Ik ging op stap met de enige beroepsvisser op de Westeinder Plassen onder de rook van Schiphol, Theo Rekelhof. Hij ving recent een enorme meerval (Siluris glanis) van wel 55 kilo en bijna 2 meter. De roofvis met voelsprieten aan zijn lip lijkt steeds algemener te worden, zo stelt Rekelhof die hier net als zijn vader en grootvader vist op paling. Ook uit andere hoeken van het land, met name de grote rivieren komen vaker meldingen van de vangst van grote meervallen: zoals nu uit Dordrecht.
De Zoetwatervissengids van 1941 weet ook niet met zekerheid te stellen hoe ‘onze’ meerval-populatie rond de Haarlemmermeer verzeild raakte. Het kan ook zijn dat hij voor consumptie is ge-introduceerd, maar dat was dan al eeuwen geleden… De kernpopulatie in Europa huist verder weg, meer oostelijk in Europa, waar de vis wel tot 3-4 meter kan worden en wel 200 kilo zwaar.
Mijn Zoetwatervissengids uit 1967 ‘bewerkt en vertaald door Dr R. Boddeke (Dolf Boddeke, mijn mentor in visserij-biologie) vermeldt verder:
Een recordvangst uit de Dnepr was een exemplaar van 5 meter, 306 kg. In Nederland tot 180 cm.
En verder:
’s nachts is hij actief en komt dan vaak in tamelijk ondiep water. Het is een vraatzuchtige roofvis, die schade kan doen door maatse exemplaren van andere soorten te verslinden. Vooral aal, kwabaal, zeelt, brasem en blankvoorn worden gegeten. Zoetwaterkreeften en kikkers maken ook deel uit van het menu en soms worden ook waterratten en eendekuikens gegrepen.
Verschrikkelijke verhalen worden over de meerval verteld: zo zouden grote exemplaren zwemmende honden aanvallen en doen verdrinken.
En verder schrijft Boddeke:
Wordt in vijvers gekweekt, vooral in Hongarije en dan gevoed met kikkers en aasvis. Gewoonlijk echter wordt de meerval als een ongewenste en dure kostganger beschouwd in met zorg beheerd viswater. In Nederland in kleine aantallen in de Westeinder Plassen en de Ringvaart van de Haarlemmermeer
Dat was 1967, vijftig jaar geleden.
Nu vangt Rekelhof ze iedere dag, maar hij mag ze niet oogsten voor consumptie. Het blijft bij opmeten en wegen en registreren in zijn logboek, als uitvloeisel van een onderzoeksproject dat 3 jaar geleden ophield. Daarna laat hij ze weer vrij.
Ditmaal troffen we enkel kleintjes aan, de grootste was 53 centimeter.
Lijkt me een leuke ervaring,om met zo’n beroepsvisser op pad te gaan.
Snoeken die groter dan 130 cm zijn of snoekbaarzen groter dan een meter worden zelden door een sportvisser gevangen,maar een ervaren beroepsvisser zal er niet raar van opkijken als hij ze in z’n netten treft.
Ook heb je kans om bijzondere soorten als kwabaal of kroeskarper te zien.
Over die meerval stond ooit eens een leuk stuk in het blad Grasduinen; in de jaren ’70 dacht ik.
Dat ging over een Duitser die een stuk water pachtte voor forellenkweek en ook zwommen er karpers.
Het was een moerasachtig stuk water,dat met een beek in verbinding stond met een meer,maar die later afgesloten werd.
Het viel hem op dat er steeds weer forellen verdwenen en nadat hij het water een paar keer goed had overzien,viel het hem op dat er op een bepaald stuk zich nauwelijks watervogels waagden.
Een avond vissen leverde hem de “boosdoener” op : een meerval van tegen de 2 meter.
De meerval heeft trouwens een stormachtige comeback gemaakt in NL als gevolg van het Donau-Rijn kanaal; ze zijn inmiddels zo talrijk (vooral in de groter rivieren),dat je er sinds vorig jaar legaal op mag hengelen.
Dit is in de Maas,een aantal jaar geleden: https://www.youtube.com/watch?v=ujQe2822zNY