Het is deze week Natura 2000-week op Interessante tijden. We duiken samen met H1351, bij het gewone publiek bekend als ‘bruinvis’ door de mazen van Natura 2000, de nationale invulling van Brusselse natuurregels.
Hoe je tot 2 decimalen achter de komma kunt rekenen aan populaties die je met 200 kilometer per uur vliegend over tienduizenden vierkante kilometers schat. Zo kun je zelfs het aantal ‘bruinvisverstoringsdagen’ berekenen :-), iets dat niet bestaat, behalve op papier bij consultants die het Ministerie van ‘Klimaat’ bedienen.
Daardoor mag je bij het heien voor windturbines voor Hollandse Kust Noord op de kop af 510 dieren doden, 1% van het streefdoel.
Dat doel van op de kop af 51000 bruinvissen (in Noordzee en Waddenzee), zwom in 1997 uit de dikke duim van 1 ecoloog voor RIKZ…Hoe hoger het verbeterdoel, hoe meer werk voor onderzoeksbureaus EN de grote industrie krijgt zo meer speelruimte.
H1351, alias ‘de bruinvis’, wil niet dat je heit op ‘bruinvisverstoringsdagen’
Bruinvissen, hierna met de overheids-codenaam H1351 aangesproken, kun je zien wanneer je met vissers meevaart. Bijvoorbeeld in het vroege voorjaar op de Waddenzee. Of op de veerpont naar Texel in het Marsdiep. Even hup, zo’n miniem rugvinnetje van H1351, een halve seconde en dat was het dan alweer. Je moet wel heel alert zijn.
Dus vooralsnog geen foto om te tonen, en bij bruinvis-hotspot De Sylt moet je die rugvinnetjes hieronder maar eeh, ja er een beetje bijverzinnen. We zagen ze even, maar ze zijn met een flits weer verdwenen.
Die observatie ‘ik zag slechts af en toe een rugvinnetje 1 halve seconde’ lijkt irrelevant.
Maar zij vormt de kern van het probleem dat heet: ‘Exact ogende data genereren waar er geen zijn, omdat de overheid dat graag wil’. Wanneer 1 bruinvis het verschil maakt tussen ‘je mag wel/niet bouwen’, kan het maken van bruinvislucht een juridische aangelegenheid worden waarbij miljoenen op het spel staan voor die overheid.
In deze aflevering zien we hoe de overheid een papieren pressiemiddel ‘uit de dunne lucht’ tovert met door haar betaalde beleids-prostituees, om naar eigen willekeur beleid op te leggen. Samen met de milieuclubs die ze betaalt, en de onderzoeksclubs die profiteren van ‘meer onderzoek nodig’ als NIOZ en Wageningen UR.
Uw Bullshitdetector geeft op zijn cursussen alvast regel 0 als eerste; is er sprake van ‘achting voor waarheid’. Of bepaalt de vraag/het belang van de opdrachtgever de gefabriceerde uitkomst? Bij de formule van bruinvisverstoringsdagen hoef je niet eens de methodiek in te duiken om te zien wat het is.
Zelden zagen we zulke klassieke bullshit volgens de Frankfurt-definitie ‘Ergens mee weg willen komen’. Zo’n Harry Potter-toverformule om mogelijk te maken wat niet mag, natuur vol energie-industrie zetten. En dat dan op wetenschap doen lijken.
Bruinvissen tot decimalen achter de komma?
Hoe kun je nu tot achter de komma met ‘bruinvissen per vierkante kilometer’ rekenen en ‘bruinvisverstoringsdagen’ 🙂 en dat heet in je formule dan bvdd 🙂 Dat je zelfs een prachtige formule verzint met een vermenigvuldigingsfactor met 2 cijfers achter de komma 🙂 🙂
Tenzij je de meest loepzuivere Bullshit bedrijft als Pondera Consult, het maken van een eigen papieren werkelijkheid voor je klant, het Ministerie van Klimaat die windturbines in natuurgebied wil, het zelfde gebied (H1110, permanent overstroomde zandbanken) waar vissers vanwege het oneindig rekbare want subjectieve begrip ‘bodemberoering’ weg moeten.
Op bladzijde 37 van de Passende Beoordeling voor het Ministerie van ‘Klimaat’ (dat die windturbines wil vanwege de bouwlobby van Van Oord, Boskalis, Eneco cs) lezen we
Recente berekeningen op basis van gecorrigeerde vliegtuigtellingen voor het NCP komen uit op circa 0.44 dieren/km2 in juli, 0.51 in oktober/november en 1.44 in maart.
Deze dichtheden komen overeen met totale aantallen bruinvissen van circa 26.000 in juli (95%- betrouwbaarheidsinterval: 14.000-54.000), circa 30.000 in oktober/november (16.000-59.000) en circa 86.000 in maart (49.000-165.000) in het gehele NCP (Geelhoed e.a., 2011).
…omdat de behoefte daaraan bestaat
Dus je kunt met vermenigvuldigingsfactoren van liefst 2 decimalen achter de komma rekenen, dat je op een foto als hierboven wel 0,44 bruinvis ziet zwemmen, oplopend tot 1,44 bruinvissen in maart. Dan moet Wageningen UR dus wel extreem nauwkeurige en hoogbegaafde telmeesters hebben, tenzij je met lucht rekent; H1354-dieren die er in het eggie niet zijn.
Dat ze geen rugvinnetje missen dat 1 seconde boven water floept. Hoe DOEN ze het 🙂 Betaald door het zelfde ministerie dat ook die windturbines wil in dat ‘kwetsbare natuurgebied’. Terwijl vissers op de Vlakte Van Raan en Noordzeekustzone een ‘verbeterdoel’ aangesmeerd kregen vanwege de bruinvis. Omdat het door Boskalis en het Ministerie van Windmolens gesponsorde Stichting de Noordzee dat afdwong.
Daarover later meer. Nu de vraag; hoe doen ze het, het tellen van 0,44 bruinvissen per vierkante kilometer zee?
Bij 200 km per uur tellen wat bij 4km per uur al lastig is
Dat lezen we hier bij Wetenschap op Bestelling BV, Woag’ning’n Merien Riesurtsj; in juli maken ze over de gehele Nederlandse Noordzee zes vluchten. Dat doen ze nu 10 jaar sinds 2008. Drie Wageningers zoeven met 186 kilometer per uur over 2362 km Noordzee, bij merendeels matig tot slecht zomerweer terwijl 1 van hen bij de kreet ‘ja ik zie 1, geloof ik’ op de laptop invoert.
En ik vond het tellen op de veerboot met 8 knopen al lastig. Wat, zelfs al bij 4km vissnelhed….
We hebben hier dan ook met buitengewoon hoogbegaafde telmeesters van doen van het gezaghebbende en hoog aangeschreven Imares. 🙂 Mensen, die de kunst ‘data genereren waar er geen zijn’ tot in de puntjes beheersen. Daar ben ik dan weer slechter in, maar zo heeft ieder zijn/haar gaven.
In 2017 telden ze daar bij merendeels matige tot slechte weercondities 299 bruinvissen, met daaronder 21 kalfjes. En meer weten ze niet, de rest is statistiek; data genereren waar er geen zijn. Het verschil tussen boven- en ondergrens is dus groter dan je ‘populatie-schatting’ zelf. Geen wonder dat je het voorzorgprincipe nodig hebt als ecologen (omkering bewijslast) om op die wijze natuurregels af te dwingen.
Wat tellen ze nu vanuit de lucht? Lucht
Je hebt wat standaard-trucs uit de biologie om trefkans naar populaties om te rekenen. Dus dat je die 2362 kilometer omrekent naar een aandeel oppervlakte dat je telmeesters en laptop-bioloog invoerden toen ze met 200 kilometer per uur voorbij zoefden. En je mengt bij die datasoep dan de kans dat je dieren over het hoofd ziet, even roerbakken, zak zeezout er bij.
En dan krijg je een populatie van 0,44 dieren per vierkante kilometer. Die vermenigvuldig je met het oppervlak van de Nederlandse Noordzee, peper en zout er bij. En plots zijn daar in juli 26 duizend bruinvissen. Nou ja, ’t kunnen er 14 duizend zijn. Of 54 duizend. Voor het aureool van wetenschappelijkheid presenteer je dat als ‘onzekerheidsmarge’. Door het jaar heen schat je dan dat er 14 duizend kunnen zijn als ondergrens. En in het voorjaar is het maximum 165 duizend.
Juist ja. Hoeveel zijn er dan nu? Ja ehh… Nou ja, zolang MWF Peijs bij LNV de rekeningen maar betaalt….
Je rekent dus met H1354-lucht om een getal te produceren van ‘x bruinvis per vierkante kilometer’. Bruinvislucht per hectare. Zo koppel je een fictieve populatie aan een oppervlakte-eenheid. En daar ging het om. Nu kun je dus altijd en overal heien wanneer de oppervlakte van je heigebied maar klein genoeg is per planperiode.
Immers als je 0,44 bruinvis per vierkante kilometer hebt berekend. En er mogen 510 van die H1354-dieren dood op papier, wat 1 procent is van het populatiedoel van Nederland; 51000.
Dan heb je een speelruimte van 1159 vierkante kilometer per keer, waarbinnen je hei-activiteiten tot blijvende gehoorbeschadiging/de dood op papier zou leiden. Ook een betekenisloos getal. Maar het moet wat lijken. Je kunt dan je plangebiedje verkleinen. En omdat je het aantal bruinvissen afhankelijk maakte van oppervlakte, maak je op papier minder bruinvissen dood als je het projectgebied doorknipt.
Waar komen die 510 bruinvissen vandaan zwemmen?
Vervolgens heb je dus de reeds vermeldde 1%-regel uit de Passende Beoordeling, wanneer je natuur wilt beschadigen. Dat je activiteit niet meer beestjes op papier doodt, dan 1 procent van het instandhoudingsdoel. Waarom 1 procent? Nou ja, eeh, daarom. Dat is zo afgesproken. Dus je mag niet meer doden dan de hoeveelheid dieren die er NOG NIET ZIJN of waren bij opstellen van dat doel. Maar die de overheid wenst dat ze er ooit zullen zijn.
Ehhh… 🙂
Die 510 maximaal te doden dieren is 1 procent van een theoretisch wensdoel van 51.000 dieren in de Nederlandse wateren. Voor de Waddenzee op de kop af 1000, en de rest van de Noordzee 50.000. Wie heeft dat nu weer bedacht? Dat lazen we al bij Rick Wortelboer van het Planbureau voor de Leefomgeving in Natuurkwaliteit van Zoute Wateren. (2010) op bladzijde 126
Twee bruinvissen in 1 klap
Het streefdoel is dus door belanghebbende ecologen opgesteld. Die dan weer nieuwe opdrachten krijgen met lijnvluchtjes over de Noordzee om te bepalen; ‘zijn we er al’, hun uurtje-factuurtje indienend bij Mevrouw Peijs van onze overheid.
Dus zou je een (niet op tellingen gebaseerde) Nederlandse door een paar ecologen gewenste populatie hanteren van 32.500, dan zou je 325 bruinvissen mogen doden. Bovendien zou de bruinvis zonder hulp zijn eigen streefdoel al gehaald hebben. Maar dan krijgt Wageningen UR met NIOZ geen bruinvisgeld meer van Mevrouw Peijs
Maar ho ho, de schoorsteen moet wel roken bij het Buckler der Mariene Biologie Imares en Alterra, nu ‘Woagn’ningen Merien Riesurtjs’. Gooi die referentie-waarde voor ‘zoveel bruinvissen horen er te zijn’ omhoog tot het niveau waarmee je kunt wegkomen; en je slaat 2 bruinvissen in 1 klap.
- Je mag langer onderzoek doen en factuurtjes bij Mevrouw Peijs inleveren omdat het H1354-streefdoel niet is gehaald.
- En het te doden/verstoren aantal H1354-dieren door industrie-activiteit die onze overheid als zandwinner en windmolenaar wenst krijgt een ruimere marge.
Je kunt op grotere plangebieden je gang gaan per project, wanneer je er op papier 510 mag verstoren/doden dan wanneer je er maar 300 mag verjagen. Omdat 1 ecoloog in 1997 dat hogere getal 51.000 uit zijn duim zoog voor RIKZ, Martin Baptist, nou vooruit 2; Jagtman deed ook mee. En dat rapport (boven) blijven ze dan naar verwijzen:
Vervolgens moet je als Pondera Consult voor je Klimaatministerie een manier vinden om onder die 510 te komen. Dan ga je dus met bruinvissen per vierkante kilometer rekenen. En met wat papieren ficties als ‘bruinvisverstoringsdagen’ kom je er dan wel uit. Dat je de Sandwich-strategie toepast. Je knipt je plan in 2-en, en plots kom je per project alsnog onder die dekselse 510 fictieve bruinvissen.
Dat is inderdaad wat ze doen (blz 11 PB)
Het VKA is (mede) tot stand gekomen op basis van de milieu- informatie uit het MER, en bestaat uit een voorkeursbandbreedte in combinatie met mitigerende maatregelen, een verkleining van de kavel én er wordt afgezien om een deel van kavel V te reserveren voor innovaties (eerder ook als kavel VI benoemd).
In fase 2, of 3 herhaal je dat kunstje opnieuw. Je verkleint je plangebied per project (Sandwich-strategie) en dan schijnen op papier bij het heien minder (papieren) bruinvissen dood te gaan. Op papier dan. Tenzij je ‘visser’ bent; dan gelden andere regels, veel meer regels en daarover gaat morgen aflevering 2 in de H1354-Natura 2000-feestweek op Interessante Tijden.
Corrigeer me alsjeblieft wanneer er iets niet klopt dat ik schreef, maar ik vrees het ergste…. Dit is wat je ‘Beleidswetenschap’ noemt, maar je kunt ’t dus beter gewoon BS noemen; Stieren-fecalien die enkel met een kilo zeezout te nuttigen zijn.