PR-bedrijf Sportvisserij Nederland in Bilthoven ontstond uit een bedrijf van het Ministerie van LNV, de ‘Organisatie ter Verbetering Binnenvisserij’ (OVB) dat bij Rijksbesluit in 2006 werd opgeheven.
OVB krikte sinds 1952 kunstmatig de visstand op in binnenwateren voor beroepsvisserij, van bijvoorbeeld paling, snoekbaars en snoek. Dat gebeurde via uitzet van honderden tonnen pootvis per jaar. Bij huidige ‘herstelplannen’ voor aal en snoekbaars, is dat bestandsherstel met pootvis uit de natuurlijke historie gewist.
Historisch hoge vispopulaties van Nederland die als ‘natuurlijke’ referentie worden verkocht door Sportvisserij Nederland en LNV/Wageningen UR, zijn dus (deels) een cultuurproduct, dat voortkwam uit het sinds 1924 opererende Rijkspootvisfonds.
Verkoop van de Visakte (nu Vispas) voor ‘vrije hengelaars’ financierde kweek en uitzet van pootvis tot 1999. De huidige 8 miljoen euro inkomsten uit de Vispas voor ongeveer 0,5 miljoen sportvissers dienen vrijwel uitsluitend de PR-kas van Sportvisserij Nederland, met campagnes ten koste van beroepsvisserij.
Pootvis uit geschiedenis gewist…
Wat mij nog onbekend was, is dat het PR-bedrijf Sportvisserij Nederland (particuliere stichting) voortkomt uit een in 2006 opgeheven overheidsbedrijf, dat werd opgericht om vis te kweken en uit te zetten in binnenwateren. ( = pootvis, net als pootaardappel)
Dat aspect van pootvis (net als ‘pootaardappel’) vermeldde de academisch geschoolde binnenvisser Aart van der Waal nog niet in zijn ‘Aalbacadbra’-rapport (2020) over de ‘dolende palingwetenschap’.
Daarin geeft Van der Waal en overzicht van het gesjoemel met data over de ‘natuurlijke’ populatie palingen in Nederland. Ook wordt met de natte vinger een ‘natuurlijke’ referentie verzonnen voor hoeveel paling introk in binnenwateren, dus zonder hulp. En hoeveel er uittrok.
Maar die data zijn dus bij benadering niet betrouwbaar. En bovendien zijn ze gebaseerd op een cultuurlijke referentie, dus een door mensen kunstmatig gestimuleerde situatie
Het huidige Sportvisserij Nederland is juist een alarmfabriek, die ‘natuurontwikkeling’-projecten helpt verkopen samen met andere private fondsenwervings-bedrijven als WNF. Die -meestal rijk gesubsidieerde clubs- zetten zich actief af tegen de beroepsvisserij en traditionele natuurgebruikers.
Terwijl de OVB juist een samenwerkingsverband van hobby-hengelaars met die visserij was. Over de OVB schreef Jaap Quak (vm PR-man Sportvisserij Nederland) in 2003 het boekje ‘Van Karper tot Kennis’ (2003) over 50 jaar OVB van 1952-2002.
Dit overheidsbedrijf werd vanuit de Visserij-inspectie van het Ministerie van LNV opgericht in 1952, met 500 duizend euro startsubsidie van het Rijkspootvisfonds in 1952. Het zou jaarlijks in haar toptijd tussen de jaren ’60-’80 honderden tonnen pootvis uitzetten, zoals pootaal. Dat pootvisfonds opereerde al vanaf 1924. (Rijkspootvisfonds)
‘Visherstel’ nu alleen nog op ‘groene’ manier
Maar door het vervallen van de opgekweekte vis als herstelmiddel in 1999- na een wetswijziging- kwam het belangrijkste bestaansrecht van de OVB dus op losse schroeven. In 2004 zou de laatste pootvis worden uitgezet, het ecologistische kamp had gewonnen.
De overwinning van het ecologisme (‘natuur’= ‘afblijven’) was ook af te zien aan de fusie van het RIVO (Rijksinstituut Visserijonderzoek) tot Imares met de ecologisten van Alterra. Plots moest het voorheen productiegerichte RIVO ‘groen’ doen. In de praktijk ging Imares (Stichting van LNV) van twee walletjes eten, zowel visserijonderzoek doen als Natura 2000-plannen schrijven.
Het OVB werd daarnaast slachtoffer van de privatiseringsgolf ( = bezuinigingen op publieke taken) van de Paarse kabinetten.
Die OVB was van de jaren ’60-’80 een uitdrukkelijk samenwerkingsverband tussen de beroepsvisserij en de opkomende ‘vrije hengelaars’, hobbyvissers. Die ‘vrije hengelaars’ moesten middels een vispas dan meebetalen aan uitzet van pootvis, de hoofdtaak van dat OVB.
Zo vormden hengelaars met de beroepsvissers tot 1999 een gedeelde belangenclub. Toen raakte pootvis als herstelmiddel uit de gratie.
Geschiedsvervalsing onderbouwt Aalbeheerplan
De aanname van het ‘Aalbeheerplan’ (2009) van de Nederlandse overheid, leunt dus op geschiedsvervalsing. Daarin claimt men ook in 2015 nog te weten wat een ‘pristiene biomassa’ is. Dus een natuurlijke referentie zonder helpende hand. Terwijl de aal al een eeuw een cultuurvis is:
Al met al moet worden geconcludeerd dat de aalsterfte door menselijk handelen in Nederland aanzienlijk is afgenomen. Ondanks deze afname in aalsterfte blijft de status van aal in de Nederland “ongewenst” (hoge sterfte, lage biomassa).
De huidige biomassa van uittrekkende schieraal ligt onder de doelstelling van minimaal 40% van de pristine biomassa (B0) (exclusief zee- en kustwateren)
Pristiene Biomassa = Bullshit bij een cultuurvis als de paling. Niemand kan bij benadering zo’n schatting van palingstand geven in het door mensen gemaakte Nederland. Die meetgegevens bestaan niet, noch zijn ze van gelijke kwaliteit beschikbaar.
- ‘Pristien’ gelijkstellen aan ‘optimaal’ is dus een vorm van geschiedsvervalsing. Daarom zijn we hier ook ‘studiecentrum voor natuurlijke historie’. De natuur is een optelsom van opvolgende gebeurtenissen. Geen optimaliseerbaar ‘systeem’, wanneer je er maar genoeg academische smeerolie in giet.
Vispas was bedoeld om pootvis te financieren
De praktijk van kweek en uitzet van pootvis tot herstel van de visstand, dat werd dus uit de historie gewist door de overheid, Wageningen UR (Wim Dekker) en milieuclubs. En vervangen door een ‘pristien’ ideaal. Van die naar een wereldvisie gefabriceerde cijfers kon de natuurontwikkelindustrie profiteren vanaf 2004.
Denk aan de huidige ‘Vismigratierivier‘ in de Afsluitdijk die tientallen miljoenen euro’s publieke financiering krijgt. Maar ook Droomfonds-projecten als in het Haringvliet, waar Sportvisserij Nederland aan mee roeptoetert.
Al deze projecten gaan dan ten koste van de traditionele binnenvisserij. Terwijl de OVB in het belang van die beroepsvissers was opgericht. Historische populatiecijfers die als ‘natuurlijk’ worden verkocht, zijn door die pootvis kunstmatig opgekrikt. En zoals we zien, moet het om substantiële hoeveelheden pootvis, pootaal en ook glasaal zijn gegaan.
Kwekerijen door aalscholvers op de fles
De Pootvis werd gefinancierd met rijksbijdragen. En met de bijdragen uit de ‘Visakte’ van ‘vrije hengelaars’, nadat het hobbyvissen in de jaren ’60 populairder werd. Die bijdrage bedroeg in 1968 voor een ‘grote visakte’ 5 euro.
Echter, een groot deel van de inkomsten uit vispassen van hengelaars, 1 miljoen euro, vielen weg in de jaren ’80-’90, als gevolg van opheffing van de veldpolitie. Er was geen handhaving op zwartvissen, zodat steeds minder sportvissers zo’n pas aanschaften. Ondergetekende had in zijn jeugd in de jaren ’80 ook nooit zo’n pasje, maar je ving wel paling en baars voor de pan.
Vanwege de kosten, bezuinigde OVB vervolgens op de kweek en uitzet van pootvis
De OVB had als ‘zelfstandig bestuursorgaan’ ( ZBO, overheidsbedrijf, vergelijkbaar met bijvoorbeeld ‘Staatsbosbeheer’) omvangrijke kwekerijen voor ondermeer karper, zoals in Oostelijk Flevoland. Maar de ene tak van de overheid zou de ander duperen.
De Rijksdienst voor de IJsselmeerpolders (RIJP) veranderde in 1975 de bestemming van de Oostvaardersplassen van ‘industriegebied’ in ‘Natuurgebied’. Zo ontstond een Walhalla voor broedende aalscholvers, die bij de naastgelegen kwekerijen van de OVB hun vis kwamen scoren
Al gauw ging zo de hele kwekerij door aalscholverpredatie op de fles. Dus spande de OVB in 1982 de ‘Aalscholverprocedure’ aan tegen het RIJP, omdat die de bestemming van de OVP in ‘natuur’ hadden veranderd. Die procedure zou tot 1999 voortslepen. De OVB eiste een schadevergoeding.
De overheid paste succesvol een bekende vertragingstactiek toe. Zoals met een ‘commissie van deskundigen’, die de OVB haar positie zou ondergraven. Zo kreeg OVB een fractie van de aalscholver-schade vergoed in 1999. Maar haar rol was toen al uitgespeeld.
De OVB haalde bakzijl, en met het wegvallen van die kwekerijen verloor ze een belangrijke functie. Ook haar omvangrijke kwekerij in Beesd werd onrendabel dankzij aalscholvers. Net als zeehonden werden die dieren dankzij het opkomende ecologisme vanaf de jaren ’70-80 belangrijker geacht, dan de opbrengsten voor de binnenvisserij.
Opnieuw zie je hier dus hoe vals het poneren is van een ‘pristiene historie’: immers, toen speelde vispredatie door aalscholvers dankzij de jacht een verwaarloosbare rol. ‘Pristien’ (geen mensen) als ‘optimaal’ poneren is een ideologie, die de 2030 Agenda helpt: het vernietigen van cultuur.
En zo verdween ook de kunstmatige ophoging van de visstand via uitzet van pootvis. Het kan niet anders, of dit wegvallen had invloed op de totale visstand.
Honderden tonnen pootvis per jaar
Dus: 50 jaar lang is de visstand kunstmatig opgekrikt in Nederland door de OVB. Dat gebeurde via jaarlijkse uitzet van tientallen tonnen vis, die in omvangrijke kwekerijen werden opgekweekt. Zo werd in 1975 nog 80 ton ‘driezomerige’ karper uitgezet. En 30 ton 2-zomerige karper.
De moderne piek in de uitzet van pootaal in binnenwateren bedroeg in 1981 nog 30 ton. Die pootaal werd tot aanleg van de Deltawerken in de Zeeuwse kustwateren rond Haringvliet gevangen. Vervolgens verplaatste die vangst zich in 1970 naar de Waddenzee.
Beroepsvissers uit Makkum zouden voor de OVB vervolgens uit de Waddenzee pootaal oogsten. Die haalden daar in 1985 nog 25 ton pootaal uit voor uitzet, en 25 ton voor aalmesterijen.
Op de piek van uitzet in binnenwateren werd wel 10 ton glasaal aangevoerd voor uitzet, in 1981, met name vanuit Frankrijk en Engeland (de Severn). Maar ook voor de sluizen van Kornwerderzand werd de glasaal opgevist voor uitzet. Nu geeft de overheid voor die vangst in NL geen vergunningen meer.
De organisatie van palingkwekers- gevestigd op de Wageningse Campus- Dupan, die laat nu nog 1000 kilo glasaal aanvoeren. Deels voor de mesterijen, en deels voor uitzet.
‘Faunavervalsing’
Met name de opkomst van aalmesterijen in 1973 deed de vraag naar glasaal groeien. Ook zou vraag naar glasaal uit Azië stijgen en Mexico. Zo werd meer glasaal voor de Britse en Franse kust weggevist. En dus kwam er steeds minder glasaal beschikbaar voor het kunstmatig ophogen van de aalstand in Nederlandse binnenwateren.
Ook werd de kweekvis in de koelwaterbasins van elektriciteitscentrales opgefokt. Omdat ze in dat warme water beter groeiden. Zoals die van de Flevocentrale. Die praktijk eindigde pas, toen zulke gascentrales niet meer continue draaiden.
Ze werden door ‘duurzame’ energie (wisselvallige energie) genoodzaakt te kunnen op- en afschakelen. Dan heb je dus niet een continue uitstroom meer van warm water, en dus kun je daar ook niet meer een constant milieu garanderen voor de kweekvis
Van 1971-1981 werd zelfs meerval gekweekt en uitgezet in binnenwateren. Echter, door het ecologisme sinds Earth Day en de Club van Rome (1971) werd die praktijk van pootvis steeds meer gedemoniseerd. Door uitzet zou van ‘faunavervalsing’ sprake zijn.
Opheffing in 2006
Door de groene lobby zou de pootvistaak van de OVB wettelijk vervallen in 1999, en de laatste pootvis werd 2004 uitgezet. In 2006 werd de OVB wettelijk opgeheven. De Wijziging van de Visserijwet 1963 stelt in 2006:
De OVB en de Nederlandse Vereniging van Sportvissersfederaties (NVVS) zullen na het vervallen van de wettelijke status van de OVB gezamenlijk via een fusie een nieuwe private organisatie oprichten: de Vereniging Sportvisserij Nederland.
Met het vervallen van de wettelijke status van de OVB vervalt tevens de noodzaak van een wettelijk voorgeschreven sportvisakte ten behoeve van financiering van de OVB.
In de nieuwe opzet zal de nieuwe vereniging namens de hengelsportverenigingen, die het visrecht hebben gehuurd op grond van artikel 25 van de Visserijwet 1963, schriftelijke toestemmingen verlenen aan de sportvissers om in de wateren van de verenigingen te mogen vissen.
Dus hengelclubs huren visrechten van De Staat (voor hoeveel?) en krijgen in ruil daarvoor het alleenrecht op lege-heffing. Ik men dat zo’n Vispas nu 35 euro kost. Zo haalt Sportvisserij Nederland jaarlijks 8 miljoen euro binnen, waarmee ze vooral in media reclame kunnen maken voor zichzelf. (Vis-TV)
Het verleden was kunstmatig positief
Sportvisserij Nederland begon kort na oprichting in 2008 direct haar bestaansrecht als private organisatie te profileren, door over ‘de Paling als Panda’ te schreeuwen, samen met WNF. Toen sprak ik Jaap Quack (toen Sportvisserij Nederland) nog voor Het Parool en zijn ‘met de aal gaat het klote’ verhaal.
Achteraf gezien heb ik me toen dus als journalist laten gebruiken.Zo zetten Quack cs zichzelf met SVN als private belangenclub op de kaart als noodzakelijke partij bij overleg over aalbeheer.
Natuurontwikkeling/Cultuurvernietiging
Bij de OVB was de doelstelling juist expliciet dat de opbrengsten uit de vispas ten goede aan pootvis moesten komen.
De huidige particuliere SVN nauwelijks nog aan het meetbaar verbeteren van de visstand. In 2018 investeerden ze nog 20 duizend euro subsidie in karpervijvers van eigen achterban. Sportvisserij Nederland int als particulier fondsenwervend bedrijf echter wel 8 miljoen euro inkomsten uit de verplichte ‘Vispas’.
Daarnaast krijgen ze 1,2 miljoen euro van het staatsgokbedrijf (Nederlandse loterij)
Maar die gelden zetten ze dus vrijwel niet in voor meetbare verbetering van de visstand, een publiek belang. Het meeste geld gaat op aan reclame, televisieprogramma’s. En ze houden campagne-acties samen met organisaties die een anti-mensvisie op natuur etaleren. Met clubs als ARK en WWF, clubs die ‘rewilding’ nastreven.
Natuurontwikkeling als vorm van traditionele cultuurvernietiging, zoals via het ‘Droomfonds’ in het Haringvliet.
Groene Verfpot bouwprojecten en ‘natuur’ ten koste boeren en vissers
De huidige SVN ving in 2018 nog 3 miljoen euro Waddenfonds-subsidie, om de Rewildingindustrie te helpen. Die claimen de vismigratie te verbeteren van de zeeforel via ‘vernatuurlijking’ van Drentse beken.. Dat meldt het jaarverslag van SVN over 2018:
Bij zulke projecten is geen sprake van rendementsmeting voor de visstand. Zie ook mijn verslag van de vismigratie in de Tjonger, waar je als modderkruiper hogere migratiekunde gestudeerd moet hebben. Het opmaken van zoveel mogelijk publiek geld en loterijgeld is hier het doel op zich, en publiek prestige.
Net als andere particulier belangenclubs als WNF en Waddenvereniging wil SVB zich ook als toerismebedrijf ontwikkelen. En zo vervult een uit een overheidsbedrijf ontstane club, nu vooral een taak die tegengesteld is aan die in 1952: het wegpesten en dwarszitten van de traditionele visserijen samen met daartoe gesubsidieerde milieuclubs.
Problemen in stand houden voor publieke financiering ‘natuurherstel’
Uit naam van ‘natuurbescherming’ en vismigratie helpen die ‘ngo’s grote infrastructurele projecten mogelijk maken als de ‘Vismigratierivier’, het gat in de Afsluitdijk dat 100 miljoen euro of meer zal kosten. En wat mogelijk vooral een peperduur aalscholverrestaurant wordt, waar milieuclubs dan voor recreatieondernemer mogen spelen.
Die projecten helpen clubs als SVN en WNF verkopen door alarm te slaan over ‘de Paling die uitsterft’. En zo vervult SVN nu dus de zelfde functie als groene verfpot van de UBO’s, de eigenaren van grote bedrijven die de publieke ruimte privatiseren.
Dus dan begrijp je nu ook beter de nieuwe rol van Sportvisserij Nederland, als fusieclub van Hengelfederaties. Het is nu (al dan niet bewust) een marketingbedrijf geworden, dat de belangen en ambities groen wast van de UBO’s(Ultimate Beneficiary Owners) van het grootbedrijf van de Koninklijke Oligarchie Nederland BV en de Topmanagementgroep.
Het is op allerlei gebied, zoals hierboven beschreven.
Ik vermoed dat dit komt door de schaal, die steeds groter wordt, de bezuinigingen, die juist het kleinschalige treft. De belangen die ontstaan bij de grote schalen en de lobbykrachten die alleen maar groter zijn geworden.
Wat is het probleem? De mens als individu blijft die mens als individu. Die heeft geen inzicht meer in al deze processen en kan alleen nog maar afgaan op de indoctrinatie van de overheid en de “milieuclubs”.
Er komen generaties aan die niets meer weten en niet kritisch kunnen denken.
Waar eindigt dit? in de robotisering van de mensheid en naar de decimering ervan. Dat lijkt nu nog niet zichtbaar maar het zal steeds sneller gaan.
Het kortzichtige van “links” is dat ze denken met het huidige beleid het goed voor hebben met de planeet en de mensheid. Zij zullen zeer bedrogen uitkomen. Want de top van links = top van rechts = top van de kerk = top van een macht = per definitie corrupt.
En om weer terug te komen op het begin. Organisaties doen aan schaalvergroting, hun top wordt zwaarder en machtiger, dus corruptie neemt meer en meer toe. Dit gaan we voorlopig niet doorbreken. Lidmaatschappen van deze clubs lopen wel terug en dat is een belangrijk signaal. Wellicht Rypke is het een idee samenwerking met foodwatch te zoeken. Ik heb hen wel hoog zitten en zij hebben duidelijk invloed en figuren als Teun van de Keuken. Met hen kun je misschien de jongens van MSC aanpakken en voor echte vis gaan.
Het zijn maar ideeën. Wellicht kan er toch een ommekeer komen.
De lidmaatschappen van milieuclubs lopen idd terug, echter die van SVN niet. Immers als je geen vispas hebt krijg je een prent. Visclubs krijgen geld van SVN. De visclubs leveren de BOA s die vissers met de juiste papieren nog een bekeuring geven als ze minder dan 50 meter van een sluis staan