Johannesbroodboom en de zeven dwergarenden

De Johannesbroodboom bij ons huis voor deze week

Onze boomgaard zit volgeplant met Johannesbroodbomen (Ceratonia siliqua), vernoemd naar het voedsel dat Johannes de Doper zou hebben gegeten in de woestijn.

De peulen bevatten pitten die allen precies tweetiende gram zouden wegen. Daarom zou ‘karaat’- de gewichtsmaat voor goud en diamanten- naar deze mediterrane boom zijn vruchten zijn vernoemd. De Johannesbroodbroom heeft dus precisiezaad.

Vanochtend, onze boomgaard

Ze zitten nu al vol met peulvruchten, waar een plantariër van alles mee kan bereiden mocht het hijgend hert of Serranohammetje aan de jacht zijn ontkomen en niet in de pan zijn beland. Botanische Tuinen.nl meldt er dit over:

Een bekend voedingsmiddel is het johannesbroodpitmeel, een natuurproduct dat zelfs al bij baby’s wordt geadviseerd. Ook wordt het in hoogwaardige sportvoeding verwerkt.

Een ander product van de johannesbroodboom is carobepoeder. Dit wordt verkregen door de geroosterde peulen te vermalen en kan dienen als alternatief voor cacao.

De olijven vormen zich al

De olijfbomen beginnen hier ook al vrucht te dragen, zoals je ziet. Ze zijn nog niet zo oud als die dikke rimpelkevers die je van foto’s van mediterrane landen kent. Zoals deze, die we tegenkwamen bij de parkeerplaats van de haven van Soller:

Oeroude olijfboom in Soller

Ik heb er ook foto’s van met Afke er in, maar dan moet ik voor publicatie eerst toestemming vragen. Of ’t haar wel goed zit en de make up. Mooi zijn is een precisiebezigheid.

Dan heeft Popeye soms liever gewoon de kale boom op de foto zonder Olijfje er in.

Harders in de haven van Soller

In de haven van Soller kon je een school harders zien zwemmen, als dat ze tenminste zijn. Die had je met een hengeltje zo soldaat kunnen maken, want ze happen naar alles dat ze voor de bek komt.

Eén van de zeven dwergarenden

Over ons huis komen op de thermiek steeds allerlei roofvogels over zweven. De monniksgier kwam als een vliegtuig aanzeilen, met een arend aan zijn zijde. Die leek bij die gier vergeleken maar een dwerg.

Dat blijkt het volgens mij ook te zijn, een dwergarend. Het had ook een bergarend kunnen heten, want ze zijn afkomstig uit het Tramontana-gebergte, dat natuurlijk erfgoed van Unesco schijnt te zijn. Die wereldplanners willen ook alles voor ‘de wereldgemeenschap’ claimen.

Terwijl het gewoon mooie natuur van Mallorca mag zijn.

Een typische arend

Hij vliegt wel als een typische arend met die omhoogkrullende vleugelvingers. Hij is licht van onderen.

Ik heb er wel zeven van gezien, wat ook pleit voor de naam ‘dwergarend’. Daar had je ook zeven van. Als hij dan ook nog Hey ho hey ho roept, kan er geen misverstand meer over bestaan.

…met overal slangenarenden, zeilend op de wind.

Een andere optie kan de slangenarend zijn of de Havikarend. Die laatste heeft echter volgens de vogelgids een zwarte band op z’n staart. Die schijnt ook heel sterk te zijn.

Slangenarenden heb ik veel gezien boven de Golan Hoogvlakte in Israël, die heb ik nu volgens mij ook hier gezien. Die kunnen zo mooi tegen de wind in zeilen, stilhangend met naar voren geschoven vleugelpolsen.

Johannesbroodboom in onze boomgaard

Laten we even afsluiten met wat foto’s van die prachtige Johannesbroodbomen.

Nog zo’n mooi exemplaar

Het gezegde ‘je mag me voor een mooie oude boom altijd wakker bellen’ gaat ook hier op Mallorca weer op. Jullie houden nog wat echte oeroude olijfgaarden tegoed van me. We gaan vandaag naar La Dragonera, het eiland waar de Eleonora’s valken rondom jagen, als ze weer terug uit Madagascar zijn.

Onze oprit

Hartelijk dank iedereen trouwens voor de vele felicitaties. In het bijzonder mijn lieve ouders, die op Trudy passen. Ik had gisteren de misschien wel gelukkigste dag uit mijn leven onder de Mediterrane zon, dikke sigaar er bij en natuurlijk mijn heerlijke Afke.

De beste vrouw die een man als ik wensen kan. Daar wil je nooit meer zonder.

De boomgaard

Al kan ze soms voor de koffie nogal eens veel praten. Dat noemen ze ‘hardop denken’. Je gaat dan al snel antwoorden als ‘hmm hmmm’, ‘ja hoor’, hmm hmm, nee hoor, hmmmhmm. Het gaat om de daad van het praten zelf, de behoefte aan het woord te zijn die bij andere vrouwen nog vele malen sterker is, ook via telefoon en de app.

Dus ik zeur niet maar constateer slechts…

Ondergetekende praat alleen graag veel wanneer hij voor een publiek staat. Verder geldt ‘verbreek de stilte niet, tenzij je hem verbetert’… Maar dat zijn de kleine dingetjes, terwijl ik hier in het Paradijs leef met de liefste vrouw op aarde.

Nee, Afke is geweldig.

Onze boomgaard, het paradijs

Let Women Speak
Dat brengt me nog op wat nieuws dat we van het thuisfront oppikten.  Antifa, uitkeringtrekkende relschoppers die door deze overheid op de been wordt gehouden voor een strategy of tension, wilde protesteren in Utrecht tegen een demonstratie van een nieuwe feministische club:

  • Let Women Speak.

Een beetje een rare naam voor een actiegroep van het geslacht dat van praten, babbelen en ‘lekker kletsen’ een ware sport heeft gemaakt. Dit zijn dan weer ándere feministen. Dus geen seksueel gefrustreerde halve kerels die na een serie mislukte ‘relaties’ mannen haten, het haar afknippen, dikke plofkont kregen en Opzij lezen.

Maar vrouwen die de vrouwelijkheid verdedigen tegen gender-idioterie. Antifa is juist vóór die communistische gendertheorie, tegen vrouwelijke vrouwen. Terwijl een vrouwelijke vrouw toch het heerlijkste is dat er kan zijn, afgezien van dat ze wel eens  veel praten.

Wat zou Antifa dan voor spandoek moeten maken tegen vrouwelijke vrouwen?

Woman Be Silent! Het zou ook wat milder kunnen. Voor een man die rustig de dag wil beginnen met z’n bakje koffie hebben de Friezen al sinds Friezenheugenis een mooi spreekwoord:

  • Foar de kofje net eamelje.

Ons huurkarretje

Die heb ik al demonstratief als leisteenbordje thuis boven de koffiemachine gehangen. Misschien dat ik Antifa die leus kan meegeven, en kijken hoe de feministen van Let Women Speak daar dan op ingaan.

Het zou wel humor zijn wanneer die relschoppende linkse uitkeringtrekkers van Antifa zo’n spandoek zouden maken; Foar de Kofje net eamelje (en dernei dochs ik net)

Deze tevreden roker is hier geen onruststoker. Wat is de wereld toch mooi. Wat me bij de apocalypse brengt:

Als Jezus dan toch terug wil komen, wacht dan alsjeblieft nog even, we hebben het samen net zo mooi en heerlijk hier. Doe dat dan wanneer we in de koude regenachtige polder terug zijn, dat Nieuwe Jeruzalem vestigen en dat laatste oordeel en die apocalypse.

Het schijnt dat joden ook een grapje maken over ‘de wederkomst’: If Jesus is coming back, look busy.  Dat hoeft niet blasfemisch te zijn, een beetje tegengas bij relifanatisme. En ja, de hemel kan wel degelijk op aarde bestaan.

3 Replies to “Johannesbroodboom en de zeven dwergarenden”

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *