In Nederland is al de Partij voor de Planten opgericht door mensen gelieerd aan de Permacultuur (kringloop-landbouw), omdat plantaardige mede-wezens net als dieren ook gevoel hebben. In een tijd waarin bomen onder het mom van ‘groene energie’ als ‘biomassa’ worden opgestookt- voor subsidie of vanwege ‘de veiligheid’- kan die meer sensitieve benadering voor levende wezens geen kwaad.
‘Het Verborgen Leven van Bomen’ (2015) van de Orthodox-Duitse Boslim Peter Wohlleben uit de Duitse Eifel (Hummel) helpt je bomen zien als sociale wezens. De natuur blijkt veel wonderlijker dan je dacht. ALS je tenminste dacht.
Dat boek van de houtvester – die naar eigen zeggen met de gevestigde bosbouw brak- het is nu ook in snel leesbaar (1 uurtje) formaat met sterke fotografie te verkrijgen. Wohlleben breekt met de gewoonte om de natuur als ‘ding’ te zien dat je voor subsidie in de brand kan steken (‘groene energie’). Zoals Natuurmonumenten en Staatsbosbeheer tegenwoordig doen met het ambtenaren-apparaat van LNV en de RVO.
Wanneer ik aan de macht zou komen, zou ik alle LNV- en RVO-ambtenaren laten radbraken en vierendelen, hun lichamelijke resten voeren aan de varkens. Maar dat terzijde.
Bomen zijn sociale wezens, daarom groeien ze ook lekker samen in een bos. En die herbivoren van Staatsbosbeheer-ecoloog Frans Vera kunnen ze als kiespijn missen. Sterker nog; bomen hebben allerlei strategieen om vraat-schade te minimaliseren van herbivore zoogdieren en insecten. Daarbij werken ze zelfs samen…
Bomen ellebogen niet enkel om licht. Maar houden ook zwakke broeders overeind omdat ze als groep beter bestand zijn tegen droogte. Ze houden als ‘groep’ het vocht beter vast en ze zijn meer stormvast. Eigenlijk net als de ‘Enten’ in Lord of the Rings.
Bomen verdienen dus meer achting dan ze nu van Staatsbosbeheer krijgen, met haar houtstook-centrale in Purmerend die duizenden hectares bos per jaar vreet. Bomen houden de planeet draaiende, en zorgen er bijvoorbeeld voor dat je ook honderden kilometers landinwaarts nog neerslag krijgt. Bijvoorbeeld door het fijnstof dat ze uitscheiden, condensatiekernen waar waterdamp rond kan condenseren..
Even de vijanden bellen
Bomen die ‘sociaal zijn’? En hoe! Onze Arboretische vrienden praten met elkaar via signaalstoffen, om elkaar bijvoorbeeld te waarschuwen voor een insecten-aanval. Dan maken de buren- bijvoorbeeld de eik- looistoffen aan zodat de blaadjes geen suikerig groen meer smaken, maar tjokvol insecticide komen. Ze kunnen zelfs aan het speeksel van het insect herkennen welke soort ’t is, zo schrijft Wohlleben;
Elke soort heeft zijn eigen speeksel en kan dus onderscheiden worden. En dat lukt zo goed dat door lokstoffen de gerichte hulp van predatoren kan worden ingeroepen, die zich blij- moedig op de plaag storten en de boom op die manier hel- pen. Iepen en dennen roepen bijvoorbeeld de hulp in van kleine wespen.
Die insecten leggen eitjes in bladetende rupsen. Het nageslacht van de wesp ontwikkelt zich daarin door de rups vanbinnen stukje bij beetje op te eten – niet zo’n prettige dood. Maar de bomen worden op die manier van de hinderlijke parasiet bevrijd en kunnen ongedeerd verder groeien.
Het feit dat ze speeksel kunnen herkennen is een bewijs voor nog een ander vermogen van bomen: kennelijk beschikken ze dus ook over smaakzin.
en
Eiken bijvoorbeeld sturen giftige looistoffen naar hun bast en bladeren. Daardoor vinden knagende insecten ofwel de dood ofwel de smaak van de bast en bladeren ver- andert van een heerlijke sla in bittere gal.
Wood Wide Web, de kracht van een goede metafoor
Ook moeten bomen een vorm van leervermogen bezitten. Na een droge zomer, passen ze het jaar daarop het watertransport in het voorjaar aan.
Wat de meeste aandacht kreeg in Wohlleben zijn boek was het beeld van bomen als sociale wezens. Die communiceren via een ondergronds internet van schimmeldraden (Arborale Mycorriza) In 80 procent van de wortels van alle boomsoorten leeft zo’n schimmelsoort in symbiose.(samenwerking)
Zie het als de darm-bacterie (K-bacterie) in ons lijf, die vertering van plantaardig voer mogelijk maakt omdat hij cellulose kan knippen met een eiwit dat eindigt op ‘ase’.
Een theelepeltje bosgrond bevat een paar kilometer van die ‘zwamdraden’. Eén schimmel kan zich in de loop van de eeuwen over een paar vierkante kilometer uitbreiden en zelfs hele bossen verbinden. Door zijn leidingen geeft hij signalen van de ene boom door naar de andere en helpt hen boodschappen over insecten, droogte en andere gevaren uit te wisselen.
Intussen spreekt zelfs de wetenschap van een ‘wood-wide-web’ dat door onze bossen heen loopt. Van wat en hoeveel er wordt uitgewisseld is tot op de dag van vandaag nog maar een heel klein deel onder- zocht. Misschien bestaat er zelfs contact tussen verschillende boomsoorten, ook al beschouwen ze elkaar als concurrenten.
Schimmels volgen nu eenmaal hun eigen strategie, die bemiddelend werkt en de boel weer in evenwicht trekt.
Als bomen verzwakt zijn, neemt misschien niet alleen hun weerstandsvermogen af, maar ook hun vermogen tot communicatie. Anders valt niet goed te verklaren dat insecten gericht kwetsbare exemplaren uitzoeken. Het is denkbaar dat ze luisteren naar de bomen, die paniekerige chemische waarschuwingen registreren en zwijgende individuen testen door in hun bladeren of bast te bijten.
De term Wood Wide Web komt uit de publicatie van Manuela Giovannetti van de Universiteit van Pisa in ‘Plant Signalling and Behaviour’. (2006). Je leest ’t goed; planten-GEDRAG. Je ziet dat de ondergrondse netwerken van schimmels ook als een soort ‘zenuwcellen’ werken, voelsprieten die ‘vriend’ en ‘concurrent’ van elkaar kunnen scheiden.
Here, we examine evidences of self recognition and nonself incompatibility in hyphal networks formed by AM fungi and discuss recent results showing that the root systems of plants belonging to different species, genera and families may be connected by means of anastomosis formation between extraradical mycorrhizal networks, which can create indefinitely large numbers of belowground fungal linkages within plant communities.
De metafoor Wood Wide Web – voor schimmelnetwerken waar planten chemische signalen over uitwisselen- die is bekender dan de kennis er over groot is…
Maar wat zou het. Uiteindelijk dient ook wetenschap om je verbeelding te prikkelen, ook Wohlleben is daarin verdienstelijk. Wetenschap die de verbeelding vermoordt, wat heb je daar aan?
Bedenk een goede metafoor en alle journalisten over de hele Westerse wereld praten er over. Ook de zoon van planten-bioloog Rupert Sheldrake (van ‘The Science Delusion’ en de Morfing Fields-theorie), Merlin houdt zich al bezig met de ondergrondse communicatie van planten via schimmel-netwerken, volgens The New Yorker.
Zijn interviewer Robert Macfarlane is ook al zo’n auteur, die aan een verlangen van stedelingen beantwoordt.
Hij bezocht de ‘wilde plaatsen’ die de Britten nog rest, en zijn verslag van die Britse wildernis werd een bestseller. In die categorie past Peter Wohlleben zijn succes ook; hij beantwoordt aan een verlangen in een door exploitatie en overbevolking geplaagde productie-maatschappij als die van ons.
Wohlleben, een ‘Goede Groene’
Het verhaal van Wohlleben, de Duitse houtvester die met de gevestigde bosbouw brak, en die nu zelf voor zijn gemeente met paarden de bomen oogst is al door alle media van NRC tot De Groene Amsterdammer beschreven. Dus hoef ik dat hier niet te doen.
Wohlleben leeft grotendeels zelfvoorzienend, slacht de eigen dieren die hij eet (konijnen en geiten). Hij beantwoordt aan dat breed gedeelde verlangen dat ‘het moet anders‘ heet. Terug naar de oorsprong. Het globalisme vervreemdt mensen van de eigen plaats, gemeenschap en van de bron van zijn voedsel; de natuur.
Het succes van de Klimaatgekte is een religieus dingetje, dat ook aan dat verlangen appelleert naar ‘de oorsprong’. Maar de meeste mensen van linkse media zien nog niet, dat Klimaatgekte HET vehikel van het globalisme is dat ze juist vervreemdt. Bij Wohlleben – een klassieke LOKALIST- twijfel je geen moment aan zijn oprechte intenties.
Hij lijkt ook te leven wat hij preekt. Een ‘Goede Groene’ dus…
Volgens Wholleben zou de huidige CO2-verrijking weliswaar tot snellere bosgroei leiden, maar snelle groeiers zouden eerder sterven. Wohlleben is meer van de Slow Forest-beweging. Hoe langer een boom de tijd krijgt om te groeien, hoe ouder hij kan worden.
Volgens hem gaan snelle groeiers ook eerder dood. Veel bewijs voor die redenaties vinden we niet, wel veel verlangen. Toch kan iets meer Wohlleben in menig bos geen kwaad. In Nederland is slechts 3000 hectare bos sinds 1987 volledig met rust gelaten, de bosreservaten.
Verder kapt en zaagt en ploegt men er lustig op los bij Natuurmonumenten, de Landschappen en vooral Staatsbosbeheer. De Duitse houtvester haakt meer aan op de Dauerwald-beweging die al in de nazi-tijd ontstond.
Wohlleben past zo in de Romantische Duitse traditie van Naturphilosophen, waar ook Viktor Schauberger in past. Ook dat gedweep met Indianen dat bij de Duitsers al in de 19de eeuw een rage was, natuurmensen, we vinden het terug. Daarin past ook de hier besproken Duitse filosoof Ludwig Klages (1870-1952). Die formuleerde in 1913 al met ‘Mensch Und Erde’ (1913) het oprichtingsmanifest van de Duitse Groene Partij (1980).
De Duitse Houtvester is kortom zo’n typische Germaanse nobele wilde.
Aansluiten op het web van de natuur
Peter Wohlleben is – conform zijn voorliefde voor het ‘inheemse’ van de Heimat- een Beukenman. Buchenwald, dat is typisch Duits. Dat zijn zijn bomen. Ik ben een Haagbeukenman, hoewel je me voor een mooie oude eik ook altijd mag wakker bellen. Zijn afkeer van naaldbomen hoef je vanuit biodiversiteit-oogpunt ook niet te delen. Het zijn ideale nestbomen voor wespendieven, haviken, roestbomen voor uilen.
Er zijn ook paddenstoel-liefhebbers (in Nederland Eef Arnolds) die in de wat oudere naaldbos-opstandjes de meest interessante paddenstoel-gemeenschappen vinden. Wanneer Natuurmonumenten of Staatsbosbeheer voor natuurherstel-subsidie (SNL) weer naaldbos kapt, hoeft dat dus helemaal niet goed te zijn voor de soortenrijkdom.
Die ‘Hang naar Zuiverheid’ van de Duitse school, inclusief ras-zuiverheid en soort-zuiverheid. En die haat tegen ‘exoten’, daar zijn we hier op Interessante Tijden niet zo van. Voor je het weet wordt dat een heuse ideologie waar je in doordraaft voor subsidie. Dan krijg je een door Eichmann-achtige ambtenaartjes van LNV of RVO gestuurde bio-holocaust tegen ‘exoten’ als de Amerikaanse eik.
Die ‘hang naar zuiverheid’ is een zeer Duits dingetje, alsof ze hun sterke discipline en ratio moeten balanceren met een soort Sehnsucht.
Waar de Duitsers aan de ene kant een sterke nadruk op “Wissenschaft’ leggen, wil de Duitse ‘ziel’, de Seele volgens Ludwig Klages juist breken met ‘Geist’. Die term zou je vertalen in het Nederlands als ‘hokjesgeest’, in het Engels komt ‘mind’ het dichtste bij. Voorstellingen, meningen, redenaties en afspiegelingen die je tot werkelijkheid verheft boven instinct, intuïtie, voelen.
Daar zit wel een waarheid in natuurlijk, anders sloeg het niet zo aan. Te snel ‘oordelen’ (Geist) weerhoudt je van waarnemen, voelen, kijken, aansluiten op het web van de natuur. En dan zie je voorbij aan wat voor je neus ligt. Je ziet de waarde van iets niet als je het niet herkent.
Bij die benadering van Duits romanticisme, met haar lamentaties over ‘De Vooruitgang’ zie je ook een afkeer tegen ‘De Verlichting’ en haar progressivisme. Volgens romantisch oer-filosoof Klages is ‘Progressie’ niets dan ‘machtshonger’. En zo zou men ‘de’ wetenschap gebruiken vanuit de wil om de natuur te ontleden en onderwerpen.
Volgens Ludwig Klages blokkeren die verstandelijke voorstellingen de ‘Seele’, de Eros, scheppende levenskracht. In Frankrijk kwam het ‘Vitalisme’ van Henri Bergsson het dichtste bij wat Klages bedoelt. Maar de Duitsers deden er in de laat 18d, 19de en 20ste eeuw nog een schepje bovenop.
Daardoor klinkt de term ‘Buchenwald’ nog steeds wat beladen.
Terwijl Buchenwald gewoon ‘beukenbos’ betekent, het woud-type waarvan de Duitsers het grootste oppervlak van Europa van hebben.
In ‘Buch’, daarin herken je het woord ‘boek’. Beukenbast werd in de Middeleeuwen wel gebruikt om op te schrijven bij gebrek aan (te duur) perkament. En omdat de Turken en Barbarijse piraten de toegang blokkeerden tot Papyrus uit het Midden Oosten via de Middellandse Zee. Omdat die Islamieten de christenhonden al vanaf de 7de eeuw het leven zuur maakten.
Hoe het ook zij; wanneer je nu het bos inloopt, dan kun jij niet alleen met bomen praten, net als Prinses Irene die haar gelijk nu ‘wetenschappelijk’ bewezen ziet. Wie weet kletsen die bomen onderling ook wel over jou… Dat ze elkaar via hun ‘Wood Wide Web’ een ‘messenger’-berichtje sturen;
Moet je die rare kwiebus zien. Of je er dan nog mee wilt knuffelen?
Het is schrikbarend hoe er de laatste jaren een ware bomenslachting gaande is in Nederland. Niets wordt ontzien. Prachtige, majestueuze reuzen gaan om. Complete monumentale lanen worden kaalgehakt. De steden worden steeds kaler. Ook op het platteland verdwijnen de houtwallen en hele bosgebieden in een ongekend tempo.
Ook de zelfingenomen ecologen doen hieraan mee: gesubsidieerde projecten ter “herstructurering” van natuurgebieden zorgen ervoor dat ook hier het bos wordt weggehakt ( “om insect x of y terug te brengen” – geen rekening houdend met de verstoring van het ecosysteem en de verdwijning van vele andere dieren ). De gemeentebesturen luisteren niet naar protesten van burgers en komen met diverse vage smoesjes ter verklaring van de hakzucht.
“Het moet ópen zijn” , zo legde een domme ambtenaresse uit aan verontruste inwoners ( hoezo “open”, en waarom? ). Of: “dit is preventief” ( waarvoor?) . De smoes “de bomen zijn ziek” gelooft inmiddels niemand meer. Kapvergunningen worden afgeschaft of ‘versoepeld’. Regelmatig staan er burgers in tranen bij, hulpeloos toekijkend als er wéér een kerngezonde boom, die niemand in de weg staat doch het stadsbeeld verfraait, om onduidelijke redenen tegen de vlakte gaat.
De gemeenten weten best dat één boom voldoende CO2 omzet om drie mensen van zuurstof te voorzien. Ook de vele andere heilzame eigenschappen van bomen zijn maar al te goed bekend bij de uitvoerders. Gemeenten roepen dat ze “het groener willen maken”, maar ondertussen vernietigen ze al wat mooi is en leeft in en buiten de stad!
En toch blijft het meedogenloos doorgaan. Straks zijn alle grote eiken en beuken verdwenen. in plaats daarvan moet er zogenaamd ‘herplant’ worden. Maar waar zijn die nieuwe jonge bomen dan? En waarom “moeten” er gezonde bomen weg om er vervolgens kleine sprieten voor terug te plaatsen?
De aangerichte schade is nu al niet meer te herstellen. Dit beleid moet stoppen. Brussel is letterlijk van God los. Het moet toch op één op andere manier mogelijk zijn om invloed uit te oefenen op het beleid dichterbij, om een halt toe te roepen aan de vernietiging van dat wat schoonheid, leven en gezondheid brengt in dit al te versteedse land.
“Wanneer ik aan de macht zou komen, zou ik alle LNV- en RVO-ambtenaren laten radbraken en vierendelen, hun lichamelijke resten voeren aan de varkens. Maar dat terzijde.”
En ik was zo blij omdat ik alleen biologische varkens eet. Die komen van kleine producenten, wie weet wat zij hun dieren voeren…
@Erik Het cabaretgedeelte moet je los zien van het serieuze gedeelte, misschien schat ik mijn lezers te hoog in
Dat ze dat niet doen of kunnen