Je zou volgens de Volkskrant – op gezag van milieuclubs-eigenlijk een broodje Panda eten wanneer je paling smult, omdat hij zou uitsterven. De realiteit buiten massamedia is zo zuur niet.
Gisteren ving ik met beroepsvisser Theo Rekelhof bij Aalsmeer nog 20 kilo van die panda’s voor consumptie op de Westeinder Plassen. Ook vingen we de meerval bij, waar mijn blog van gisteren over ging.
Rekelhof verkoopt zijn gevangen aal lokaal aan vele liefhebbers, zonder tussenhandel. Hoewel je ook kweekpaling kunt kopen van opgekweekte glasaaltjes die voor de Franse kust worden gevangen, gaat er niets boven een echte vette wilde paling. Ook in de rivieren zwemmen veel grote polsdikke vette palingen, ik at er december nog van: heeerlijk.
De laatste beroepsvisser Piet bij Amsterdam liet me al eens zijn IJ-paling proeven. Ook in de Hoekse Waard haalt beroepsvisser Aart van der Waal fuiken vol boven. Op veel plaatsen waar de aal kan intrekken en waar vissers de populatie beheren (via uitzet), is er meer paling dan velen je doen geloven.
Selling the Drama
Ook Rekelhof kreeg de Volkskrant op bezoek in 2008, en werd gefotografeerd door een fotojournalist van de Volkskrant. Die foto-shopte expres volgens Rekelhof wat paling uit een (vollere) fuik op de krantenfoto om het verhaal te ondersteunen dat er geen paling meer te vangen zou zijn bij een kop ‘als ik er 1 vang ben ik al blij’.
Het zou volgens Rekelhof Marcel van den Bergh zijn geweest, maar die stelt dat hij het onmogelijk geweest kan zijn.
Wel werd een foto-journalist rond die tijd ontslagen die foto’s manipuleerde. Daarnaast manipuleert de Volkskrant op gezag van milieuclubs vaker de realiteit. Zie ook hier:
Nu hoef je de kennis van vissers niet te idealiseren, en natuurlijk hoef je niet naïef te zijn over hun belangen: zij willen gewoon lekker vissen, en hebben geen baat bij zure verhalen over hun vak. Maar de theorie van ‘deskundigen’ in het aaldossier is ook niet alles. Jarenlang was eenoog Willem Dekker koning, bij een mysterieus dier waarvan visserijbiologen de voortplanting nog niet begrijpen.
Het beste van twee werelden, wetenschappelijke kennis en praktijk is misschien wel te verkiezen boven zure en gedramatiseerde verhalen. Omdat vissers jagers zijn, en jagers hun prooi kennen, zou het een beetje dom zijn om hun inbreng te negeren.
Die milieuclubs en Sportvisserij Nederland hebben even goed hun economische belangen. Zoals fondsenwerving voor de Vismigratierivier (70-100 miljoen euro voornamelijk publiek geld) en hun ‘droomfonds’-project bij het Haringvliet. (subsidies en loterij-miljoenen). Laten we dus zien wat er WEL aan de hand kan zijn…
Een goede beheerder doet iets terug voor de natuur
Hoewel de paling op landelijk en Europees niveau inderdaad veel minder algemeen werd in afgelopen kwart eeuw (mijn Zoetwatervissengids uit 1967 noemt ‘m nog ’talrijk en in het gehele land voorkomend’), zijn dus sterke kanttekeningen te plaatsen bij het doemverhaal.
En vooral ook bij de door milieuclubs gelegde nadruk op de oorzaken van achteruitgang, die zij vooral bij vissers in de schoenen schuiven. Milieuclubs als WNF trappen continue tegen die beroepsvissers samen met de aarts-rivalen van de beroepsvisserij, Sportvisserij Nederland.
De aal heeft in Nederland en veel andere wateren nooit een ‘natuurlijke’ reproductie gekend, beroepsvissers bedreven vaak een vorm van visteelt. De populatie van 50 jaar terug tot in de jaren ’80 was mede daardoor in onze wateren kunstmatig hoog. Steeds waren er vissers die zogenaamde ‘pootaal’ uitzetten in hun viswateren om op te vetten.
Dat is jonge aal, die je vervolgens uitzet in gebieden waar de stand nog laag is omdat er barrieres bestaan, maar waar genoeg ruimte en voedsel voor ze is.
Zo krikten ze kunstmatig de populatie op, en momenteel doen aalvissers dat uit naam van aalherstel opnieuw. Een zelfde geldt voor glasaal, dat zijn de jonge palinkjes die vanuit het vermoedelijke paaigebied van de Sargasso Zee naar onze kust trekken om het zoete water in te trekken.
Aalherstelplan
Sinds een Aalherstelplan in werking trad in 2009 in Europa, moeten handelaren in kweekpaling 60 procent van de glasaal die Fransen en Britten nu voor de Zuid Franse kust en Britse wegvangen (bv het Severn Estuarium) uitzetten in boezemwateren.
Of, en hoeveel succes dat heeft, daarover zijn de meningen nog verdeeld. De tijd moet het hier leren.
Onderzoek dat Dupan (Duurzame Palingsector Nederland, vertegenwoordigt kweekpaling-sector) met de Combinatie van Beroepsvissers liet uitvoeren door aalbioloog Brian Knight, wekt de suggestie dat als glasaal uitgezette aal beter overleeft, dan pootaal.
Dupan wil met de uitzet van glasaal en pootaal in (door gemalen en de Afsluitdijk afgesloten) boezem-wateren helpen om de stand weer op te krikken. Het uitzetten van jonge aal is de kern van hun beschermings-strategie die ik ook bespreek in Ecomodernisme, het Nieuwe Denken over Groen en Groei.
Dat doet Dupan samen met beroepsvissers uit ordinair economisch eigenbelang. Zonder paling in het water zijn palinghandelaren snel uit bedrijf. Daarom zette Dupan dit voorjaar in Friese boezem-wateren miljoenen glasaaltjes uit, dan kunnen die in het boezemwater uitgroeien tot schieraal.
Dan zet Dupan die paling- als deze zich ophoopt voor gemalen- later weer over de dijk: houtje-touwtje-natuurbescherming is dat, maar je hebt soms weinig keus in 21ste eeuws Nederland dat is afgesloten van de zee. Dit is wat ik ‘Ecologie voor de 21ste Eeuw’ noem.
Mensen die zich inspannen om er met de natuur wat van te maken. Dan kan de natuur ook van ons profiteren, zoals wij dat omgekeerd doen.
We zullen positief-kritisch kijken wat het effect hiervan zal zijn. Die aalvissers en Dupan, ze lijken alvast meer in een paar jaar te doen voor de palingstand, dan wat milieuclubs als WNF in 8 jaar doen. Die zijn vooral goed in het lanceren van zure verhalen in hun massamedia, vaak met een kwestieus waarheidsgehalte.
Glasaal als dure smokkelwaar
Een deel van de neergang van paling, kan verder zijn veroorzaakt doordat voor de Spaanse kust honderden tonnen glasaal per jaar werd weg-gevangen voor de export naar China. Met een verbod op die massale glasaal-export buiten de EU (voor consumptie) in 2009 bij inwerking treden van het Europese Aalherstelplan, is de hoop dat ook meer glasaal onze kust bereikt.
De Chinezen blijven gek op onze glasaal, recent werden op Schiphol 2 mensen aangehouden die 72 kilo glasaal meesmokkelden naar China.
Ook rolde Europol heuse smokkelbendes op, die glasaal aan het Verre Oosten verkochten. In een kilo gaan ongeveer 3500 glasaaltjes.
De glas-aalprijzen zijn nu zo hoog (400 euro per kilo), dat Rekelhof ze dit jaar niet kon uitzetten in de Westeinder Plassen. Andere visserijbedrijven als Klop op de Merwede (die in Zembla negatief in het daglicht werd gezet over ‘dioxine-paling’).
Ze zijn ooit bij mij in Langweer op bezoek geweest) zetten met hun eigen belangenclub voor zoetwatervissers NetViswerk dit voorjaar 10 kilo glasaal uit in binnenwater.
Die glasaaltjes worden voor de Zuid Franse kust gevangen door bedrijven als Aguirrebarrena.
Dupan meldt dat in 1 jaar zo’n 6 miljoen van die glasaaltjes in Nederland werden uitgezet, waaronder 400 duizend door beroepsvissers in het Markermeer. Dus hoewel niet alle beroepsvissers zonder zonde zijn, ze zijn wel nodig voor uitvoeren van het aalherstelplan. Wie zet schieralen anders voorbij het gemaal de zee in?
Vermalen in Gemalen en predatie
Onder voorwaarden kunnen verantwoordelijke beroepsvissers dus een belangrijke hulp zijn van praktische natuurbescherming. Zodra je die vissers weghaalt, dan komt er dankzij de vele door gemalen afgesloten wateren ook geen aal meer binnen.
Schieraal (paairijpe paling, krijgt een metallic-gelige glans) uit de Westeinder Plassen schijnt niettemin toch via het Noordzeekanaal uit te kunnen trekken naar zee. Volgens Rekelhof was een gemerkte schieraal al binnen 3 dagen buiten IJmuiden gesignaleerd vanuit de Westeinderplassen.
Cruciaal is dat hij niet door een gemaal wordt verhakseld, het lot van veel paling in Nederland met haar duizenden gemalen in polders.
Het Nederlandse populatie-beeld – dat ook als onderbouwing werd gebruikt van het door Imares opgestelde Aalherstelplan (2009) – is gebaseerd op vangstgegevens van het IJsselmeer, een onnatuurlijke zoetwaterplas die door de Afsluitdijk ontstond. Dat IJsselmeer kent verschillende ecologische episodes sinds 1933, inclusief verdere inpoldering en afsluiting van het Markermeer.
De aal eet graag muggenlarven, en je kunt aan de data zien dat in de brakwater-jaren vlak na de afsluiting, tegelijk met een muggen-explosie ook de aal in aantal explodeerde. Daarnaast: vangstgegevens kunnen een afspiegeling van de populatie zijn. Maar ze hoeven dat niet te zijn, want er is ook IJsselmeerpaling zwart gevangen en afgezet. Er is dus veel meer gevangen dan gemeld. Dat kan ook ongunstig zijn geweest voor de populatie.
Ook ongunstig voor de aal is de explosieve opmars van andere predatoren als de aal-scholver, zijn naam zegt het al. Iedere aalscholver kan per dag wel een halve kilo op.
Laatst zag Rekelhof met lede ogen toe hoe een club van 300 aalscholvers de Westeinder Plassen (1000 hectare) bezocht. Een eenvoudige rekensom leert dat zo’n clubje aalscholvers per dag wel 2 maal zoveel aal op kan, als dat Rekelhof per week nodig heeft om rendabel te draaien als visser.
Gisteren liet ik al zien hoe ook de meerval van de Westeinder Plassen in aantal toeneemt, een vis die ook aal vreet. (en verder alles dat in de bek past)
Milieu op orde, lege borden…
En daarnaast decimeert ons milieubeleid de biomassa van vis in wateren. Zoals via de Kaderrichtlijn Water die in 2000 in werking trad (decimeren van opgelost fosfaat-concentratie), en via beleid tegen fosfaat dat al in de jaren ’80 werd ingezet.
Het water wordt steeds helderder omdat RZWI’s alle fosfaat verwijderen. Maar helder betekent ook voedsel-armer, zoals het ANT-onderzoek van Deltares bevestigde voor het IJsselmeer. Minder plankton en algen geeft minder vissenlarven-voedsel, en dus ook minder spiering, aan de verlaagde brasem-stand kun je verder de ‘betere’ (een relatief begrip) waterkwaliteit aflezen.
En zoals je ook ziet bij de stand van jonge schol in de Waddenzee, maar ook bij het Markermeer waar ik over schreef voor Elsevier. Sportvissers van de Vinkeveense Plassen dienden daarom al een ‘Motie Fuut’ in bij de gemeenteraad, omdat er steeds minder vis te vangen is.
De observatie van praktijk-mensen en enkele visserijbiologen gaat in tegen het ideologische dogma van ecoloog-activisten op de payroll van de milieubureaucratie: dat dogma luidt, dat het wegnemen van alles dat de mens toevoegt tot ‘betere’ natuur zou leiden. Die ideologie van systeem-ecologen is ook de basis van Europees natuur- en milieubeleid. (the Balance of Nature).
Maar zoals de biologische landbouw ook de helft minder opbrengst geeft dan reguliere landbouw, zo krijg je zonder bemesting ook minder vruchtbaar water en visopbrengst. Bij een ongunstiger stikstof-fosfaat-verhouding krijg je veel minder biologische productie in het water. Wel kun je meer verschillende soorten krijgen in het water.
Het is dus maar net wat je belangrijk vindt. IN de praktijk moet je een belangen-afweging maken. En die valt dan niet in het voordeel uit van die tientallen beroepsvissers die Nederland nog over heeft. Wel van andere belangen.
Wel helder zwemwater
Je kunt dus al te gemakkelijk de beschuldigende vinger naar ‘de overbevissing’ wijzen. Er zijn ook altijd beroepsvissers actief geweest die geen goede beheerders zijn: dat zijn vissers die dus onvoldoende doen om de stand te stimuleren, en die tegelijk teveel vis weg haalden.
Duurzame visserij betekent dat je niet meer wegneemt dan er kan bijgroeien. Je kunt dus zorgen dat je minder wegneemt (wat nu staand beleid is, alle visserij verjagen) of zorgen dat je de biologische productie stimuleert.
Het is onze overheid die op last van Brussel en orthodoxe milieu-activisten de voedselarmer omstandigheden in de boezem veroorzaakt.
De plomp is dus eerder leeggevist omdat er dankzij milieubeleid gericht op de-trofiering (tegenstelling van eutrofiëring, bemesting met voedingstoffen) gewoon veel minder vis is, die langzamer groeit en ook dunner blijft. Net als bij een akker die je niet bemest.
Voor zwemmers is dat fosfaatarmere water gunstig, je hebt vaker goed zwemwater. Voor andere watersporters is dat heldere water een gemengde zegen: want je krijgt ook steeds meer waterplanten op de bodem (er dringt meer licht door), en die planten raken in de schroef van pleziervaarders verstrikt..
De vader van Rekelhof ving rond 1990 nog wel een tienvoud aan vis. De Westeinder Plassen konden meerdere beroepsvissers van een boterham voorzien. Nu is er enkel ruimte voor Rekelhof, die zijn inkomen aanvult met lezingen en toeristische excursies (De Paling en Meerval-Experience), maar hij geeft ook excursies voor schoolklassen.
Rekelhof zijn zoon werd werktuigbouwkundig ingenieur en werkt nu voor een ingenieursbureau. Na Rekelhof- nu 60 jaar- lijkt de laatste beroepsvisser te zijn.
Als de beroepsvisserij uitsterft, zijn er geen mensen meer die uit de eerste hand dagelijks zien wat er met de visstand gebeurt. Zo kun je dan door dagelijkse vangst zien hoe de meerval toeneemt, hoe nieuwe soorten als diverse grondels opkomen, de meerval die toeneemt, de wolhandkrab die in opmars is.
Terwijl de brasem (een bodemberoerende vis, die voedingstoffen vrij maakt, zie foto boven) steeds verder afneemt. Terwijl plantengroei op de bodem explodeert, omdat meer licht tot de bodem doordringt (dat zie je in het kraakheldere Naardermeer ook).
Als visser en natuurhistoricus die dagelijks de natuur in trekt, zie de ecologische verandering door je handen gaan. Meer dan wat voor ecologische theorie geeft die waarneming de realiteit weer.
Bureaudiversiteit blijft groeien
Zonder mensen die iedere dag op het water zijn om te vissen, houdt je vooral ‘deskundigen’ over. Op die manier kreeg je ook de Panda-paling. ‘Waar’ is dan ‘wat de meeste marketing-miljoenen heeft’ en wat het meeste media-herrie maakt.
Bij de overheid en in politiek zie je over de hele linie deze trend: mensen die beleid maken, weten vaak niet meer waarover ze praten. Dat is nog tot daar aan toe. Maar ze doen alsof ze WEL weten waarover ze praten.
Je zult dus altijd je aannames moeten blijven toetsen aan de realiteit, de echte natuur, de praktijk. Iemand als Aart van der Waal is ook een academicus (jurist) die liever achter het bureau vandaan kroop om te gaan vissen.
In ons boek over Ecomodernisme stellen wij voor die negatieve trend om te buigen. Want effectief natuur beschermen lukt alleen wanneer je weet wat er echt in de natuur aan de hand is. Veel ecologen lijken daar helaas niet in geinteresseerd, zo constateert ook Canadees ecoloog Mark Vellend: op zijn werk ga ik deze week verder in.
Op het ijsselmeer gaat het ook goed weer met de paling stand .is gewoon weer goed paling te vangen sinds ze bij de afsluitdijk .weer anders zijn gaan spuien.je kan zo dijk wel helemaal dicht houden maar dan kan er niks in!! De aalstand in de Waddenzee wordt kort gehouden door de zeehonden.en ja dan heb je slechte aal stand .nou nog alleen een goede habitat.want paling houdt NIET VAN HELDER WATER!!!.markerwadden en al die ongein is alleen maar slecht voor de aal.en dan vergeet ik nog de uitheemse aalscholvers.de soort die hier vroeger voor kwam die is er niet meer de kuifaalscholver.kleiner en veel minder talrijk
Volgens mij praat je onzin, de aalscholver is inheems…dat ie minder voorkwam is omdat hij sterk werd vervolgd….Wat wel invloed heeft: ander spuibeheer, maar ik las dat ze daar in de jaren ’60 al mee experimenteerden. Laat onverlet, als ik langs de Afsluitdijk rijd zie ik langs de hele dijk enkel fuiken. Hoeveel schiere aal die via het IJsselmeer uittrekt haalt zo nog de zee?
Ook goed eens uit te zoeken: die peperdure Vismigratierivier, het is een heel leuk project en trekt hopelijk voor de provincie Fryslan toeristen (die dan tegen een haag van giga-windturbines in het Ijsselmeer aankijken)
…maar of hij zal dienen waarvoor hij in naam is bedoeld….Hij dient vooral om met publiek geld een aantal clubs in bedrijf te houden.
Stevig stuk Rypke en fraaie foto’s.
Dat een betere verstandhouding tussen die ‘vermaledijde ecologen’ en die ‘goedbedoelende palingvissers’ nodig is om tot een werkbaar aalherstel te komen, lijkt me duidelijk.
Maar ondertussen wordt op Facebook door een beroepsvisser kleine ‘scharrel-aal’ aangeboden voor € 12 per kg.
Dat helpt het Aalherstel zeker niet! Is dit een uitzondering of komt het veel vaker voor?
Klik hier voor de foto:
https://www.facebook.com/Aalherstel/photos/p.705940946280536/705940946280536/?type=3&theater
(En ‘scharrel-aal’, hoe verzin je het? Net zoiets als ‘scharrelkip’, zeker?)
Beste Hans, dank voor je aanwezigheid. Misschien zou je eens over je frame van de werkelijkheid kunnen nadenken, alsof aan de ene kant ‘de ecologen’ staan, (die volgens mij in jouw wereldvisie ‘de waarheid’ vertegenwoordigen want ‘de wetenschap’, en bij seculier urbane mensen/journalist-medemensen is ‘de’ wetenschap vergelijkbaar met de priesterkaste in de Middeleeuwen, onfeilbaar) versus ‘die vissers met hun belangen’ (die dommeriken)
Als ik iets in 15 jaar wetenschaps-journalistiek leerde is het dat
a. ecologen bepaald niet objectief kunnen zijn en gekleurd door belangen danwel vastzitten in een kokervisie, hoewel ze binnen hun piepkleine specialisatie natuurlijk goed kunnen zijn
b. dat mensen die de natuur door hun handen zien gaan vaak meer kennis van natuur hebben dan mensen die achter hun bureau voor deskundige spelen en dat dergelijke ‘deskundigen’ boventallig aanwezig zijn in de vaderlandse natuurhoek
Een synthese van praktijkgerichte veld-biologen en visserij zou het ideaal zijn. Van vissers mag je dan ook vragen om over hun schaduw te stappen.
En ja, lekker, scharrelaal, heb er nu al zin in, liever scharrelaal, dan een milieuclub met een leugenachtig en zuur verhaal, al zijn de aaltjes op die foto idd wel erg klein…