat herderinnetjes met doorzichtige gewaden in de wildernis.

Toen ik nog op Droevendaal in Wageningen woonde, had je Kees de Bok, die als hij geil was over zijn eigen sik heen piste. Zo stonk hij dan uren in de wind, de geitjes werden er wild van. Dat is hoe bokken lust beleven. De wildernis staat net als bij ‘heidendom’ dan voor een goddeloze plek, zoals je bij een paradijs een ommuurde tuin hebt met orde binnen de muren en wildernis/chaos buiten..

Een reebok kan echt blaffen

Wegzenden de wildernis in
In de priesterlijke verordeningen (Leviticus) van de Israelieten is die bok iets dat je uit je midden zendt de wildernis in.

In de Naardense vertaling lees ik bij Leviticus 16; 7- 10

Nemen dan zal hij twee saters, en die opstellen voor het aanschijn van de Ene in de opening van de tent van samenkomst. Lotsteentjes zal Aaron op de twee saters uitgeven; 1 lot voor de Ene en 1 lot voor Azazeel, – kracht die verdwijnt!

Doen naderen zal Aaron de sater op wie het lot van de Ene omhoog is gevallen, en hem klaar maken als ontzondigingsgave. De sater op wie het lot voor Azazeel omhoog is opgevallen moet levend worden opgesteld voor het aanschijn van de Ene om verzoening te vragen over hem, OM HEM DAN HEEN TE ZENDEN TOT AZAZEEL DE WOESTIJN IN.

Bij de Herziene Statenvertaling komt die naamsaanduiding niet voor:

Hij moet ook de beide bokken nemen en die voor het aangezicht van de HEERE plaatsen, bij de ingang van de tent van ontmoeting. Aäron moet namelijk het lot over de twee bokken werpen: één lot voor de HEERE en één lot voor de weggaande bok.

Dan moet Aäron de bok waarop het lot voor de HEERE gevallen is, aanbieden en hem als zondoffer bereiden.

Maar de bok waarop het lot is gevallen om weggaande bok te zijn, moet levend voor het aangezicht van de HEERE geplaatst worden, om daarmee verzoening te doen door hem als weggaande bok de woestijn in te sturen.

Bronstige plaatsbok

De bok voor de Ene/JHWH maken ze dood, die voor Azazel blijft leven
De bok voor de Ene/HEERE slachten ze samen met een ‘var’ (koe) en hun bloed moeten ze over het altaar uitsproeien. De zondebok treft een ander lot. In Leviticus 22 lezen we verder wat met die sater/bok gebeuren moet:

Wanneer hij de verzoening over het heiligdom, de tent van ontmoeting en het altaar voltooid heeft, dan moet hij de levende bok naderbij laten komen.

Aäron moet zijn beide handen op de kop van de levende bok leggen en al de ongerechtigheden van de Israëlieten belijden, al hun overtredingen, overeenkomstig al hun zonden. Hij moet die op de kop van de bok leggen en hem door de hand van een man, die daarvoor gereedstaat, de woestijn in sturen.

Zo draagt de bok al hun ongerechtigheden op zich weg naar een onbewoond gebied. Hij moet dan de bok de woestijn in sturen.

En Leviticus 26 stelt nog in de Statenvertaling:

Hij die de weggaande bok heeft weggestuurd, moet zijn kleren wassen en zijn lichaam met water wassen. Dan mag hij in het kamp komen.

Terwijl de Naardense vertaling hier schrijft ‘hij die de sater voor Azazeel heeft heengezonden’.

Reebok met geiten bij Langweer, pardoes in het weiland op klaarlichte dag

De bok die ontsnapt, ‘escape’ van ‘scapegoat’
Omdat de HEERE/Ene in de tent van samenkomst woont, en als een wolk zichtbaar is, lijkt het logisch dat Hij de ene bok zijn bloed (levensenergie, anima) wil, die dan dus dood moet. Je zou dan verwachten dat Azazeel ook een tegenpersonage is, die wacht tot de bok in zijn handen loopt in de woestijn. In de eerder aangehaalde studie lezen we:

Yet because this word is used no where else in the whole of Scripture, some work must be done to understand its meaning. Thus, I shall attempt to sketch the various strands of thought as to its origin and its meaning, though with some trepidation.

The first finds its support from the Septuagint and the Latin Vulgate. In these two translations, the word Azazel is seen to be a compound of „ez (meaning “she goat”) and „azel (meaning “to go away”). They therefore translate it to mean roughly “a goat for sending away,” or “the goat who escapes;” thus, “scapegoat” in our English translations

Verscholen in het veld, een reebok, het is weer bokkenseizoen.

Toch demonen in Statenvertaling Leviticus 17
Dat had ik dus nog niet eerder gezien, dat scapegoat van ‘escape’ is afgeleid. Logisch omdat die bok dus slachting ontsnapt door de priester en wordt heengezonden. Het Arabische ‘azala’ voor ‘heenzenden’ komt daar ook bij in de buurt. Maar de meeste niet-protestantse bijbelleraren zouden de interpretatie van ‘iets demonisch’ hanteren uit het kamp van satan, inclusief Joodse rabbi’s:

Baruch A. Levine in The JPS Torah Commentary still allows for the inclusion of “she goat” in the meaning, but believes it best is a reference to the se„irim, the “goatdemons” listed later in 17:7.

Leviticus 17:7 verwijst naar een Pan-achtige afgodendienst, waar de Statenvertaling dan letterlijk over ‘demonen’ spreekt:

Zij mogen hun offers niet meer aan de demonen brengen, waar zij als in hoererij achter aangaan. Dit is voor hen een eeuwige verordening, al hun generaties door.

Waar de Naardense vertaling die passage nog gewoon met ‘saters’ aanduidt, wat meer consistentie biedt dan het weglaten van Azazeel en de term ‘sater’ in de Statenvertaling:

Ze zullen hun offerdieren nooit meer offeren aan de saters waar zij achteraan hoereerden

Reebok in de boterbloemen

Geen ellende over je afroepen
Het idee dat je dus op rituele wijze ‘de boze’ uit je midden moet wegzenden, komt al vroeg in de Bijbel opdraven. Wegzenden die zonde op verzoeningsdag, omdat je anders ook over het collectief ellende afroept. Zo staat de zondebok dus symbool voor ‘de boze’ in je midden, die uit je kamp verwijderd moet, alles waarmee mensen zich in de ogen van JHWH verontreinigen.

Daarmee verwant is ook de praktijk van het exorcisme.

Beter laat je de Heilige Geest toe waar Pinksteren aan gewijd is, de ‘geest van God’ wordt die in Jesaja genoemd zodat een proces van heling en reiniging kan beginnen.

Om bij jezelf te beginnen: stop met dat stomme gevloek. Met je gevloek besmet je in emotionele zin ook andere mensen in de ruimte, zeker wanneer deze dat tolereren. Stel je voor dat je in plaats daarvan een zegening zou uitspreken, over iedereen in je nabijheid, een gebed voor genezing en reiniging.

Mijn ge-erfde Statenbijbel

Zodra ik bij het stoten van mijn hoofd al roep dat God mij verdoemen moet, weet ik dat er in mijn geest een verkeerde afslag is ontstaan. Je kunt beginnen met een verdraaiing, GODVERandertmensen!!! Of GODVERgeefmijvanmijnzonden… Want waarom zou je onheil over jezelf willen afroepen door de komst van ellende notabene van God zelf te vragen. Waarom je huis en mensen om je heen geestelijk besmetten, als je beter voor hun heil en dat van jezelf bidden kunt.

Heb een goede zondag.

3 Replies to “De Zondebok, ‘Scapegoat’ (Leviticus 16)”

  1. Lees Michael Heiser eens Rypke. De materie waarover jij in dit artikel schrijft is zijn vakgebied. Zijn boek Unseen Realm is een goede start (of het wat meer toegankelijk geschreven Supernatural) Hij heeft tevreden erg veel gewoon online staan.

  2. Maastrichtenaren zeggen GodMienJah als ze vloeken, of je het zo schrijft is een tweede maar zo spreken ze het uit. Ook een mooie vervanging, zo erken en eer je God toch ook nog wel een beetje terwijl je jezelf ontlucht in / van kwaadheid… 🙂

  3. Hallo,
    Als je welk verhaal dan ook neemt uit de Bijbel, dan is het of dubieus of moeilijk of zelfs onmogelijk om te verstaan maar waarom staan die verhalen en of gebeurtenissen er dan in? Als het het Woord van God is, en Hij wilt via Zijn Woord naar de mens communiceren, waarom dan zo moeilijk? 1 van de problemen die voor ons (westen) geld is; dat wij kijken met een Griekse mindset naar Hebreeuwse begrippen, taal en cultuur. Het is zoiets als tegen een Rus of Griek te zeggen dat hij wel de klok heeft horen slaan maar niet weet waar de klepel hangt. Iedere Nederlander begrijpt wat je bedoelt maar ieder ander heeft geen flauw idee waar je het over hebt.
    Grieks denken is abstract, het is figuurlijk, wij westerlingen vinden het prachtig dat wijzelf een mening en of idee over alles hebben, iedereen mag zijn eigen mening hebben en daar zijn wij trots op. Hebreeuws denken is concreet, het staat vast, God bepaald en geeft aan wat Hij bedoelt. Daarom is het voor ons zo moeilijk om dat te accepteren, wij willen het zelf bepalen. 1 van de geheimen van het zogenaamde oude testament wordt door Yeshua (Jezus) zelf verteld; 25 En Hij zeide tot hen: O onverstandigen en tragen van hart, om te geloven al hetgeen de profeten gesproken hebben!
    26 Moest de Christus niet deze dingen lijden, en alzo in Zijn heerlijkheid ingaan?
    27 En begonnen hebbende van Mozes en van al de profeten, legde Hij hun uit, in al de Schriften, hetgeen van Hem geschreven was.

    Als het waar is wat Yeshua hier verteld dan zijn de twee bokken dus iets wat met Hem te maken heeft!
    Het nemen van twee bokken, de ene om te worden gedood en de andere om de woestijn in te worden gedreven met de ongerechtigheden van de kinderen van Israël op zijn kop, zijn twee perfecte afbeeldingen van het doel van opoffering. De gedode geit beeldt de dood van Yeshua af aan de boom en degene die losgelaten is, is een beeld van onze zonden die worden geworpen of weggejaagd. De wet zelf bevat het beeld van wat het offer van onze Messias werkelijk heeft bereikt. Het is duidelijk, van Bere’shiyt (Genesis) tot Hitgalut (Openbaring), dat het niet de wet was die werd verdreven, maar de zonde. De straf voor de zonde is voor eeuwig vervuld omdat het offer (Yeshua) eeuwig leeft.

    Ik hoor vaak mensen zeggen dat Yeshua onze hogepriester is en vervolgens breken ze alles af wat met een hogepriester te maken heeft of doet. Ik vind het daarom ook niet vreemd dat Yeshua vermeld aan mensen die zeggen dat ze in Hem geloven en zegt; “Ga weg van Mij , ik ken u niet”
    Is het niet zaak om Hem wel te kennen, waarom Hij onze Hogepriester is en wat dat inhoud?
    Want of Yeshua is onze Hogepriester en functioneert ook zo of Hij is het niet maar dan is Zijn offer ook voor niets!
    Lees uw Bijbel zelf en bidt om wijsheid.

    Groet Raymond

    O en trouwens Azazel staat in de originele Hebreeuwse tekst

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *