De lobby voor rewilding (Wageningen UR, Ark Rewilding Nederland) heeft haar zinnen nu gezet op de landbouwgronden die worden opgekocht uit naam van de ‘stikstofcrisis’…In Natura 2000 gebieden is ‘verwilderen’ en loslaten van beheer juist illegaal.
De reden daarvoor is dat je in Natura 2000 allerlei nauw omschreven natuurdoeltypes moet herstellen, een soort opgelegde natuurproductiedoelen, zo schrijven Irene Bouwma (Wageningen UR) en Theo van der Sluis (Wageningen UR) in ‘Rewilding in Nederland, essays over een offensieve natuurstrategie’ (KNNV 2022).
Daarom staan nu vooral landbouwgronden rond de Veluwe op het menu van wildernisliefhebbers.
Wildernis is slecht voor natuurdoelen
Wanneer je natuur verwildert is de kans juist groot dat die doelen nooit gehaald worden of dat je zelf achteruitgang veroorzaakt. Dat schrijven Irene Bouwma en Theo van der Sluis op bladzijde 127 van de essaybundel ‘Rewilding in Nederland, essays over een offensieve natuurstrategie’. De meeste Natura 2000-beleidsplannen zijn geschreven vanuit de klassieke ’tuinier’-visie waarin je een gebied beheert op instandhoudingsdoelen.
Het beheer voor die doelen is vaak gebaseerd op het imiteren van vroegere extensieve landbouw:
Veel Natura 2000-gebieden zijn aangewezen voor soorten en typen die sterk afhankelijk zijn van extensief(agrarisch)gebruik .
Dit geldt bijvoorbeeld voor heide- en grasland habitattypen, en soorten als de kemphaan, kwartelkoning, nachtzwaluw en donker pimpernelblauwtje .Het loslaten van het beheer zal in deze gebieden in de meeste gevallen resulteren in een afname van deze soorten en habitattypen, omdat het vereiste leefgebied zonder beheer verdwijnt of verruigt.
Daarom schrijven Irene Bouwma en Theo van der Sluis vanuit bestuurskundig oogpunt (blz 131)
In feite is verwilderen mogelijk in gebieden zonder bestaande Natura 2000-aanwijzing. De kansen voor verwilderen liggen, gezien de schaal van processen, vaak bij het omvormen van grote gebieden (landbouw, productie-bos) naar meer natuurlijk gebied. Waar zou dat kunnen, waar liggen kansen? Wij zien grote kansen voor wildernisnatuur:
a) daar waar de stikstofuitstoot drastisch gereduceerd moet worden, grenzend aan bestaande Natura 2000-gebieden, of
b) waar sprake is van gedegradeerde gronden, en
c) de laagveengebieden waar het te nat gaat worden voor de landbouw en waar de CO2-emissie gereduceerd moet worden.
Bij a), bijvoorbeeld gebieden grenzend aan de Veluwe of delen van de zand- gronden van Brabant grenzend aan Natura 2000, leidt de uitkoop of verplaat- sing van boeren nabij kwetsbare Natura 2000-gebieden tot een directe verbe- tering voor beschermde gebieden, en deze gronden kunnen, mits op grotere schaal uitgevoerd, grotere wildernisgebieden vormen.
Kortom: Rewilding/natuurontwikkeling mag eigenlijk niet ín veel Nederlandse Natura 2000 gebieden.
Denk bijvoorbeeld aan grote grazers die in de Oostvaardersplassen de boel kaal vraten zodat de broedvogelstand instortte. Daarover schreef ondergetekende in 2008 nog in biologenkrant Bionieuws ‘Vertrapt door de Natuurlijkheid’… Maar wanneer je met de 30 miljard euro publieke gelden boeren wegkoopt uit naam van ‘stikstof’, dan is er plots een lap grond beschikbaar rond de Veluwe.
Daarop heeft Ark Rewilding Nederland haar zinnen gezet, omdat de Veluwe met haar bijna 90 duizend hectare 1 samen met de Waddenzee het grootste natuurgebied is.
Ondertussen in natuurland: verschraling doet insecten achteruitgaan
Juist verschralingsbeheer gericht op het terugdringen van voedingsstoffen (nutriënten) kan de biomassa aan insecten drastisch verminderen. Die boeren-biologische constatering wordt nu ook bevestigd door waarnemingen van derden. Het bleek al in het Bargerveen in Drenthe, waar posterdier de Grauwe Klauwier (een miniroofvogeltje, dat zijn prooi spietst aan een doorntak) juist last kreeg van miljoenen euro’s investeringen in verschraling en vernatting, zo liet ik zien in een bespreking van een studie uit De Levende Natuur.
Ze verdwenen juist uit de delen die voor ‘hoogveenvorming’ onder water waren gezet.
Maar waar zoeken die prachtige vogeltjes nu hun voedsel? Op de voormalige landbouwgronden rondom het Bargerveen, want die zijn voedselrijker. Dus komen daar meer insecten voor dan in die met LIFE+miljoenen ‘herstelde’ topnatuur…Je kunt dat lezen in onverdachte bron, namelijk in het essay van Liesbeth Bakker in het bij KNNV Uitgeverij verschenen ‘Rewilding in Nederland, essays over een offensieve natuurstrategie.'(2022, onder redactie van Koen Arts, Liesbeth Bakker en Arjen Buijs)
Oude en nieuwe natuur kunnen elkaar hierin versterken. Rewilding van voormalige landbouwgronden wordt regelmatig toegepast als bufferzone rondom natuurgebieden, waarbij deze elkaar aanzienlijk versterken. Doordat deze voormalige landbouwgronden vaak voedselrijker zijn dan de natuurgebieden waar ze naast liggen, maken vogels graag gebruik van deze combinatie van gebieden.
Dit is het geval bij het Bargerveen, waar door hoogveen herstel het systeem steeds armer werd aan voedingstoffen, wat goed was voor het hoogveen, maar niet voor de insec- ten die grauwe klauwieren graag eten. Dankzij een bufferzone op voormalige landbouwgrond in de nabijheid van de hoogveenkern, konden de grauwe klauwieren daar hun voedsel halen, en broeden in de hoogveenkern.
Ook de moerasnatuur op voormalige landbouwgrond in de bufferzones rond de laagveengebieden Nieuwkoopse Plassen en het Naardermeer biedt voedsel voor de moerasvogels van deze natuurgebieden op deze manier.
De grauwe klauwier eet grote insecten als kevers en sprinkhanen maar ook bijen en hommels, die ze zittend vanaf een hoog punt in een aanvalsvlucht buitmaken. Die insecten houden helemaal niet beslist van al die verschraling. In Duitsland en Oostenrijk is/was die klauwier een algemeen miniroofvogeltje van het kleinschalige agrarische land.
In de Eifel vind je ze nog bij het landgoed van de Abdij Nimrod. Maar in de jaren ’80 in mijn jeugd waren ze overal in het agrarisch landschap van Duitse natuurparken algemeen.
Wat is het geheim van een florerende insectenpopulatie? Niet te veel verschralen. Ook hier geldt dat je herbivoren onder insecten hebt. Die eten dus plantmateriaal en planten groeien beter bij een zekere graad van bemesting en nutriënten in de bodem. Dus is er meer voedsel voor insecten wanneer je meer bemest.
Wanneer je ‘biodiversiteit’ dus definieert als ‘soortenrijkdom’ en ‘populatiegrootte van die soorten’, dan draagt Rewilding dus helemaal niet beslist bij aan ‘biodiversiteit’. Je kunt ook een sterke soortverarming veroorzaken, en dat is ook wat de praktijk toont van ‘natuurontwikkeling’, zoals hier in de Deelen, maar ook langs de grote rivieren. Je houdt wat pitrus- en distelvlaktes over met plasdras en ganzenplagen.
Terwijl je bij een biologische boer of een boer die natuurvriendelijk werkt misschien wel meer soorten zou vinden. ‘Rewilding’ en wildernis zijn vooral manieren om kosten op natuurbeheer te besparen, terwijl je tegelijk het oppervlakte grondgebied vergroot dat je onder ‘groene’ wetgeving met gebruiksbeperking laat vallen.
De grote grap is dat intussen de mens steeds meer een in steden en overbevolkte woongebieden opgesloten centraal gestuurd wezen wordt, en bovendien onderhevig aan een toenemende uniforme monocultuur (die een jaar of drie ter voorbereiding een uniformiserend muilmasker moest dragen). Al het gepraat over diversiteit is één grote leugen, het is een modewoord voor charlatans, dictatoriale regelneven en zakkenvullers.
Alles wordt op zijn kop gezet, alles is een leugen, haat en hypocrisie.
Overal waar de wolf wordt uitgezet, volgens agenda, zal de mens het veld moeten gaan ruimen.
Ze verschijnen daar op het platteland waar de sociaal-economische positie van resterende agrarische economie al verzwakt is, of beperkt omdat er vlakbij Natura 2000-gebied is. Al dan niet uitgezet
Ok dan.
Er is geen raszuivere wolf, maar een kapot gefokte soort, vermengd met DNA van de hond.
Daarom zijn die ‘wolven’ alles behalve mensen schuw.
Het is wachten tot de eerste menselijke slachtoffers gaan vallen. Dan heet het:
Overal waar de mens wordt uitgeschakeld, volgens agenda, zal de ‘wolf’ het veld ruimen door hele boze mensen.