“Het zwaard van de HEERE zit vol bloed” (Jesaja 34:6)

Marathon-schaatser begraven bij machtige zadeldak Hijum

Op de zondag geen profane boodschappen. Dan lezen we uit De Heilige Schrift, Het Boek zonder welke er geen Westerse cultuur was geweest. We ploegen verder door Jesaja, de belangrijkste profeet voor het christendom, ontworpen door de Evangelisten en Paulus vanuit de Psalmen. Jona (drie dagen in de walvis) en Jesaja.

Jesaja wisselt 66 hoofdstukken lang beelden van verwoesting en vergelding af met restauratie.

In hoofdstuk 34 lezen we dat de HEERE en zijn uitverkoren volk wrok koesteren tegen Edom (nazaten Ezau), een volk dat in deze profetie volledig afgeslacht zal worden op ‘het jaar van de afrekening om de rechtszaak van Sion’. Omdat zij blij waren dat Jeruzalem/Sion viel in het jaar 586BC, een motief dat ook in Psalm 137 voorkomt. 

Britsum, oer-Fries terpdorp met afgegraven steile kanten van terp

Edom/Ezau versus Jacob/Israël
Edom is een andere naam voor Ezau, de harige jagersman die door moederskindje en bedrieger Jacob werd afgetroefd. Het was in het Genesis-verhaal immers Jacob die een complot smeedde met zijn moeder Rachel tegen zijn vader en broer. Hij plakte geitenhuid op zijn armen, om voor zijn blinde en zieke vader Izaak net zo harig te voelen als Ezau, zodat hij ‘de zegen’ kreeg en daarmee het eerstgeboorterecht.

Er zijn theorieën in omloop, dat Edom nog steeds zo pissig was op die streek, dat zijn nazaten een herkenbaar volk zijn dat zint op wraak op de nakomelingen van Jacob. Vanwege wat ooit in Genesis gebeurd zou zijn. Het verhaal van Ezau en Jacob heeft overeenkomsten met Kaïn en Abel. Eén heeft de goddelijke gunst, de ander niet en wordt jaloers.

Mijn kloosterbijbel vermeldt, dat de Edomieten zouden hebben geprofiteerd van de val van Jeruzalem in 586 BC bij de Babylonische inval. Dus dat er daarna allerlei profetieën tegen Edom maar ook Moab werden gericht. Volkeren in de Bijbel worden steeds vernoemd naar hun eerste voorvader.

Eigenlijk zou je de Israëlieten dus Jacobijnen moeten noemen, naar hun stamvader Jacob, die Isra-El werd na de worsteling met een engel van El.

De antieke Statenbijbel, voortaan Iedere Zondag

We lezen in Jesaja 34 alvast dat de HEERE weinig gunstigs in de petto heeft voor allen die niet tot zijn uitverkoren volk behoren. Er volgt weer een apocalyptisch beeld van een eindafrekening. Het blijde vooruitzicht hier, is dat het uitverkoren volk zich mag gaan verlustigen in het leed van anderen:

1Kom naar voren, heidenvolken, om te luisteren! Sla er acht op, natiën! Laat de aarde luisteren en al wat zij bevat, de wereld, en alles wat daarop uitspruit!
2Want de grote toorn van de HEEREricht zich tegen alle heidenvolken, Zijn grimmigheid tegen heel hun legermacht. Hij heeft hen met de ban geslagen, hen overgegeven ter slachting.
3Hun gesneuvelden zullen weggeworpen worden, en van hun dode lichamen zal hun stank opstijgen. De bergen zullen wegsmelten door hun bloed.

Mememto mori, de doodsbeelde van de Friese adel begraven in Ysbrechtum

Edom dat ik geslagen heb met de ban…
Op Netflix is nu de serie Pacific te zien, waarin de Amerikanen en Japanners elkaar afslachten in 1941-45. Zo’n beeld roept Jesaja hier ook op, maar dan als vorm van goddelijke wraakzucht en vergelding:

4Heel het sterrenleger aan de hemel zal vergaan. De hemel zal opgerold worden als een boekrol, en heel zijn leger zal vallen, zoals bladeren vallen van een wijnstok, en zoals vijgen vallen van een vijgenboom.

5Want Mijn zwaard is dronken geworden in de hemel. Zie, het zal neerdalen op Edom,op het volk dat Ik geslagen heb met de ban, als een oordeel.
6Het zwaard van de HEERE zit vol bloed, het is verzadigd van vet, van het bloed van lammeren en bokken, van het niervet van rammen.Want de HEERE richt een offer aan in Bozra, een grote slachting in het land Edom.

Het beeld van de sterren aan de hemel die zullen vergaan op de dag van Eindafrekening, komt later ook terug in de Openbaring (6:13) van Johannes, oftewel de Apocalypse van de christenen:

en de sterren van de hemel vielen op de aarde, zoals een vijgenboom zijn onrijpe vijgen afwerpt als hij door een harde wind wordt geschud.

Christenen zijn een uit de hand gelopen sekte die met de Joodse teksten aan de haal gingen, om een religie te vestigen die niet ras-exclusief is maar universeel. Net als haar bijproduct, de Islam.

Met ‘de ban’ slaan betekent dat alles dat ademt dood moet, als offer voor HEERE, ook bij militaire operaties zoals we in het boek Jozua zagen. De HEERE van Israël lijkt zo- wanneer je niet ‘gelovig’ bent, dus op voorhand partijdig ten gunste van JHWH en Zijn Volk-  een bloeddorstend opperwezen dat leeft van de levensenergie van schepselen, wiens brandend vet Hem dan tot ‘een aangename reuk’ zouden zijn volgens Exodus en Numeri.

Roorda-familie hier al in 17de eeuw begraven

Gelovig/ongelovig
Ben je geen ‘gelovige’, dus dat je per definitie vooraf al partij kiest voor JHWH en zijn Volk, dan kun je HEERE/JHWH zien als een buitenaards wezen dat leeft op de levensenergie van mensen, een bloedverlangend heerschop dat weinig verschilt van Kali uit de Hindoe-mythologie.

Deze Jesaja-passage past ook volledig in zo’n beeld van de rancuneuze en bloeddorstende monstergod JHWH. Hij is steeds uit op vergelding, wraak, enkel strijdend voor zijn eigen Volk dat hij als menselijk reservaat apart zette van andere volken, het gojim, onbesnedenen.

Ook levensonderhoud van andere volkeren als van Edom, het vee moet afgeslacht:

7Met hen zullen de wilde ossen neervallen, en de jonge stieren met de sterke stieren. Hun land zal doordrenkt zijn met bloed en hun stoffige grond verzadigd van vet.
8Want het zal zijn de dag van de wraak van de HEERE, het jaar van de afrekening om de rechtszaak van Sion.

9Zijn beken zullen veranderd worden in pek, en zijn stof in zwavel; ja, zijn land zal worden tot brandend pek.
10’s Nachts en ook overdag zal het niet geblust worden, voor eeuwig zal zijn rook opstijgen. Van generatie op generatie zal het verwoest blijven, tot in alle eeuwigheden zal niemand erdoorheen trekken.

Alsof er een kernbom is gevallen…

Regen en wind over Aalsum waar Zeilmakers begraven liggen…

Stad versus natuur
De term ‘heidenvolk’ kun je niet los zien van de christelijk-historische context. Net als ‘pagan’ en pagus, slaat het op niet-urbane volken die ergens op de Pagus leven, de heide, het ongecultiveerde. Een beetje Ezau-achtige mensen, net als de Indianen, Vikingen, Germanen die nog jagen en verzamelen.

Mensen die de natuur en haar seizoenen volgen, de wetten van de natuur in plaats van de 1000+-regels van De Wet van JHWH.

Terwijl de cultus van Het Woord bij uitstek een stedelijke cultus is, gecentraliseerd rond een Tempel met priesterkaste (Levieten) die leeft op de offers van hun onderdanen. Vanuit die context kun je de natuur en wildernis zien als iets akeligs.

Terwijl iemand die met en van ‘de natuur’ leeft, die zal juist de stedelijke cultuur verafschuwen. Platteland en stad leven kortom met elkaar in een dubbelzinnige verhouding.

…gevolgd door de raven

Rewilding Babylon
Ezau/Edom was een jagersman en plattelander, Jacob/Israël is meer een metroman die met natuur weinig op heeft, behalve in gecultiveerde vorm. Zo lezen we in Jesaja ook dat het begrip ‘wildernis’ en wilde dieren in Jesaja uitsluitend in negatieve context wordt neergezet. Als een plaats van chaos, met wilde dieren die de plaats van mensen innemen, als een soort wildlife comeback en rewilding  Babylon:

11Kauw en nachtuil zullen het in bezit nemen, ransuil en raaf zullen daar wonen. Hij zal er het meetlint van de woestheid over uitspannen en het paslood van de leegte.

12Zijn edelen – maar zij zijn er niet –zal men tot het koningschap roepen: met al zijn vorsten is het gedaan.
13In zijn paleizen zullen dorens opschieten, netels en distels in zijn vestingen. Het zal een woonplaats voor jakhalzen zijn, een rustplaats voor struisvogels.

14Wilde woestijndieren zullen daar hyena’s tegenkomen, de bok zal naar zijn metgezel roepen; ja, daar zal het nachtelijk ongedierte tot rust komen en voor zichzelf een rustplaats vinden.

Iberische Steenbok

In de (christelijke) Openbaring (18:1-2) van Johannes, wordt dat beeld opgeroepen bij de gevallen stad Babylon:

1Hierna zag ik een andere engel neerdalen uit de hemel. Hij had grote macht, en de aarde werd verlicht door zijn heerlijkheid.

2En hij riep uit met krachtige stem: Zij is gevallen, zij is gevallen, het grote Babylon, en een woonplaats van demonen geworden, een schuilplaats voor allerlei onreine geesten en een schuilplaats voor allerlei onreine en weerzinwekkende vogels.

Biodiversiteit staat hier voor ongedierte, dat de plaats van mensen inneemt wanneer je niet schoonmaakt en onderhoud pleegt.

De raaf – wolvenvogel- breidt zich sinds jaren ’90 uit tot in Fryslan’s Ravenswoud

‘Daar zal geen leeuw zijn, geen verscheurend dier’
In Jesaja 35 volgt dan weer een beeld van restauratie na de ‘wraak van God’ en ‘vergelding’. Een tijd waarin JHWH’s volk terugkeert uit ballingschap (Babylon), en waar de wildernis wijkt:

7Het dorre land zal tot een waterpoel worden, het dorstige land tot waterbronnen; op de woonplaats van jakhalzen, waar hun rustplaats was, zal gras zijn, met riet en biezen.

8Daar zal zijn een effen baan, een weg; de heilige weg zal hij genoemd worden. Een onreine zal er niet over gaan, want hij zal alleen voor hen zijn. Wie deze weg ook gaat, zelfs dwazen zullen niet dwalen.
9Daar zal geen leeuw zijn, geen verscheurend dier zal erop komen; ze zullen daar niet aangetroffen worden, maar de verlosten zullen die bewandelen.

Waar de christenen Jesaja aanwenden om te stellen dat Jezus de gene is die terugkomt, lijkt Jesaja hier vooral te doelen op een volk dat uit ballingschap terug zal keren na loutering in ballingschap:

10Want wie door de HEERE zijn vrijgekocht, zullen terugkeren; zij zullen Sion binnenkomen met gejuich. Eeuwige blijdschap zal op hun hoofd zijn, vreugde en blijdschap zullen zij verkrijgen, verdriet en gezucht zullen wegvluchten.

Raven zijn de soundtrack bij de Hoge Veluwe met hun ‘orrrrr orrrr’, geniale speelse vlucht

Na de hel op aarde – het jaar van de afrekening om de rechtszaak van Sion- zou volgens Jesaja een soort hemel op aarde aanbreken, waar dan een terugkerend volk Zionisten leeft in gedrogeerde toestand en waar de rest is uitgeroeid of onderworpen.

Zo wordt ondergetekende na 35 hoofdstukken een beetje Jesaja-moe, steeds weer wraak en vergelding, afgewisseld met een beeld van restauratie. Daarbij is het maar twijfelachtig of de christelijke uitleg ooit de juiste is geweest, dat de Jesaja-auteurs dat wel hadden bedoeld. Die ‘maagd’ Maria, die gewoon een jonge vrouw was bijvoorbeeld.. (Jesaja 13)

De ervaring leert, dat mensen die ‘gelovig’ zijn de Bijbel vaak nauwelijks echt kennen.

Het Boek is vooral in gebruik geraakt als bron van korte citaatjes, van bijvoorbeeld Psalmgedeelten met zalvende werking, als ‘De Heer is mijn herder, mij ontbreekt niets’ (Psalm 23). Terwijl de Psalmen even vaak van bloed druipende wraakdichten zijn. Denk aan ‘By the Rivers of Babylon’, oftewel Psalm 137 dat als volgt besluit:

Heere, gedenk aan de kinderen Edoms, aan den dag Jeruzalems, die daar zeiden: Ontbloot het, ontbloot het, tot zijn fundamenten toe!

Oo dochter Babels die verwoest zult worden! welgelukzalig zal hij zijn, die u uwe misdaad vergelden zal die gij aan ons misdaan hebt; welgelukzalig zal hij zijn, die uw kleine kinderen grijpen en aan de steenrots verpletteren zal.

Wie zal dat Psalmvers op zijn grafsteen laten graveren?

….graven uit 19de eeuw die ‘geruimt met een t’ zullen worden

Lees geen Bijbel, bid elke dag
Zie dat de Psalmist het zelfde Edom-motief gebruikt als de schrijver van Jesaja. Stel dat Boney M dat had gezongen: ‘Oh Heer verpletter hun baby’s tegen de steenrots…’ Voor ‘het jaar van de afrekening om de rechtszaak van Sion.’ Een rechtszaak voer je op basis van De Wet, als volk van De Wet.

Als je niet oppast kun je door het lezen van het Oude Testament een religie-hater worden, vooral ook van de godheid die daarin beschreven word. Dat rancuneuze toontje de hele godganse tijd, van een volk dat militair gezien het onderspit delft en vervolgens eeuwenlang zint op wraak, met hun JHWH die zijn zwaard drenkt in bloed van de Onreinen, het Gojim.

Een volk dat de pen als zwaard gebruikte in de geschiedenis, en apart van de rest bleef leven, omdat anderen – gojim – in hun JHWH-cultus onrein zijn, Untermenschen, waarmee je niet mengen mag. Hun held Pinechas doorstak immers met een spies een man, die een Midianitische liefhad.

En misschien is dat wel de beste strategie tot geloofsbehoud, eeuwenlang door de katholieke kerk tot kunst verheven. Géén Bijbel lezen, alleen Bijbel-light, de beste verhalen er uit destilleren, en wat je aan citaten van pas komt. Vervolgens gewoon kaarsjes branden voor je dierbaren, bidden voor geliefden, op pelgrimstocht gaan, heilige plaatsen ontwerpen die Ontzag wekken.

Grafveld op de terp

Je wilt immers geen A-theïst zijn, oftewel boos op Het Leven. Wie met gebalde vuist rondloopt, gesloten handen, die kan niet ontvangen. Zo’n gebalde PvdA-socialistenvuist De Betere Wereld op aarde middels Jacobijnse Revolutie, dat richt maar ellende aan. En je wilt vooral ook genieten van de weinige dagen die je gegeven zijn met de mensen die je liefhebt.

Want morgen kan het met je gedaan zijn, of degene van wie je hield. En dan denk je ‘had ik maar…’

Heb een goede zondag.

4 Replies to ““Het zwaard van de HEERE zit vol bloed” (Jesaja 34:6)”

  1. Beste Rypke, mooie afsluiter ieder geval… Van de week mijn trouwe hond en beste vriend van 14 en een half jaar moeten begraven in de tuin. Buiten dat ik er naar alle verwachting compleet stuk van ben kan ik wel zeggen dat ik het gevoel “had ik maar” niet erbij heb. Goede Zondag Alex

  2. Alex ,
    Misschien help het iets door te weten dat jullie van elkaar genoten hebben en hij het fijn heeft gehad.
    Hij is niet voor niets 14 en een half geworden toch.
    Sterkte.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *