Evolutie blijkt geen blind proces te zijn…(natuurlijk!)

De literatuur voor vandaag

Op mijn oorspronkelijke interesseveld, biologische evolutie ( = aanpassing) van soorten zijn de laatste maanden prachtige ontdekkingen gepubliceerd. Zoals de studie van J. Grey Munroe in Nature over een ‘mutation bias’ in hun genetische laboratoriumplant, de Zandraket (Arabidopsis thaliana).

Die studie liet zien dat bepaalde delen van het genoom van de plant, die vitale functies aansturen beter beschermd zijn tegen genetische beschadigingen. De studie knaagt zo aan de fundamenten van het neo-darwinisme waar blind toeval de evolutie stuurt. Leuk!

….Wietse inspecteert de boekenkast en ziet Darwin staan.

Epi (bovenop)genetica, er is meer dan DNA
De zandraket is voor genetici in de plantwetenschappen wat de fruitvlieg is voor genetici in de dierenhoek: een labratje, waarvan het hele genoom bekend is, en dat door zijn relatief kleine omvang geschikt is voor studies in de zogenaamde Epi ( = bovenop, buiten)-genetica. Van die zandraket bestaan uitgebreide databanken van genetische samenstelling van verschillende populaties.

Zo kun je dus ook verschillen in DNA met elkaar vergelijken, en turven hoe vaak een bepaalde verandering op welk stukje genoom is opgetreden. En je kunt ook zien welke delen van het genoom vaker een mutatie hebben gekregen. Dat is ongeveer wat het team van Grey Munroe deed, wanneer ik hun studie zo diagonaal lees.

De auteurs vonden het volgende bij hun zandraket-studie:

Since the first half of the twentieth century, evolutionary theory has been dominated by the idea that mutations occur randomly with respect to their consequences. Here we test this assumption with large surveys of de novo mutations in the plant Arabidopsis thaliana.

In contrast to expectations, we find that mutations occur less often in functionally constrained regions of the genome—mutation frequency is reduced by half inside gene bodies and by two-thirds in essential genes.

De plant kan zich dus tegen genetische schade beschermen.

Herdenkingsplakkaat Darwin’s reis met de Beagle in Plymouth

Ontologische verwarring
Jaja, het was al duidelijk bij iedereen die serieus studie maakte van Darwiniaanse theorie. Er moeten vele andere mechanismen werken dan blinde/natuurlijke selectie om veranderingen teweeg te brengen waarmee een organisme overlevingskansen vergroot. Want dat is toch wat ‘evolutie’ is, niet ‘verandering’ maar ‘aanpassing’.

Verandering om de verandering, daarvoor moet je een vrouw hebben die steeds de huiskamer anders wil inrichten. Voor het gevoel. Zo werkt de rest van de natuur meestal niet.

Een nieuwe eigenschap mag een nieuwe generatie geen nadeel geven, en moet wel een stukje voordeel meebrengen. De zandraket-studie laat dus alvast zien dat planten zich tegen mutaties – genetische schade- kunnen beschermen. Anders krijg je wat biologen wel een ‘hopefull monster’ hebben genoemd. Een misvormd wezen dat alleen door blind geluk een hele stap verder komt.

Erg waarschijnlijk klinken al die vaak vrij dunne verhaaltjes uit het Darwiniaanse kamp niet.

Wat voor voordeel heeft immers een half werkende of maar miniem werkende sonar voor een vleermuis? Hij kan de mot lokaliseren en vangen, of niet. Zo nee, dan is ie dood. Daar gaat je mutatie. Het geloof in wonderen is op de academie dus bijzonder groot te noemen. Of zo’n mirakel nu plaatsvindt in een seconde met de toverstaf van Harry Potter of- het verhaaltje van darwinisten- in ‘miljoenen jaren’.

Batman, geen dwergvleermuis of hoefijzer, ik hou het op een laatvlieger

Chaos maakt geen orde
Een vleermuis leeft niet in miljoenen jaren, maar moet nu, hier, direct overleven. Zo bedrijven biologen de zogenaamde ‘ontologische verwarring’ om iets dat onlogisch klinkt toch wetenschappelijk te doen lijken, ingekleed met veel technisch taalgebruik.

Alsof De Tijd een mystieke kracht is die de materie kan kneden, in plaats van dat tijd een dimensie is.

Bovendien valt juist op in fossiele archieven dat soorten door de tijd heen vrij onveranderlijk kunnen blijven. Denk bijvoorbeeld aan de Cro Magnon-mens, voorouder van de West Europeaan, met haplogroep R1b (die heb ik ook, zo blijkt uit mijn genen-sequencing, behandeld in mijn natuurhistorische boek Liever dood dan Slaaf, hoofdstuk 3). Die Cro Magnon heeft een vlak gezicht (zonder uitstekend smoelwerk) met grote schedelinhoud (anderhalve liter bij de mannetjes) en dat had die oermens 30 duizend jaar terug al.

Zie de pagina van Robert Sepehr (Atlantean Gardens), die er een sport van maakt om op de politiek correcte ‘Out of Africa’-theorie voor Europeanen in te hakken. Wat ik in het eigen boek beschreef, we zijn ‘out of Asia’, afkomstig uit het Zwarte Zee-gebied met Oermoeder Ulrike. Een directe vervanging van Neanderthalers en Kampbewoners door Sub-Sahara-Afrikanen, dat vind je in Nederland pas sinds de PvdA hier werd opgericht in 1946.

Het boek met schutbladen van historisch Frisia, HIER bestellen

Het kan 30 duizend jaar terug heel anders zijn gegaan dan via de gangbare theorie, zo willen we maar even meedelen. Al zijn we daar ook weer niet sektarisch in, wie bewijs van het tegendeel heeft is altijd welkom.

Of neem de experimenten van Richard Lenski met e-coli-bacterieen die ondanks alle mutaties nergens echt verder komen, complexer worden. Natuurlijke selectie kan even goed weer een stap terug zetten, meer ‘degeneratie’ brengen. Dat zou in het licht van natuurkundige wetten (entropie die toeneemt) logisch zijn.

Met chaos en blind toeval maak je geen orde, al ga je miljoenen jaren door.

Aan de andere kant zie je in de natuur juist voorbeelden van zeer snelle aanpassingen. Denk aan muizen die met VOC-schepen terecht kwamen op ge-isoleerde eilandjes. Die gingen zich specialiseren op het vreten van eieren en kuikens van zeevogels en konden vrij monsterlijke proporties gaan aannemen. Roofmuizen! Ze bezetten dan een niche, een ‘nis’ in de beroepen die je als organisme in de natuur in kan nemen.

Alsof je met twee linkerhanden toch een klusbedrijf kan beginnen, omdat op het eiland waar je aankomt enkel gehandicapten wonen. Klandizie verzekerd.

De haven van Plymouth, waaruit Darwin met de Beagle vertrok

Andere wegen naar Rome dan de blinde weg
Zonder direct helemaal het idee van Darwiniaanse evolutie te verwerpen (zonder veranderlijkheid in ‘soorten’ onder omgevingsdruk, kun je weinig kaas maken van alle variatie die in de natuur bestaat), kun je vaststellen dat er vele andere mechanismen moeten werken dan enkel willekeurige DNA-mutaties. Anders zou je snelle aanpassing niet kunnen verklaren, behalve dan op het niveau van een bacterie.

Na het Human Genome Project toen wetenschappers het hele menselijk DNA in kaart brachten, was al duidelijk dat alleen (veranderingen in) DNA niet voor uiterlijke eigenschappen verantwoordelijk hoeven zijn.

Daarom dus Epi (buiten, bovenop)-genetica, alle processen rondom het kale DNA van bijvoorbeeld eiwitten die ook de expressie van genen regelen zodat ze tot eigenschappen uitgroeien. Waaronder dus ook omgevingsfactoren. Een bekend voorbeeld, is het promotie-onderzoek van Elmar Tobi (2013)dat toonde hoe baby’s van mensen uit de hongerwinter van 1944 ruim zestig jaar later een hogere kans op overgewicht houden.

Het Leids Universitair Medisch Centrum schreef:

Uit eerder onderzoek was al bekend dat een aantal gezondheidsproblemen bij hen meer voorkomt, zoals overgewicht, suikerziekte en schizofrenie. Tobi laat zien dat de verklaring gezocht moet worden in specifieke veranderingen in de verpakking van het erfelijk materiaal. Die verpakking bepaalt hoe actief genen kunnen worden.

De honger had op de lichaamscellen en hun DNA ingewerkt. Zo zou kunnen blijken dat DNA dus meer adaptief is, zich aanpassen kan om overleving in een bepaald (honger)milieu te vergroten. Zo kom je al een beetje in de richting van de door Darwinisten verguisde Lamarck, de ‘acquirance of inhereted traits’…

Alsof een giraf die zijn nek uitrekt om bij de bovenste blaadjes te kunnen dat uitrekken kan doorgeven aan haar kalf.

Is ‘De Tijd’ een kracht of dimensie?

De Neo-Darwiniaanse synthese sinds Hugo de Vries (Darwin + Mendel) nam altijd aan dat mutaties aan genen willekeurig, blind plaatsvinden. De Blinde Horlogemaker waarover Richard Dawkins nog schreef. Willekeurig, dus ieder stukje maakt evenveel kans op een defect, waarna een reparatie of het uitblijven daarvan leidt tot een andere eigenschap. (fenotype)

En nu krijg je dus studies te zien als van Grey Munroe, die tonen dat de levende wereld een broertje dood heeft aan blind toeval. Evolutie kan gericht plaatsvinden, niet blind, en op vele niveaus van DNA tot buiten (epi)-genetische mechanismen. Dat zou wel zo logisch zijn, wanneer evolutie niets anders is dan 1 van de vele manieren waarop organismen zich aan veranderende omstandigheden aanpassen.

4 Replies to “Evolutie blijkt geen blind proces te zijn…(natuurlijk!)”

  1. Leuk artikel. Lijkt me ook veel logischer dan alleen dna.
    Dat knaagt meteen aan het probleem van de spuiten die nu tegen nep-covid gegeven worden.
    Zo’n dna manipulatie is een schot in het donker(letterlijk en figuurlijk).

  2. Dit is zeker interessant nieuws!

    De evolutietheorie zoals nu geformuleerd niet zo veel verklarend is als we vaak moeten geloven kwam me pas een paar jaar terug ter gehore. Ik kwam via (atheïst) en wiskundige David Berlinsky bij wat video’s van het Discovery Institute over de ‘Intelligent Design’ hypothese. Toen kwam ik er achter dat die hypothese wel iets meer is als creationisme in een nieuw jasje. Het is toch echt gebaseerd op wat gezien wordt in de werkelijke wereld, experimenten en berekeningen. Tot dan toe had ik wel een paar weerleggingen van ‘Intelligent Design’ gezien door Richard Dawkins en Neil DeGrasse Tyson. Maar dat bleek bij nader inzien toch vooral het weerleggen van misrepresentaties van ‘Intelligent Design’.

  3. Volgens Peter Borger (retraction paper PCR-test) stammen mensen niet van apen af. In zijn boek weerlegt hij de evolutietheorie van Darwin. Zo hebben apen 2×24 chromosomen en mensen 2×23 chromosomen en is er geen versmelting in de DNA string van de mens gevonden.

  4. Het boek “De biologie van de overtuiging (hoe je gedachten je leven bepalen)” van Dr. Bruce H. Lipton sluit hier naadloos bij aan.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *