“..en zij sloegen heel de stad Jericho met de ban”…(Jozua 6)

…Jericho, een teringzooi…

Op de zondag geen profane boodschappen. Dan lezen we uit De Heilige Schrift, Het Boek waarop eeuwenlang de Westerse cultuur was gebaseerd, en waardoor Israël 75 jaar terug werd gesticht. Vorige week begonnen we onze voettocht door de Bijbel in Jozua, de opvolger van Mozes die ‘Het Beloofde Land’ in bezit neemt.

Vandaag bespreken we de eerste van drie militaire wonderverhalen, waarin de Israëlieten drie steden tot as reduceren en de gehele bevolking uitmoorden tot baby’s aan toe, Jericho, Ai en Gibeon. Dat is hun heilige geschiedenis in de Torah.

Alles moet dood en in de brand, omdat de gehele oorlogsbuit is opgedragen aan hun godheid, JHWH. Dat heet ‘met de ban gewijd’, de oorlogsbuit is dan een dankoffer voor je Godheid. Wie dat bevel niet nauwgezet uitvoert wordt zelf met ‘de ban’ geslagen en met zijn hele familie vermoord en verbrand.

Checkpoint Jericho en de Davidster-vlag, de zespuntige ster tussen de blauwe lijnen die staan voor alle (beloofde) gebied tussen Eufraat en Nijl

Wat zult U dan voor Uw grote naam
Als kindjes op de protestantse basisschool werd al verteld over de verovering van Jericho door Israël. Het volk trekt zeven maal rond de stadsmuren, en wanneer de priesters dan op ramshoorns blazen op de zevende dag, storten de muren ineen en vervolgens veroveren de Hebreeërs (letterlijk vertaald naar het Hebreeuws werkwoord ‘overschrijden’, transgressie) de stad, om iedereen uit te roeien. Behalve de hoer Rachab, die gespaard blijft omdat ze de verspieders van Jozua als onderduikers verborg.

Wij zongen evangelische liedjes, waarin de militaire wonderdaad werd verheerlijkt tot de eer en glorie van God:

‘Jerichoooo, Jerichoo, is een sterke stáád dat zié je zooooo.’

Een overzichtelijke wereld was dat, met een duidelijk ‘goed’ en een duidelijk ‘kwaad’ onderverdeeld in etnische groepen.  Met duidelijke good guys (Israël) met de enige echte God, en bad guys (gojim, ‘anderen’, Filistijnen, Palestijnen) die net als bij ‘Inglorious Bastards’ allemaal dood mogen en moeten, omdat Gott Mit Uns bij de Israëlieten op de koppelriem stond, en de wederpartij de verkeerde goden aanhing of van het verkeerde ras was.

Vandaag lezen we het verhaal zoals dat in de Bijbel zelf staat. In Jozua 5 lazen we al dat de doodsengel van De HEERE als legerleider voor Jozua verscheen, om het godsoordeel te voltrekken. Jozua zal de volken ‘in zijn macht’ krijgen, als bewijs voor de vernietigende kracht van de HEERE. Die vestigt in Jozua via militaire overmacht zijn naam onder andere volkeren.

Met dat reputatie-argument wist Mozes in Exodus al eerder JHWH tot gehele vernietiging van zijn eigen volk af te wenden, dat Zijn reputatie bij ‘de anderen’ schade zou lijden, wanneer heel zijn volk in de woestijn zou sterven: wat zullen de anderen denken. In Jozua 7:8-9 is dat argument ook doorslaggevend, in de communicatie tussen Jozua en JHWH:

O Heere, wat zal ik zeggen, nu Israël voor zijn vijanden heeft moeten vluchten?Als de Kanaänieten en alle inwoners van het land dit zullen horen, zullen zij ons omsingelen en onze naam van de aarde uitroeien. Wat zult U dan voor Uw grote Naam doen?

Oftewel, de daden van JHWH worden gemanifesteerd in bijbelboek Jozua via het (militair) succes van Zijn Volk op het slagveld.

Palestijns natuurreservaat Jericho met gojim-jongetjes

…in uw hand gegeven…
Nu in Jozua 6 vindt het overbekende militaire wonder plaats, met het zevenmaal rondtrekken en het ineenstorten van de stadsmuren. Dit is het goddelijk bevel en voorzegging, zo zal het militaire wonder plaatsvinden:

Jericho was volkomen gesloten vanwege de Israëlieten: er ging niemand uit en er ging niemand in. Toen zei de HEERE tegen Jozua: Zie, Ik heb Jericho met zijn koning en zijn strijdbare helden in uw hand gegeven.

U, alle strijdbare mannen, moet rondom de stad gaan, de stad één keer rondtrekken. Zo moet u zes dagen doen. Zeven priesters moeten voor de ark uit zeven ramsbazuinen dragen. En u moet op de zevende dag zeven keer rondom de stad gaan, en de priesters moeten op de bazuinen blazen.

En het zal gebeuren, als men de langgerekte toon op de ramshoorn blaast, als u het bazuingeschal hoort, dat heel het volk een luid gejuich zal aanheffen. Dan zal de stadsmuur instorten en het volk moet eroverheen klimmen, ieder recht voor zich

Het veiligheidshek rond Palestijnse gebieden bij Mevasseret Zion, dat het gojim/gajes buiten houdt

‘Pas op voor wat met de ban gewijd is’
Het belangrijkste detail in het verhaal werd ons op de lagere school bespaard: Het ‘met de ban’ slaan, dus dat alles dood en stuk moet. Er valt te lezen dat hun oorlogsbuit ‘met de ban gewijd is’ aan de HEERE. (Jozua 6:18) De god van de Israëlieten dorst naar het bloed van de inwoners en naar hun bezittingen als offer:

Maar de stad moet met de ban aan de HEERE gewijd zijn, de stad zelf en alles wat erin is. Alleen Rachab, de hoer, zal in leven blijven, zij en allen die bij haar in huis zijn, omdat zij de boden die wij uitgestuurd hadden, verborgen heeft.

Past ú echter op voor wat met de ban gewijd is. Anders slaat u zichzelf met de ban, als u neemt van wat met de ban gewijd is; en dan maakt u van het leger van Israël een met de ban geslagen leger en stort u het in het ongeluk. Maar al het zilver en goud en de koperen en ijzeren voorwerpen moeten heilig zijn voor de HEERE; ze moeten bij de schat van de HEERE komen.

Wie dus ook maar iets voor zichzelf houdt, of iemand in leven laat, die brengt het ongeluk over zichzelf en zijn gemeenschap. Dat motief zien we later bij Saul terug, wanneer die alle Amalekieten niet uitroeit maar iets voor zichzelf houdt. Dan verliest hij het koningschap aan David, terwijl een ‘boze geest des heren’ Saul tot depressieveling maakt.

…het zijn net mensen, die Palestijnen

‘..van het kind tot de oude’…
Met de ban slaan betekent dat ze alles afmaken, tot de zuigeling aan toe. JHWH had ’t niet zo met de Conventie van Geneve, wanneer het niet zijn eigen Ubermenschen aangaat (Jozua 6:21):

En zij sloegen alles wat in de stad was, met de ban, met de scherpte van het zwaard, van de man tot de vrouw toe, van het kind tot de oude, en tot het rund, het schaap en de ezel toe.

En in Jozua 6:24

De stad verbrandden zij met vuur, met alles wat daarin was. Alleen het zilver en het goud en de koperen en ijzeren voorwerpen legden zij bij de schat van het huis van de HEERE.

We lezen in Jozua 6:26 ook een verklaring, waarom tot de dag van vandaag Jericho geen stad in Israëlische handen is, maar ‘bestuurd’ door de Palestijnse Autoriteit. Althans, zo kun je dat verklaren wanneer er een volk is dat deze geschriften serieus neemt als eigen heilige geschiedenis:

In die tijd liet Jozua het volk zweren: Vervloekt is die man voor het aangezicht van de HEERE die opstaat om deze stad Jericho te herbouwen. Laat hij haar fundering leggen op zijn eerstgeboren zoon en haar poorten oprichten op zijn jongste zoon! Zo was de HEERE met Jozua, en zijn roem ging door heel het land.

En inderdaad, Jericho is vandaag de dag- althans bij mijn bezoek in 2007- een chaotische puinhoop, nauwelijks herkenbaar als echte stad, met overal een troep langs de weg.

Natuur als brandhout voor de grill

Purificatie door eliminatie
In het opvolgende hoofdstuk, zie je hoe belangrijk het was voor de Israëlieten en hun godheid JHWH dat al hun vijanden en nageslacht uitgemoord werden, ‘met de ban gewijd’ als oorlogsoffer aan hun godheid. In de Torah- belevingswereld is de wereld immers verdeeld in ‘God’s uitverkoren volk’ en ‘gojim’ (anderen), mensen waarmee je niet mag mengen omdat je dan ontheiligd raakt, vervuild.

Daarom is de figuur Pinehas (Numeri 25, kleinzoon van Aäron, behorend tot de Levieten) ook een voorbeeldfiguur in hun religie. Omdat deze een spies pakte en een Israëlitische man met zijn gojim-vrouw doorstak, wat als ‘ijver voor de HEERE’ werd omschreven. Een massasterfte onder de Israëlieten door ‘de plaag’ wordt door deze etnische purificatie via eliminatie tot stilstand gebracht:

Toen Pinehas, de zoon van Eleazar, de zoon van de priester Aäron, dat zag, stond hij op uit het midden van de gemeenschap, nam een speer in zijn hand, ging achter de Israëlitische man aan het slaapvertrek in, en doorstak hen beiden, zowel de Israëlitische man als de vrouw, door hun buik.

Toen werd de plaag over de Israëlieten tot stilstand gebracht.

Al even machtige Bijbel, Michaelskerk Wieringen

Zo ontdeed hij de ‘legerplaats van de HEERE’ van etnische onreinheid. Op gelijke wijze moet iemand die ‘de ban’ niet volledig uitvoert ook met heel zijn familie uitgemoord worden en verbrand. Zodat de ‘brandende toorn van de HEERE’ afgewend wordt.

In Jozua 7 lezen we dat er een zondaar is betrapt, die het godsoordeel niet volledig uitvoerde. Hij hield wat oorlogsbuit voor zichzelf, omdat hij het zonde vond weg te geven, te vernielen of in de fik te steken. Daardoor lijden de Israëlieten meteen een nederlaag, ze slagen er niet in het gehele volk van de stad Ai uit te moorden maar krijgen zelf klop:

Maar de Israëlieten pleegden trouwbreuk met wat door de ban gewijd was, want Achan, de zoon van Charmi, de zoon van Zabdi, de zoon van Zerah, uit de stam Juda, nam van wat door de ban gewijd was. Toen ontbrandde de toorn van de HEERE tegen de Israëlieten.

De Israelieten denken Ai even gemakkelijk in te nemen met een paar duizend man. Maar in plaats daarvan worden ze verjaagd, ze verliezen ‘ongeveer zesendertig man’, waarop het volk Israël zelf angstig wordt:

Toen smolt het hart van het volk van angst en het werd als water.

Riftvallei met zicht op Dode Zee waarop de Jordaan uitmondt, voor zover alle water uit de Jordaan nog niet is gewonnen voor de Landbouw

‘Waarom hebt u ons in het ongeluk gestort’
De boodschap is helder: Militair succes komt alleen van Boven, en zonder de HEERE als legeraanvoerder is het uitverkoren Volk maar een bang en ontrouw soepzootje. Jozua ‘scheurt zijn kleren’ vervolgens, gaat in rouw met de oudsten en ze bedekken zich met stof. Dan horen zij hun godheid JHWH letterlijk spreken:

Toen zei de HEERE tegen Jozua: Sta op, waarom ligt u zo met het gezicht ter aarde? Israël heeft gezondigd. Ook hebben zij Mijn verbond, dat Ik hun geboden had, overtreden. Bovendien hebben zij genomen van wat met de ban gewijd was, en ook gestolen, en ook gelogen, en zij hebben het ook bij hun huisraad gelegd.

Dus, wie niet conform bevel alle vijanden uitmoordt en oorlogsbuit voor zichzelf houdt, die pleegt diefstal in de ogen van JHWH. Die moet dus ook als dief opgespoord worden en gestenigd worden, en met vuur verbrand, dus zelf als vervangend offer opgedragen aan JWHW. Die taak neemt Jozua vervolgens op zich.

God/Het Lot wijst na een lange selectieprocedure per stam Achan als schuldige aan, die bekent dat hij een ‘Babylonische mantel en een goudstaaf’ voor zichzelf meenam. Vervolgens wordt hij met heel zijn familie en bezit gedood en vernietigd, als godsoordeel:

Toen nam Jozua, en heel Israël met hem, Achan, de zoon van Zerah, en het zilver, de kostbare mantel, de goudstaaf, zijn zonen, zijn dochters, zijn runderen, zijn ezels, zijn kleinvee, zijn tent, en alles wat van hem was, en zij voerden die naar het Dal van Achor.

Jozua zei: Waarom hebt u ons in het ongeluk gestort? De HEERE zal u in het ongeluk storten op deze dag. En heel Israël stenigde hem met stenen, en zij verbrandden hen met vuur. En zij wierpen stenen over hen, en richtten een grote steenhoop boven hem op, die er is tot op deze dag.

Toen liet de HEERE Zijn brandende toorn varen. Daarom gaf men die plaats de naam Dal van Achor, tot op deze dag.

Negev Woestijn Jordanie

Deur van Hoop
Het Achordal bij Jericho is nog steeds te bezoeken als bijbelse plaats. Er wordt ook nog eens door de profeet Hosea (‘redding’ met als Jozua) naar verwezen, wanneer de profeet in JHWH’s tweede persoon spreekt (Hosea 2:12-16), hoe deze Zijn Volk terug wil leiden naar Zichzelf als enige Ware: Als een soort afgewezen minnaar die zijn vreemdgaande vrouw wil heroveren, door symbolisch haar naar die historische strafplaats van ontrouw te leiden, Achor, nu als ‘deur van Hoop’:

Daarom, zie, Ikzelf ga haar lokken, haar de woestijn in leiden,
en naar haar hart spreken.

Ik zal haar daarvandaan haar wijngaarden geven, en het Dal van Achor tot een deur van hoop.
Daar zal zij zingen als in de dagen van haar jeugd, als op de dag dat zij wegtrok uit het land Egypte.

Op die dag zal het gebeuren, spreekt de HEERE, dat u Mij zult noemen: mijn Man, en Mij niet meer zult noemen: mijn Baäl!

Misschien nog een leuk weetje: Hebreeër, Hebreeuws, het betekent zoiets als ‘overschrijdend’, zoals de wonderlijke overschrijding van de Jordaan en de Rode zee. Maar wat dachten jullie van ‘moreel overschrijdend’? Voor Zijn Volk, daar heeft JHWH alles voor over, de hele wereld zou hij er voor vermoorden, bij wijze van spreken. Als een man die geen andere vrouw wil, of krijgen kan en die haar heimelijk terugwil, ook al doet ze steeds wat kwaad is in Zijn ogen.

Arme JHWH toch, Hij is immers afhankelijk van 1 volk dat zijn wonder/gruweldaden hervertelt en optekent. Want anders had niemand ooit van Hem gehoord…Zoals de Psalmist ook stelde: ‘Wie zal uw Naam loven in het graf?’ Heb een goede zondag.

2 Replies to ““..en zij sloegen heel de stad Jericho met de ban”…(Jozua 6)”

  1. Vreemd om te lezen dat de HEERE een speciale aandacht heeft voor edelmetalen. De Almachtige en Alwetende, wil perse niet dat de strijders bezittingen van hun slachtoffers afnemen. Het goud en zilver moet “heilig zijn voor de HEERE; ze moeten bij de schat van de HEERE komen” waarbij diens crediteuren worden geëlimineerd. Dat maakt eigendomsrecht daarom zo ontzettend gevaarlijk.

    Anderzijds wordt Rachab, de hoer, beloond voor verraad, want als zij het voor niets deed, dan hoefde haar professie niet expliciet te worden benoemd. Zij moet dus betaald zijn door iemand van dat leger van Israël. Een hoer heeft ten minste nog haar beroepseer om geld te vragen voor haar diensten. Het siert de HEERE om haar tijd te gunnen om het uit te kunnen geven in een andere stad, nadat Jericho met de grond gelijk is gemaakt. Elke stad is te vernietigen, maar de wegen er vanaf en naartoe blijven altijd bestaan, net zoals de sporen van elke misdaad.

    Op deze handelswijze is het leger van Israël nog erger dan de huurlingen van de Wagner-groep. Die hebben tenminste nog hun eigenbelang van vrijheidsverkrijging als ze de strijd overleven.
    Dat maakt de Israëlieten nog meer slaaf dan het gojim-gajes, waar ze zo op neer kijken.

    Een complete stad met inwoners verpulveren, maar de edelmetalen moeten naar de schat van het huis van de HEERE.
    Dat zien we ook terug in het Vaticaan of andere concurrerende religies.
    Raar dat de HEERE om de een of andere reden niet met geld om kan gaan en steeds maar meer wil.

    Men kan zich afvragen hoe God’s wetten tot stand zijn gekomen:
    Niet doden.
    Niet stelen.
    Niet dwingen.
    Niet liegen.

    Een beetje van; alle geheelonthouders die zeggen dat alcohol slecht is, maar alleen de alcoholisten weten waarom.
    In de Hemel is geen bier… Waarom dan wel goud in Zijn huis?
    De mens moet geld beheren in plaats van bezitten. Net zoals bier moet stromen. Men noemt het niet voor niets ‘liquide’ middelen.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *