‘Want al ben ik zwart als roet, ‘k meen het wel goed’…

De literatuur voor vandaag

Vandaag op de vooravond van Sinterklaas op Interessante Tijden verwonderen we ons over de onbekommerde blik waarmee de onderwijzer Jan Schenkman (1806) zijn nu als racistisch opgevatte liedjes schreef in ‘Sint Nicolaas en zijn Knecht’ (1849).

Wij zijn in het gelukkige bezit van een door Cantecleer uitgegeven liedboek met prenten uit 1907, waardoor generaties Nederlanders vrolijk leerden zingen ‘want al ben ik zwart als roet, ‘k meen het wel goed’.

Maar hoe ‘erg’ is dat, en zou discriminatie – eigen oordeelsvermogen- niet juist een grondrecht horen te zijn, in je weg naar geestelijke volwassenheid?

Zadeldak Blije, gewijd aan Sint Nicolaas

Sint Nicolaas
Sint Nicolaas (270-343) was in het Westerse en orthodoxe christendom één van de meest populaire heiligen. Menig machtig zadeldakje in Friesland is naar hem vernoemd. Hij zou in 1466 tot de grote schiettent van heiligen zijn toegetreden op de katholieke kermis.

Totdat Jan Schenkman ten tonele verscheen, moest deze vroegere ‘Bisschop van Myra’ in het Oost Romeinse Rijk het zonder negerslaaf stellen, ‘Zijn Knecht’. Laat staan dat hij op een stoomboot uit Spanje was gekomen. Want stoomboten had je in de tijd van Sint Nyk nog niet.

Afke zocht de herkomst op van ons prachtige exemplaar van Schenkman zijn ‘De Sint en zijn Knecht’, en deze bron stelt:

In het prentenboek Sint Nikolaas en zijn knecht (ca. 1849) is Sint Nicolaas voor het eerst te zien met een zwarte knecht en een stoomboot uit Spanje. Eerder werd de Sint altijd in zijn eentje afgebeeld.

De zwarte knecht is nog naamloos en gaat gekleed als een Indiër. Aan het slot vertrekken Sint, knecht en paard per luchtballon. In de tweede druk (ca. 1852) draagt de knecht een zestiende-eeuws pagekostuum en vertrekken ze per stoomtrein. De openingstekst is het bekende sinterklaaslied ‘Zie, ginds komt de stoomboot’.

Het boekje is sterk moralistisch, een door Sint betrapte snoeper bijvoorbeeld belooft snel beterschap (‘’k Zal nooit aan den trommel/ Mijn handen weêr slaan’). Het boekje werd erg populair.

Het boekje in ons bezit (druk 1907) bevat illustraties van Petrus Johannes Antonius Christiaan (Pieter) van Geldorp werd op 11 september 1872 in Rotterdam geboren. Oh ja, en voor je verder leest: Deel like en subscribe ons nieuwe Youtube Kanaal:

Het nationaal complot tegen kinderen
Dankzij Schenkman zongen wij in onze jeugd dus nog onbekommerd: “Want al ben ik zwart als roet, ‘k meen het wel goed”, ging de Sint met paard en knecht de daken op, en schijnt de maan door de bomen. En daarom moet de makker zijn wild geraas staken. Wat dat betekende snapte ik als kleuter nooit: wie was die makker dan?

Ondergetekende weet nog als de dag van gisteren, hoe zijn ouders verraad hadden gepleegd. Het was in groep 4, kindjes uit mijn klas gingen ineens spontaan zingen ‘Sinterklaas bestaat niet, Sinterklaas bestaat niet.’ Net toen we snoepmandjes voor pepernoten gingen knutselen…

De ondankbare honden.

De laffe Sint-loochenaars.. Boos ging ik tegen ze in: ‘Hij bestaat WEL.’ Hoe verklaar je die wortel dan, de pepernoten die door een zwarte hand gestrooid werden. De intocht waarbij de Sint zelf door de Burgemeester werd ontvangen van ons provinciestadje. De uitzending van de intocht bij de staatsomroep NOS.

Ook al ben ik zwart, ik meen het zo slecht nog niet

Net als in al die andere plaatsen, maar dat waren toch ‘hulpsinterklazen’… Hoe behendig je kon argumenteren om je wereldbeeld overeind te houden, net als de klimaatfanaten nu.

Bij een een aantal klasgenootjes hadden de ouders al ‘gelekt’, het geheim verklapt.

Dat de hele natie een complot had bedacht tegen kinderen, enkel en alleen om er zelf als ouders de zelfde lol aan te beleven als zij vroeger. Tegenwoordig zal er uit naam van ‘kinderrechten’ vast een club zijn die daar met een subsidiezak tegen ageert, misschien de Missing Chapter Foundation van Laurentien van O.?

Die avond, legden mijn ouders als echte onderwijzers aan een betraande Rypke uit hoe dit complot in elkaar zat, waarin zij met alle volwassenen hadden samengespand. Ze toonden een ringband-album met platen, waarin werd verteld over de Bisschop van Myra, die voor ‘de sint’ model zou hebben gestaan.

De pieten vlijtig aan de arbeid voor hun meester

Met welke theorie van de wereld/lens kijk je naar ‘de feiten’
Plots vielen de eerdere twijfels op de goede plek, die je altijd al had gehad. Maar zolang je de goede ‘theorie van de wereld’ mist, dan kun je die losse observaties niet goed plaatsen. Zoals: ‘Huh, hoe konden er achter mijn vader vandaan dwars door een dicht raam plots pepernoten regenen?’

Het was immers een feit dat de Burgemeester de Sint had ontvangen bij de intocht. Het gebons op de deur, waarna er een jutezak met pakjes stond was ook ‘een feit’. Wees dus beducht voor iedereen die ‘de feiten’ claimt te hebben. Want zonder een goede theorie van de wereld waarin die feiten betekenis krijgen, zijn ‘de feiten’ losse observaties.

Die weg tot waarheidsvinding is wat sommige mensen heel gewichtig ‘de wetenschappelijke methode’ gingen noemen. Een theorie testen met observaties, tot je iets waarneemt dat de heersende theorie ontkracht. En helder denken is ook een vorm van waarnemen. Maar zolang je de eigen ouders niet op sinterklaasfraude had betrapt, hoe kon je dat immers weten?

Zelfs de burgemeester deed mee..

Veel moeilijker werkt echte wetenschap ook niet. Belangrijker dan ‘de feiten’ of ‘het juiste standpunt’ is dus: Hou een open geest en denk zelf goed na, kijk goed. En bovenal: heb de juiste mentaliteit. Je liefde voor waarheid gaat aan waarheidsvinding vooraf. Dat is de regel nul uit onze cursus bullshitdetectie.

Doe het maar eens, klim er maar eens op…Het paard op de daken is een vinding van Schenkman

1. Naturalistische drogreden basis racisme
De meeste moderne ‘racisme’-discussies ontsporen om twee redenen:

  1. Je maakt van natuurlijke eigenschappen morele oordelen
  2. Je maakt van sociale posities natuurlijke of sociale wetmatigheden

Neem mij als blanke Fries, aangepast op het leven in kaal troosteloos zeekleiland. Dankzij minder melanine in de huid kan ik ook onder de schrale polderzon toch nog Vitamine D aanmaken.

Maar die natuurlijke eigenschap is weer een nadeel onder de tropenzon. Dan word ik verschroeide ‘redneck’. Uit de natuur kun je geen morele oordelen afleiden, dus bepalen of iemand een goed of slecht mens is in ethische zin: Dit is de naturalistische drogreden, zie hoofdstuk 2 en 3 van mijn hoofdwerk ‘Liever dood dan Slaaf’.

Echte ‘racisten’ menen dat hun eigen biologische komaf hoe dan ook superieur is. Bijvoorbeeld omdat ze als groep beter presteerden. Cabaretgroep De Vliegende Panters maakte daar grapjes over in hun liedje ‘het blanke ras is superieur’:

Zij kunnen hard rennen, wij hebben cultuur, wij Mozart en Rembrandt, zij Regilio Tuur.

Maar betere prestaties op een bepaald vlak, hoeven je nog niet een moreel beter mens te maken. Je kunt bijvoorbeeld goed basketballen of studeren, maar je kunt nog steeds een slechte inborst hebben.

Mijn succesvolle meisterwerk, zie www.lieverdooddanslaaf.com

2. Het recht op de zelfde uitkomst
De andere drogreden die je in nondiscussies over ‘zwarte piet’ tegenkomt ruikt naar het marxisme. Alle menselijke verhoudingen reduceer je tot ‘macht’, en ‘gelijkheid’ is het moreel wenselijke uitgangspunt. Een gelijke startpositie moet dan tot een gelijke uitkomst leiden.

Wie niet de top heeft bereikt is dus ‘achtergesteld’ in gelijkheid, en Vadertje Staat moet dat rechttrekken met dwangmaatregelen, met Het Recht.

En dan is een ‘knecht’ ook meteen iets minderwaardigers dan een Sint, die de baas is over de pieterbaas: Een ‘sociale ongelijkheid’ die ge-elimineerd moet. Maar dat je ambitie koestert om De Sint te worden, betekent nog geen ‘recht’ op die positie. Laat maar zien of je het kan.

Dat iemand ergens de leider is, of aanvoerder is nog geen uiting van sociaal onrecht.

Daar zit dus de denkfout achter veel commotie, dat je een ‘recht op gelijke uitkomst’ hebt. Wanneer je niet ‘het individu’ en zijn eigen verantwoordelijkheid naar God en medemens centraal stelt, maar alle sociale verhoudingen tot ‘macht’ terugbrengt, en ‘gelijkheid’ als wenselijke uitkomst.

Bij zulke mensen betekent ‘diversiteit’ dat sommige mensen meer gelijk (moeten) zijn dan anderen.

Onbekommerd racisme, men wist niet beter, maar dit zou nu achterhaald zijn door voortschrijdend inzicht en basaal fatsoen

De Sint en zijn Knecht
Laten we dan nog eens teruggaan naar ‘De Sint en zijn Knecht’.  Wat doet die knecht in dit verhaal dus dankzij Schenkman? In de tijd dat deze traditie ontstond werd er niets kwaads mee bedoeld. Je kunt er eigenlijk best om lachen, zo onschuldig en onbekommerd. Daarmee schend je niet de basale regels voor fatsoen.

Elkaar om wat voor reden beoordelen, ten goede of ten kwade, dat doen mensen op alle fronten. ‘Ras’ is hier maar 1 van de duizenden excuses om een ander te ‘discrimineren’. In een Fries dorp kunnen ze je al veroordelen wanneer je een wat grotere woordenschat hebt. ‘Dusss, je komt hier ssseker niet wèèg’ ( = Wat doe je hier…)

Je kunt over die stugheid klagen. Of je zoekt gewoon soortgenoten elders en bent zelf blij. Soort zoekt soort, ieder heeft recht op het eigen oordeel, en wie bepaalt of dat oordeel terecht is of niet?

De Staat?

Vanuit het perspectief van individuele verantwoordelijkheid hoort ‘discriminatie’ zelfs een grondrecht te zijn: Zelf bepalen wie je verkiest in je omgeving of bedrijf, om wat voor reden ook die je zelf verkiest. Anders erken je dat een andere volwassene meer recht op jouw gedachten heeft dan jij zelf.

Zolang je geen geweld pleegt, de ander besteelt, niet liegt, of de tien geboden overtreedt. Dan hoef je ook geen excuusverhaal te verzinnen met beroep op je biologische komaf, of de loop van de wereldgeschiedenis via klassenstrijd te verklaren.

Je waardeert iemand om zijn goede eigenschappen. Of niet. En niet wanneer hun overheid je beveelt een ‘groep’ te waarderen, ook ten koste van jezelf. Als het moet van hun overheid denk je juist ‘oprotten die lui’.

Toch?

Met nondiscriminatie vernietig je iedere vorm van traditionele menselijkheid

Waar een ander een ‘recht’ claimt op ‘gelijke behandeling’ (ze bedoelen ‘voorkeursbehandeling’), heb jij dan niet het recht op de vrijheid van je eigen gedachtenvorming?  Hoe kun je nu stupide oordelen afschudden door eigen ondervinding van het tegendeel, als het bij wet verboden is fouten te maken?

Mijn eigen oordeel na objectief te kijken naar die afbeeldingen in’Sint Nicolaas en zijn Knecht’: Zwarte Piet is natuurlijk wel gewoon racisme, maar van het onbekommerde soort: ‘Geen Haat’ zoals mijn bonusdochter zou zeggen.

  • Iets opgestoken, steun Interessante Tijden en dank voor alle mensen die mijn werk mogelijk maken

3 Replies to “‘Want al ben ik zwart als roet, ‘k meen het wel goed’…”

  1. “En hoe het pijpjedrop verder vergaat, lezen we in de volgende automaat”.
    Een gevleugelde zin van mijn vader zaliger. Hoe interessante tijden oude tijden betekenis geven.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *