Domweg gelukkig in de Vierstrastraat…

De Gouden Regen viert feest, om binnen 1 week te vergaan

In deze zonnige meiweek de Week van de Romantiek op Interessante Tijden, met als eerste aflevering: De Friese somberaar Francois Haverschmidt met zijn snikken en grimlachjes: Over in de trein voorbij vliegende meisjes die je laat gaan om het maar niet bij ze te verpesten, een zelfmoordenaar en de Friesche Poëet die spot met zijn vaderland.

Zicht op Foudgum, waar Francois Haverschmidt (Piet Paaltjens) ooit predikant was

Piet Paaltjens/Francois Haverschmidt
Romantiek gaat natuurlijk niet alleen over het mysterie tussen man en vrouw, het verlangen naar versmelting. Maar ook over het Mysterie zelf. Mensen zijn uit het Paradijs verjaagde wezens, die in hun ziel dat Godvormige gat meedragen dat gevuld moet worden.

Over dat Verlangen met een V, gaat deze week.

De eerste kandidaat die we hier in Friesland uit de Oude Doos halen is natuurlijk Piet Paaltjens/Francois Haverschmidt, geboren te Leeuwarden, in zijn beginjaren predikant te Foudgum op de Noord Friese klei boven Dokkum onder zware zeeluchten.

Mensen die nog onderwijs gehad hebben, kennen zijn dichtbundel ‘Snikken en Grimlachjes’, weemoedig en humoristisch tegelijk.

Haverschmidt wordt er ook van verdacht dat hij co-auteur was van het Oera Linda-manuscript. Dat zou in zijn tijd als predikant in Den Helder zijn gemaakt. De Codex Oera Linda is samengesteld uit een oud vergeeld papierpak, dat uit de dertiende eeuw zou stammen, beschreven met oud-Fries schrift.

Optreden met Jan Ott, legendes uit Oera Linda hervertellen

Het papierpak zou ‘gevonden’ zijn in de Over de Linden-familieverzameling, als familie-erfstuk. Oera Linda dus…

In de Oera Linda pakt de Friese geschiedschrijving volledig anders uit dan officieel overgeleverd. Frya is hierin de oermoeder der vrije Friezen. Die stonden als volk in contact met de Griekse cultuur en zeevaarders. Ze zouden zelfs een relict-beschaving kunnen zijn geweest van het verzonken Atland, wat klinkt naar Atlantis.

Wat de archeologie vond, een huttenvolk op terpen zou dus niet het BEGIN zijn geweest van de Friezen. Maar het resultaat van een relictbeschaving, die na een natuurramp haar toevlucht vond.

Van de Oera Linda Foundation in Diever

Oera Linda, Oer-Romantisch werk
De complottheorie die Goffe Jensma in zijn proefschrift verdedigde, is dat de Oera Linda een vervalsing is, met medewerking van Haverschmidt, taalkundige Eelco Verwijs en Cornelis Over de Linden.

Vertaler van het manuscript in het Engels, Jan Ott en velen voor hem zijn juist van de echtheid overtuigd.

Als het een vervalsing is, dan is de Oera Linda het beste en meest complexe literaire werk uit de Nederlandse taalgeschiedenis. Daarom moet je door de enthousiasmemoordenaars ook niet je inspiratie laten afpakken.

Oera Linda is een geweldig werk dat je een totaal ander gevoel over de Friezen meegeeft dan een fles Beerenburg en oranjekoek.

De Oera Linda heeft alvast vele romantische trekken, die in de negentiende eeuw bij het genre hoorden. Denk alleen al aan dat andere hoofdwerk uit de Romantiek: Max Havelaar van Multatuli.

Archetypische (Noord-)Friezin

Saïdja en Adinda
De Max Havelaar gaat ook over een in een oude verzameling gevonden papierpak. Daarin vindt een stagiar van een koffiehandelaar, de romantische Duitser Stern de geschiedenis van de Romantische rebel Max Havelaar in Indië.

Die kaart allerlei sociaal onrecht aan in de ‘Gordel van Smaragd’, zoals de Indiërs dat noemen. Zowel door de eigen heersers als door de koloniale bureaucratie.

Er zitten ook losse verhalen in, zoals de liefdesgeschiedenis van Saïdja en Adinda. Over armoede en de trouwe buffel die ze voor de oogst gebruikten, en die hen beschermde tegen een tijgeraanval. Waarna hij door de koloniale bureaucratie afgepakt wordt, om als Rendang te eindigen.

Afke zou bijna naar Adinda zijn vernoemd, maar het werd Afke’s Tiental van Nienke van Hichtum.

Aan de Westoever van de Middelzee, de Hegedyk

Je vindt in dat papierpak de parabel van de Japanse Steenhouwer. Dat gaat over een Steenhouwer die de zon wil zijn, zijn wens raakt vervuld. Tot de zon door wolken wordt geblokkeerd en dan wil hij de wolken en de regen zijn. Om uiteindelijk toch weer steenhouwer te worden.

Misschien gaat dat ook zo bij mijn werk als schrijver, journalist. Regelmatig denk je ‘was ik maar iets heel anders’, ik had vroeger Boswachter willen worden. Maar wanneer je dat eenmaal bent, kun je het toch niet laten om er ook over te schrijven en om misstanden aan te kaarten.

Ook dat is een Romantisch motief. Dat je altijd ergens anders wilt zijn, en dat het op een andere plek beter is. Met een rusteloze geest ben je dan op een gegeven moment bijna overal geweest.

Zwette, restant van de Middelzee

De Friesche Poeet
Het grootste compliment dat ondergetekende trof, was dat zijn hoofdwerk ‘Liever dood dan Slaaf’ met Piet Paaltjens zijn schrijfstijl werd vergeleken. Door een dorpsgenoot die de oude Friese Historie goed kent. De weemoedig-humoristische stijl, een vleugje zelfspot en dat negentiende-eeuwse levensgevoel van een beroeps-melancholicus.

Lees bijvoorbeeld ‘De Friesche Poeet‘, waarin Paaltjens de boot van Stavoren naar Enkhuizen neemt. Daarin spot hij een beetje met de Friese vrijheids-romantiek die in de negentiende eeuw opkwam:

Wat al wateren rolden grimmig, Uw vernederde terpen voorbij,
Sinds in eigen taal uw kindren, Konden zeggen: ‘wij, Friezen, zijn vrij!

Naar ploeg en koestal vluchtte, Uw taal, eenmaal Hollands schrik.
Om uw steden te doen verzinken, In allerlei vreemde kwik.

Het door ons georganiseerde Frijsia blaast Friese legendes  uit Oera Linda nieuw leven in

Uw adel ligt op sterven; Dat prachtige, koppige ras, Dat, om voor een koning te buigen, Te stijf eens van knieën was.

En begraven zijn ze op een paar na, Uw dochters van edel bloed,
Met het oorijzer om den schedel, En de schaatsen onder den voet.

Bijna niemand weet meer, dat het rijk van de Friezen ook Utrecht en Holland omvatte. Dat was West Frisia in de tijd van Karel de Grote. De Friezen werden de verliezers van de Nederlandse geschiedenis, overvleugeld door de tot ‘Hollanders’ omgedoopte bewoners van het oude West Frisia.

Friesche jonkers solliciteeren Om een postjen als ambtenaar
En nemen zich tot vrouwen, Friezinnen – met los haar!’

Deersum, terpdorpje aan de Middelzee

‘Geen Friesch Spot met zijn land’
Haverschmidt schrijft met de typische toonzetting van een binnen geboren buitenstaander. Dat is wat ik ‘permanente toerist’ noem. Als romanticus zul je altijd toeschouwer blijven en nooit deelnemer zijn.

Bewust danwel onbewust heb je door het lezen van Piet Paaltjens iets van de geest van Haverschmidt in je opgenomen. Op zijn 59ste zou hij zichzelf verhangen. Dus dan heb ik nog zeker tien jaar…

Piet Paaltjens is ook een personage dat Haverschmidt verzint, van die Leidse student zou hij een papierpak met gedichten hebben gekregen. Het romantisch motief van een oud vergeeld papierpak met mysterieuze afzender is Haverschmidt dus ook hier niet vreemd.

Typisch de Romantiek, een oerschrift terugvinden

Zoals Haverschmidt deze Paaltjens introduceert:

Wat er van aan is, dat paaltjens een Fries was, of juister is, – want hij is nog, – durf ik niet beslissen. Ik heb het stellig hooren ontkennen door iemand die jaren lang in Friesland gewoond heeft. –

‘Geen Friesch spot met zijn land,’ zei de man, ‘en p.p. heeft in Des Zangers min en De Friesche poëet het land der Friezen belachelijk pogen te maken.’ – Doch geen beschuldiging kon onbillijker zijn.

Er spreekt mijns bedunkens uit de genoemde gedichten juist eene roerende liefde voor het gewest, waarvan de groote starter, voor derdehalve eeuw al, zong:

‘Noyt schoonder vrouws-persoonen de blonde son bescheen, Als in ’t vrye Friesland woonen, soo wel gesteld van leen.’

Echte (Noord-)Friezinnen

Aan Rika, You’re Beautifull
Paaltjens schreef ook het beroemde gedicht ‘De Zelfmoordenaar’…maar het aardigste liefdesgedicht is ‘Aan Rika’: Over dat prachtige Friese meisje dat hij in een flits in de paardentram voorbij ziet rijden. Waarna hij van de leg raakt, en ook geen moeite doet haar ooit weer te zien.

Slechts éénmaal heb ik u gezien. Gij waart Gezeten in een sneltrein, die den trein Waar ik mee reed passeerde in volle vaart. De kennismaking kon niet korter zijn.

En toch, zij duurde lang genoeg om mij Het eindloos levenspad met fletsen lach Te doen vervolgen. Ach! geen enkel blij Glimlachje liet ik meer, sinds ik u zag.

Harm Kasma schildert Friezinnen

Anderhalve eeuw voordat James Blunt ‘You’re Beautifull’ (I saw your face, an angel face, and i’ll never be with you) jammerde als gevoelige singer-songwriter…En Anthonie Kamerling met ‘Toen ik je zag’…Piet Paaltjens was hem voor, maar dan met een vleugje zelfspot er in.

Waarom ook hebt gij van dat blonde haar, Daar de engelen aan te kennen zijn? En dan,
Waarom blauwe oogen, wonderdiep en klaar? Gij wist toch, dat ik daar niet tegen kan!

En waarom mij dan zoo voorbijgesneld, En niet, als ’t weerlicht, ’t rijtuig opgerukt,En om mijn hals uw armen vastgekneld, En op mijn mond uw lippen vastgedrukt?

Gij vreesdet mooglijk voor een spoorwegramp? Maar, Rika, wat kan zaalger voor mij zijn, Dan, onder helsch geratel en gestamp, Met u verplet te worden door één trein?

Ophelia, hoofdstuk 1

Ophelia
Echte Romantiek is ook een beetje somber, en pessimisme kan een genot op zich zijn. ‘De afstand houdt een droom in leven, zonder dat ik het bij je verpest.’ Dat schreef ondergetekende ooit als adolescent, die een engelachtig meisje voorbij liet vliegen.

Qua energie-overdracht met het andere geslacht kon je elkaar soms zonder elkaar te kennen spontaan in de armen vliegen. Je ziet haar en voelt het meteen. Maar dan, je moet dan gaan praten over niks, sociale gesprekken voeren. En dan zie je het enthousiasme van de overzijde inzinken, de lamellen voor de stralende ogen zakken.

Als autist tot in de kist, met je voor 99,999 procent van het tweede geslacht onbegrijpelijke verhalen.

Ophelia van John Everett Millais (in spiegelbeeld)

Zo heb ik jaren als balling op deze planeet geleefd tussen specimen van die andere diersoort genaamd ‘mens,’…als bezoeker van Mars, van de sterren neerdalend die zijn beschermende schild ziet verbranden in de dampkring van het menselijk bedrijf.

..tot Afke daar stond op blote voeten. Mijn zigeunerin, onderdeel van die 0,001 procent, die mijn Ophelia tussen de Pompeblêden werd, als cover van een pelgrimsreis op zoek naar Vrijheid, gedreven door Verlangen.

De kroon op zeven jaar Interessante Tijden

Woonachtig aan de Dapperstraat in Amsterdam zag ik vaak een Rika voorbij vliegen, waar je het met je verhalen niet bij wilde verpesten. De koetjes en kalfjes bleven op stal. Nu ben ik domweg gelukkig in de Vierstrastraat, in het volle besef dat ook dit zal eindigen…

  • Er zijn nog enkele exemplaren van ‘Liever dood dan Slaaf’, mijn hoofdwerk dat je hier kunt bestellen op www.lieverdooddanslaaf.com.

Doneren aan Interessante Tijden kan ook, betaal ik de rekeningen van en mijn vrijheid. Geen dure nieuwe studio’s enz..

One Reply to “Domweg gelukkig in de Vierstrastraat…”

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *