Voor een kijkje in het reislustige verleden van de Neder-Vikingen (vikingar = piraterij) van de eerste echte multinational, de VOC, bezochten we het Abel Tasman- museum. Dat ligt verborgen in een soort sportkantine-achtig gebouw in zijn (waarschijnlijke) geboorteplaats Lutjegast in Oosterlauwers Friesland. (De entiteit ‘Groningen’ erkennen we hier niet)
Vanuit Amsterdam zou Tasman in 1642 op expeditie gaan met de schepen Heemskerk en Zeehaen om het grotendeels nog onbekende Zuiderland (Australis) in kaart te brengen. Er blijken meer mensen uit Australie en Nieuw Zeeland bekend met Lutjegast haar museum dan veel Nederlanders. Ten onrechte.
De Dodo
De eerste ontdekkingsreiziger die Australie in kaart bracht was Willem Janszoon in 1606. Die zeilde daarheen in een schip van 17 meter kiellengte en 110 ton waterverplaatsing, de Duyfken. Daarvan is dit millennium een replica gemaakt. Je kunt die reis door de woeste zuidzee in zo’n houten-touwtjeschip vergelijken met een ruimtereis nu. Wat moet je dan kloten hebben.
De zuidelijke zee onder Kaap de Goede Hoop is levensgevaarlijk, stormachtig. En daar vaar je dan het Grote Onbekende in, Mare Incognita dat even goed je dood kan worden. Janszoon vond de mogelijke doorgang tussen Nieuw Guinea en Australie niet.
Tasman moest die klus klaren in 1642 voor zijn opdrachtgever van de VOC, Van Diemen. Er zijn twee vermeldingen van zijn geboorteplaats Lutjegast gevonden, waaronder in zijn trouwakte met tweede vrouw. Net als Grootegast is de Gaast in de naam van Lutjegaast de benaming voor een zandrug in het veen, net als Gaasterland bij ons.
Die arme grond bood weinig economisch perspectief, zodat veel Oosterlauwers Friezen het Westerkwartier toen al verruilden voor de Randstad. Zo duikt Tasman dus op in Amsterdam als later ontdekkingsreiziger van naam. Dat is dus geen nutteloze info. We bedrijven hier natuurlijke historie, zonder de natuur ter plaatse te kennen en beschrijven mis je een belangrijk deel van het waarom in de historie.
De Heemskerk was een stevig bewapend schip, net als de Zeehaan, en kreeg de opdracht mee om handelscontacten te leggen, waar mogelijk. Ze maakten op het eilandje Mauritius een tussenstop, om hun schepen op te lappen. Dat is het eilandje waar de Dodo leefde, een loopvogel en het icoon voor alle uitgestorven dieren door toedoen van mensen.
Volgens Nel Gobel, secretaris van het museum -die ons met aanstekelijk enthousiasme rondleidde- waren ze met Hollandse zuinigheid op pad gestuurd. Zodat ze hier een tussenstop moesten maken voor scheepsreparaties. Vervolgens gingen ze volgens opdracht langs de vijftigste breedtegraad varen tot ze het Zuiderland (Australis) zouden vinden.
Zo stuitte Tasman dus op Tasmanie, dat hij Van Diemensland noemde. Hij ging dat eiland niet verkennen. Zijn verkenners hoorden duivelse kreten, die hen afschrikten. Die konden dus afkomstig zijn van de Tasmanian Devil. Dat is het roof-buideldier waarvan het museum een knuffel bezit.
Er woonden wel mensen, Tasmaanse aboriginals, maar die lieten zich niet zien.
Aboriginals op Tasmanie
Die aboriginals zijn hier 40 duizend jaar terug al via een toen nog bestaande landbrug tussen Australie en Tasmanie gekomen. Die landbrug verdween, toen aan het eind van de laatste ijstijd de zeespiegel met ongeveer 100 meter steeg. Die zeespiegelstijging is ook de reden waarom je zoiets als de Javaanse tijger had op Java. Omdat er in de ijstijd nog een landbrug tussen Indonesie en het Aziatisch continent bestond kwam die daar terecht.
Terwijl die tijger niet doordrong tot Papoea Nieuw Guinea, omdat de zeestraat tussen die eilanden en Indonesie veel dieper is. Ook met een 100 meter lagere zeespiegel was er dus geen landbrug. En dus kun je dat verschil ook zien aan de gezichtsstructuur van de mensen.
De Papoea’s lijken weer meer op de Aboriginals van Australie, levend als jager-verzamelaar-volkeren. Terwijl de Indonesiers met hun Aziatische invloeden al duizenden jaren een agrarische en stedelijke samenleving vormden. Het ontbreken van een landbrug tussen Indonesie en Australie (Tasman probeerde die te vinden), maakte ook dat in Australie buideldieren de dienst uitmaken, (en op Tasmanie) zoals de Kangaroe.
Omdat zoogdieren als de tijger daar niet konden komen, en de buideldieren weg zouden concurreren. Lees daartoe vooral ook het werk van Alfred Russell Wallace, de bedenker van de term ecoregio’s en de mede-bedenker van de theorie van evolutie via natuurlijke selectie.
Tasman vaarde door naar wat later Nieuw Zeeland ging heten, en waar nog steeds een Abel Tasman National Park naar hem is genoemd. Daar woonden toen al Maori’s, die van een geheel andere bevolkingsgroep afstammen, de Polynesiers die ook Hawaii bevolken en Paaseiland. Maori’s zijn etnisch dus van een heel andere stam en gezichtstructuur, dan de aboriginals die meer gemeen hebben met Homo erectus-achtige Papoea’s.
Het zijn zeevarende volken met een sterke militaire cultuur, die rond de dertiende eeuw Nieuw Zeeland koloniseerden. Met die kolonisatie stierf toen wel 40 procent van alle toen inheemse vogels uit, waaronder een enorme loopvogel en zijn predator, de Haast arend.
Vogels namen daar alle zogeheten ‘niches’ in, de biologische leefruimte. Bij afwezigheid van zoogdieren – die immers nooit op dat grote eiland konden komen- ontwikkelden zich zo ook allerlei vleugelloze loopvogels. Daarvan is de Kiwi het meest bekend.
Moordenaarsbaai
Toen de Heemskerk en Zeehaen verschenen in de noordpunt van het Zuidereiland, op 19 december 1642, bliezen de Maori’s op hun schelpen. De bemanning vatte dat op als een welkom, en had geleerd van hun opdrachtgever het gedrag te spiegelen.
Ze bliezen terug op een trompet. De Maori’s vatten dat op als oorlogsverklaring, en vaarden uit met tientallen kano’s om de Neder-Vikingen met hun schepen te verdrijven.
De Nederlanders die in een sloep vaarden, omdat ze meenden aan land te mogen werden aangevallen door de Maori’s met een soort cricketbats. Daarbij werden er vier doodgemept, een vijfde raakte zwaar gewond. De Zeehaan en Heemskerk kozen vervolgens het hazenpad. Tasman zou de baai tot ‘Moordenaarsbaai’ dopen, en de Maori’s zouden deze verjaging vieren als militaire overwinning, die zij in hun mondelinge overlevering nog een eeuw later doorvertelden.
De Maori’s hadden kortom een krijgerscultuur waarmee niet te rotzooien viel.
In Batavia aangekomen (nu Jakarta), kreeg Tasman te horen dat zijn expeditie een mislukking was, aldus Nel Gobel. Ze hadden immers geen lucratieve handelsposten ontdekt. Wel heeft Tasman dus zowel Tasmanie als Nieuw Zeeland ontdekt.
En daar heeft de VOC uiteindelijk ook weinig aan gehad. Een eeuw later kwamen de Britten langs, zoals James Cook, die al onze ontdekkingen van ons afpakten. Die namen toen de regie op de wereldzeeen over als sterkste koloniale macht. Nieuw Amsterdam hadden ze toen ook al geruild voor Suriname, zodat dit nu New York heet, en wij in ruil Sylvana en Bouterse kregen.
Een schrale troost is nu, dat je in het Abel Tasman Museum de durf en exploratiedrang van de Neder-Vikingen van de VOC tot leven gewekt ziet. Er schijnt nu een Australisch- Nederlandse architect te zijn, Feiko Bouman die het wat schrale schoolgebouw wat al te mager vond voor zo’n glorierijke ontdekkingstocht.
Nieuw Zeelanders en Australiers die naar Nederland komen, doen nu vaker Lutjegast aan dan de meeste Nederlanders. U lezer, had waarschijnlijk nooit van Lutjegast gehoord.
Op RTV Noord werd Bouman’s plan op 7 november zo omschreven
Met een nieuw museum hoopt Bouman dat de betekenis van het Abel Tasmanmuseum wordt onderstreept en op een hoger plan wordt gebracht. Het moet volgens hem een verhaal worden over verkenning, technisch vernuft en handelsinstinct met blijvende impact. En over de ontstaansgeschiedenis en ontwikkeling van drie landen in het bijzonder: Australië, Nieuw-Zeeland en Nederland.
Verzoeningsgeschenk van de Maori’s
Hear hear, wij wisten ook niet dat er zulke belangwekkende attributen lagen, zoals een communicatiesteen van Jade door de Maori-Nieuw Zeelanders geschonken. Daarvan geloofden de Maori’s dat die de kracht van de geesten van hun voorouders bezat, Pounamu Taonga (schat) genaamd. Die steen werd in 2018 speciaal door een delegatie van een Maori-stam naar de Burgermeester van Grootegast gebracht, in 2018.
Als verzoeningsgeschenk van Maori-krijgers, nadat de Neder-Vikingen en Maori’s dus door miscommunicatie slaags waren geraakt. Maori’s hebben dus nog zoiets als een trots en ze lieten niet met zich sollen.
Volken die wat onder een boom vegeteren en de hand ophouden voor een uitkering/herstelbetalingen schrijven geen geschiedenis. Of de hele dag gluren naar tiktok op je mobieltje, een beetje selfies rondsturen en andere ‘zie mij eens niemand zijn en niks-doen maar je moet me leuk vinden’-filmpjes.
Maori’s maken indruk, ook zonder eigen schrift. Die zeevarende Polynesiers lijken wel een soort Indo-Vikingen. Die oorlogsdans van ze is ook te gek, en hun kunst van houtbewerking.
Je vindt in Lutjegast (…) ook replica’s van de schelptrompetten waarop Maori’s blazen voor ze ten oorlog gaan. En een gift van die Nieuw Zeelanders aan het Nederlandse Koningshuis, in Maori-kunst vormgegeven waarin het verhaal van Moordenaarsbaai is uitgebeeld.
En dat in … Lutjegast, in een zijvleugel opgepropt van dorpshuis Het Kompas. Dat verdient meer aandacht en een betere ruimte, zo vond Aussie-Grunneger Feiko Bouman. En daar kun je het als Trotse Fries, geimponeerd door ons prachtige koloniale verleden enkel mee eens zijn. Wat was Abel Tasman een man met kloten, voorbeeld voor de jeugd van nu.
- Ik wil weer veel meer van dit soort natuurhistorische reportages maken, om de balans te bewaken met het kritisch-maatschappelijke werk. Vond je deze reportage leuk, overweeg dan een donatie voor de boeken, bier en benzine die deze verhalen mogelijk maken. Dat kan via stichting Milieu, Wetenschap en Beleid IBAN NL04INGB0005526038 ovv ‘Rypke op Reis’…
- Een goed idee voor de feestdagen: bestel mijn Meisterwerk ‘Liever dood dan Slaaf, een Pelgrimstocht door de Friese Natuur op Zoek naar Vrijheid’ over de natuurlijke historie van groot-Friesland van de oertijd tot de abdijentijd. Toen provincie Groningen nog niet bestond, en gewoon Oosterlauwers Friesland heette. Net als de Maori’s geldt bij ons als overwonnen volk ‘Once Were Warriors’.
Leuk dat je in Lutjegast was, ik zag je bericht op Facebook, mooi verslag! Ik ben zelf een tijdje bestuurslid geweest van het Abel Tasman Museum. Daarnaast heb ik als architect een Masterplan gemaakt voor Lutjegast (ja, ja, voor zo’n lutje dorp) en heb de markering van Tasman’s geboortegrond ontworpen https://www.karla-ubels.com/geboortegrond-abel-tasman (ben je daar nog geweest?) Daarnaast ben ik gaan schrijven aan een historische roman over Abel Tasman, speciaal hiervoor had ik in 2019 een sabbatical. In 2020 zou ik het afschrijven en toen kwam de C-onzin waardoor ik mijn aandacht bij wat anders had. Ik pak het wel weer op. Ik heb wel een website waar ik veel heb gedeeld over mijn sabbatical en mijn studie naar de VOC en de gouden eeuw https://www.karlaubels.com/abel-tasman-journaal
Ik zal de link naar je verslag doorsturen naar Nel en de anderen, ze zullen je bericht zeer waarderen!
Ik lees momenteel je boek Liever dood dan slaaf. Ik geniet, als Groningse met Friese roots.
Goeie tip Rypke ik zal er eens met de jeugd langs wippen op doorreis naar schoonouders in Grypskerk. of wellicht eens samen met hen ik wil idd nog graag zo’n prachtig boek bij je bestellen als geschenk en waardering voor je werk.
Goed bezig ga zo door Leuk ook de uitbreiding met bijbelstudie 😉
Tot kijk, in Frysk en Frye Groetnis.
J. A’