Er was een tijd, dat de Noordzee werd aangemerkt als ‘Friese Zee’ en de term ‘Fries’ stond in betekenis gelijk aan ‘handelaar’, VOC-mentaliteit. Holland bestond nog niet, en je stak sneller per schip de Noordzee over naar Denemarken of Engeland, dan dat je over land naar Brabant ging.
Deze Friezen beheersten de handelsroutes tussen de Denen, Noren, Zweden en het Frankische Rijk. Waarom moet je dat van een Engelse historicus leren, Michael Pye en krijgt niet iedereen dat standaard op school in heel Nederland geleerd?
“Noordzee = Friese Zee”
Pye’s bestseller ‘The Edge of the World, How the North Sea made us what we are’ (2014) is verplichte literatuur voor iedereen die zichzelf ‘Nederlander’ of zelfs Hollander waant. Alle blonde melkdrinkers die over de Koedijk fietsen in de polder, handelaren die over zee gaan, dat zijn van oorsprong Friezen…
In mijn eigen hoofdwerk over de Friese wortels van heel kustbewonend Nederland- Liever dood dan Slaaf- haal ik Pye al aan als ogenopener. Plots krijg je geheel andere associaties bij het woord ‘Friesland’ dan een Jiskefet-imitatie en ‘Oant Moan’ bij een schaal met oranjekoek. Zoals ik al schreef waren we de ‘Protovikingen van de Zuidelijke Noordzee’…
Die heette zelfs even Friese Zee, waar de Romeinen deze Oceanum Germanicum noemden..
In het tweede hoofdstuk ‘The Invention of Money’ verhaalt Pye over de rol die de Friezen innamen als handelsschakel tussen de Noordzeevolkeren. De oer-Friezen ontpopten zich na het vertrek van de Romeinen (rond 410) tot een moeras-deltavolk dat de kusten van Domburg (Zeeland) tot Den Burg (Texel) bewoonde, met de kromme Rijn bij Dorestad als handelscentrum.
Dorestad/Wijk bij Duurstede
Met hun platbodems die wat op Skûtsjes leken, kwamen die Friezen overal in Noordwest Europa. Of het nu hun handelskolonie in York was, of Haithabu (Hedeby), de Deense handelskolonie waar de Friezen de handel met Scandinavië beheersten. Daarover las ik voor het eerst in het Nederlands dankzij het werk van Luit van der Tuuk van het Dorestad Museum in Wijk bij Duurstede.
Dankzij de invasie van Hunnen in het oosten, werd de oude handelsroute van Scandinavië met de Oost-Romeinse hoofdstad Constantinopel via de Dnjepr afgesloten. De Scandinaviërs stapten toen over op de Friezen als hun handelspartner.
Friezen herintroduceerden het Romeinse gebruik, om overal met muntgeld, contanten, te betalen als vaste waarde. Daarom zijn Friese munten ook overal gevonden, tot in IJsland aan toe. Bekend is ook de muntschat die in de terp van Wiewerd werd gevonden uit de zevende eeuw, die in het Rijksmuseum van Oudheden is te bewonderen. Met muntgeld dat zelfs tot uit Constantinopel afkomstig was.
Hoe cool is dat.
En wat krijg je dan totaal andere associaties bij ‘De Friezen’ dan bij Oant Moarn, Gekke Gerrit Hiemstra, dialectsubsidie en een Fles Beerenburg. Beerenburg is overigens de naam van een Amsterdamse kruidenhandelaar.
Friesland werd tot toeristisch museum, een volkje provincialen met apentrots dat zich altijd door Den Haag en Brussel laat dicteren. Wat zijn ze hier gezagsgetrouw en volgzaam, allemaal met de mondkap en de chickentonight-elleboog in plaats van gewoon een hand. Voorop lopen in meelopen met de klimaathysterie, Fossssielfraaai met de skerpe ssss….
En wat zich hier ‘wakker’ noemt? Een club trommelende zweefteven die wat in het subsidie-Fries toegesproken wil worden op de yogamat over ‘mienskip‘: Subsidie doet alles schitteren. Waar zijn de echte strijders gebleven?
The Story of Losers
Dat feest van handelshegemonie duurde, tot de Friezen door de Franken werden overwonnen. Karel Martel onderwierp Poppo in de Slag bij de Middelzee, (734) en het christendom verving de natuurreligie van de oude Friezen. De Vikingen zouden vervolgens bekender worden als piraten/VOC-handelaren.
Het Dorestad Museum in Wijk bij Duurstede zet met Luit van der Tuuk juist die Denen nu op de voorgrond.
Zo overkwam hen het lot dat de verliezers van de geschiedenis gebeurt, in combinatie met het feit dat ze zelf weinig opschreven. Hun rol en naam verdween uit de meeste geschiedboeken (blz 31):
The sparse patchwork of clues (verwijzingen uit schriftelijke Angelsaksische bronnen) can now be combined with the physical record that has been dug out of the earth or washed up the beaches. Together they tell a story that was almost lost, as the story of losers tends to be.
Rond het eerste millennium kwam vervolgens Holland op met de Hanzesteden, die de Friezen van hun troon stootten als zeevarend handelsvolk. In de VOC-tijd gingen die van oorsprong Friese Hollanders zich expres niet met hun Friese wortels identificeren.
Maar met dat rivierenvolk dat de Romeinen als ‘Bataven’ omschreven. Dus kreeg je VOC-schepen die ‘Batavia‘ genoemd werden, en Batavia Stad: De Oude naam voor wat nu Jakarta moet heten in Indonesië. Friesland werd één van de ‘zeven provinciën’, nadat de Saksen de Friese ommelanden afpakten en tot ‘Groningen’ omdoopten.
In de volksbeleving gaat de geschiedsbeleving vervolgens niet verder, dan associaties met een boer uit Kimswerd met een groot zwaard: Grutte Pier. Die liet zich gebruiken door de Hertog van Gelre om als piraat/Viking de Graaf van Holland te pesten.
Maar het meest verbeelding prikkelende stukje Friese historie was toen al voorbij.
De Subsidie-Friezen, een geknecht volk
Dankzij Gijsbert Japikx in de zeventiende eeuw ontstond vervolgens het moderne Fries. Hij tekende het omringende kleidialect rond Bolsward op in schrift. En zo kreeg dat dialect in de negentiende eeuw de status van dé Friese taal. Terwijl het één van de vele Friese/Germaanse dialecten is die van West Friesland tot Noord Friesland in Denemarken wordt gesproken.
Na de Romantiek van de negentiende eeuw kwamen er zelfs puristen die beweren dat er zoiets als ‘Geef Frysk’ bestaat. Daarin verandert het woord ‘meditatie’ in ‘meditaasje’, en aquaduct wordt op kunstwerken als ‘akwadukt’ geschreven. Alsof je kunstmatig probeert je te onderscheiden van Algemeen Beschaafd Nederlands, gevoed met cultuursubsidie.
Of je wilt watertoeristen het idee geven dat ze in het buitenland zijn, in plaats van in hun oer-eigenland.
Dat is wat Jan Ott, vertaler van het Oera Linda-manuscript gekscherend ‘Subsidie-Fries’ noemt. Immers, het oer-Fries lijkt in niets op het modern Fries. Dat was meer verwant met de oertaal van de Angelen en Saksen, zoals in de Beowulf omschreven.
Het provinciaal beleid is sinds 1905 nu ‘met subsidies de taal stimuleren zodat positieve associaties komen met Friesland.’ Het verhaal van terugtrekkende bewegingen en jammerklacht, met af en toe een sneer naar ‘Den Haag’. Rinkel met een zak subsidie en de ‘rebellie’ verstomt.
De Lof der Botheid
Je kunt geen boek over de Friese natuur maken, zonder de taal van de zeeklei tot je te nemen. Maar ik span dus niet het paard achter de wagen. Positieve associaties stimuleren het spreken van de taal. Daarom willen kindjes al doen alsof ze Engels kunnen, omdat dit positieve associaties wekt met hip en internationaal.
In plaats van dat je de taal van ‘laag opgeleiden en bejaarden’ spreekt. Wij werden daar als kinderen ook niet in opgevoed, mijn Opa Wybe associeerde ‘Fries spreken’ met de armoede uit zijn jeugd. Er moet dus een betere en diepere definitie van ‘nationale identiteit’ bestaan, dan expres iets spreken dat de rest van Nederland moeizaam verstaat.
Voor de goede associaties met de eigen wortels, daarom maakte ondergetekende zijn hoofdwerk ‘Liever dood dan Slaaf, een Pelgrimstocht door de Friese natuur op zoek naar vrijheid’.
Het verhaal van het echte oer-Friesland is het verhaal van oer-Nederland, het kustvolk met haar terpen, woerden, die je vindt van Schoonrewoerd en Woerden in het Rijngebied tot Wanswert in provincie-Friesland, Wierden in Groningen en Marssum op Sylt in Noord Duitsland.
Bedenk dat de spreekwoordelijke Nederlandse botheid juist bij uitstek afkomstig is van de Friezen. Zo citeert Michael Pye ook de Bisschop Radbodo van Utrecht in de achtste eeuw:
He wrote that they lived in water like fish and they rarely went anywhere except by boat. They were also crude, barbarous and remote: sodden provincials.
Maar de VOC-mentaliteit zat er toen ook al in:
And yet between the writing of those two accounts reinvented all the links and ties across the North Sea, as far as Jutland at the northern tip and even beyond.
Liever dood dan Slaaf
Mentaliteit, en kennis van je afkomst/wortels zijn veel belangrijker dan het precies volgens ‘het boekje’ spreken van een dialect met vele aftakkingen. Vervolgens wil je met andere associaties ook vanzelf een vorm van Fries leren spreken. Ondergetekende praatte afgelopen drie jaar dan ook meer Fries dan de veertig jaar daarvoor.
Je kreeg vroeger op een Randstedelijke verjaardag wel eens de vraag ‘moet je nog helemaal naar Friesland’. De gevoelsafstand naar wat het economisch actieve deel van Nederland ziet als ontwikkelingsgebied. Terwijl je sneller hierheen rijdt, dan door de file in de Ring A10 of richting Gouda.
Inmiddels zijn de tijden veranderd. Wie voelt zich nog ‘Nederlander’ na vier Rutte-kabinetten? Dé Nederlander bestaat toch niet volgens Maxima. Maar de Fries wel. Wie benijdt er nu ‘Holland’ nog, als je ook (West) Fries kunt zijn. Wie wil er nu nog in die overvolle linkse Woke-Randstad wonen, dat gevoel van vervreemding dankzij de omvolkingspolitiek, klimaatsocialisme en inclusief Neocommunisme?
Hier bij ons in Friesland kun je nog adem halen, je thuis in eigen land voelen. Ondernemende Friezen trokken sinds de negentiende eeuw in Diaspora, zodat De Vries een oer-Nederlandse naam werd die buiten de provincie meer voorkomt. Waarom keren die niet weer terug, om Groot Friesland op te bouwen voor de komende Frexit?
Dus: Graaf je Friese wortels op, en ontdek de oer-Fries in jezelf, de proto-Viking van de Zuidelijke Noordzee. Als je de mentaliteit maar deelt, Liever dood dan Slaaf, verzettelijk willen zijn, en je neemt met mijn boek dit stukje verloren kennis en dus zelfbewustzijn tot je. Kennis kan je bevrijden.
- Bestel mijn fotografisch magnum opus over het opgraven van je echte wortels via de website www.lieverdooddanslaaf.com
- Abonneer je op Interessante Tijden op Youtube, en maak kennis met verzettelijke mensen die Liever dood dan Slaaf zijn.
Ik mei it wol lêze.
Liever slaaf dan dood
Friese chauvinisten, die stil staan bij de tijd vóór 734, dat lijkt me toch een beperkte doelgroep.
Waarom schrijf je slaaf met een hoofdletter in dat boek zonder Friese terp op de omslag?
De cover van het boek is wat mij betreft een faliekante misser, daar zijn we het over eens. Ook is ‘slaaf’ logischerwijs geen eigennaam, dus te schrijven met een kleine letter. Wat wel wordt gedaan is alle woorden van een titel met hoofdletters schrijven, dus ‘Liever Dood Dan Slaaf’.
Goed idee, een frexit. Neem het hele platteland maar mee dat nu gevestigd in alle provincies. Allen die woke, het communisme, subsidiekraan slurpers, agenda 2030 aanhangers, etc, aanhangen op het platteland kunnen emigreren naar de randstad 15 minuten stad. Die grote mega smart city heeft al een naam: rattenstad.