Dat het ‘De Boer alike folle is at de ko skiet as de Bolle’ wisten we, en dat het een slechte zaak is, wanneer de hen kraait als de haan. Maar deze uitdrukking- Knyntsjedagen- kende ondergetekende nog niet. Waarom die verwijzing naar de konijntjes?
It Beste Stik Husrie
In het Fries bestaan vele uitdrukkingen die verwijzen naar landbouwhuisdieren. Ze werden ooit geformeerd door onze belangrijkste filosoof, grondlegger van het agrarisch humanisme, Siderius Erasmusma en zijn hoofdwerk De Lof der Botheid. Ze kunnen vrij direct overkomen, boers en platvloers naar de aard van het Friese oerbeestje in zijn meest pure vorm.
Iets dat in de koude kleigrond bij weer en wind standhoudt, en met minder genoegen kan nemen. En iets dat ook wel eens het andere wil affakkelen om zo zichzelf niet minderwaardig te hoeven voelen. Of een vorm van sarcastisch welbevinden, zoals ‘Wat bin we moai fut niet’…
Op reis met vooraf gecalculeerde teleurstelling, die dan niet zo hard meer aankomt omdat je enthousiasme van nature al was getemperd.
Neem ook ‘It beste stik húsrie is in Goed Wiif’: Het beste stuk huisraad- dus net als de stofzuiger en pannen- is een goed wijf. Het zal menig biodynamisch groenlinks feminist in de gordijnen jagen, deze constatering. Maar Siderius Erasmusma sloeg de spijker op zijn kop: Je zult maar een lui wijf hebben dat niks in huis wil doen…
Die van mij is verbazingwekkend, de droomvrouw voor iedere man als ik. Beter is niet mogelijk. Mits je haar als mooiweermens ook maar eens gunt om uit de natte donkere polder te ontsnappen: Zoals dit verblijf aan de oceaan, waar voor niks vervolgens de zon op komt.
Zo komen we bij Knyntsjedagen: Een uitdrukking van mijn ouders in het hoge noorden terwijl wij hier in het warme zuiden bakken.
Het betekent iets als ‘vakantiedagen’ maar de oplettende lezer herkent er een dier in, het konijn, it knyntsje. Konijnendagen dus. Waarom dat konijn, behalve de welbekende verwijzing naar de konijntjes…En dat de herkomst net als bij wittebroodsweken betekent dat er konijntjes van kwamen…
Wie het weet mag het zeggen.
Wij zien vanuit ons appartement nu mensen waveboarden op de machtige golven van de Atlantische Oceaan. Gisteren uit geweest, gedanst met Britse tokkies. En nu trekt langzaam de Fog of Night op uit je hoofd.
Het is hier voor een reeds heetgebakerde Fries te warm om overdag actief te zijn, overal die bakkende en brandende rotzon…Maar ’s ochtends vroeg en zo in de avond is het perfect.
Het is om onwennig van te worden, constateren dat je in je leven niets ontbreekt, dat het niet beter kan dan dit en dat het nooit beter is geweest. Je zou er bijna een depressie van krijgen, het gemis van iets om ontevreden over te zijn, dat warm smeulende haardvuurtje van melancholie en zelfmeelij.
Dat excuus om een leven lang spek en bonen te eten.
Alsof je een heel leven boze metalmuziek maakte en je kwaadheid uitte tegen de Schepper van Hemel en Aarde, en plots een nieuw genre muziek moet uitvinden omdat de toon en het geluid niet meer passen. Op een bruiloftsfeest speel je ook geen My Dying Bride met touwen aan de zoldering in plaats van slingers.
Knyntsjedagen dus…
Wij genieten zolang het ons is gegund volgens het Elfde Gebod, als stug doorwerkende autisten die zich niet hebben laten kisten. Het is hier voor mij te warm en te zonnig als Schotlandmens, maar verder… Wie kan er nog klagen als dit je uitzicht is, met it beste stik husrie op ierde yn hûs…