Hawk Mountain in Pennsylvania werd dankzij New Yorker elite in 1934 ’s werelds eerste vrijhaven voor roofvogels, in een tijd dat afschot en uitroeiing nog regel was. De berg is nu een ‘school in de wolken’ voor jonge wetenschappers uit alle uithoeken van de wereld, en een toeristische trekpleister.
De elitaire actviste Rosalie Edge zou hier de roofvogels ‘redden van de natuurbeschermers’, die geen enkel probleem met hun uitroeiing hadden. Omdat ze vooral ‘nuttig’ wild beschermden voor bijvoorbeeld jacht. In de moderne tijd is ‘natuurbeschermen tegen de beschermers’, de ngo’s enkel meer urgent geworden.
Omdat Vogelbescherming zelfs belegt in windmolens, en het SER Energieakkoord politiek steunt waardoor windturbines in vogelgebied worden gebouwd.
Premies om roofvogels dood te schieten
Hawk Mountain is een 470 meter hoge uitstulping van de Appalachen, een heuvelland van marien kalksteen. Dit gedeelte van Pennsylvania lijkt op de Duitse Eifel, en ze spreken er op sommige plekken ook nog ‘Pennsylvania Deutsch’, vernoemd naar de migranten. Zo vestigden zich hier ook vele Mennonieten, de navolgers van de doopsgezinde Menno Simons uit het Friese Witmarsum.
Hier trekken jaarlijks duizenden ‘breedvleugelbuizerds’ (Buteo rufinus) over van Canada op weg naar Zuid Amerika. Amerikanen noemen zulke buizerds een ‘hawk’, net als hun meest voorkomende buizerd, de ‘Red Tailed Hawk’.
De plek ligt op twee uur rijden van New York. Tot 1934 waren de ‘hawks’ die deze berg over vlogen hun leven niet zeker.
De roofdieren werden in die tijd nog als onkruid beschouwd en ieder najaar bij duizenden afgeschoten als zij tijdens de trek naar het zuiden boven de berg samenklonterden. Zelfs de directeur van de Audubon Society, de Amerikaanse vogelbescherming vond nog in 1900 dat roofvogels ‘de dood verdienden’. Omdat ze zijn geliefde zangvogels opeten.
Op Hawk Mountain vond jaarlijks een ware slachting plaats, en de Pennsylvania Game Commission loofde premies van 5 dollar uit om haviken (‘goshawk’) kapot te schieten. Ook werden in Alaska nog 70 duizend Amerikaanse zeearenden doodgeschoten, omdat die de zalmvisserij zouden schaden.
Rellen tegen establishment natuurbescherming
De New Yorkse activiste Rosalie Barrow Edge (1877-1962), afkomstig uit een schatrijke elite-familie, kocht Hawk Mountain in 1934 om het schieten te beëindigen. Dat deed ze met haar protégé Richard Pough (1904-2003), de latere oprichter van het Amerikaanse ‘Natuurmonumenten’, The Nature Conservancy.
Pough hoorde als vogelaar van Hawk Mountain, en hoe daar werd geschoten op de roofvogels. Van hem komt de foto van honderden op een rij gelegde roofvogels op de berg uit ik meen 1928.Dankzij hem werd Rosalie Edge dus op Hawk Mountain gewezen.
Het magazine The New Yorker zou Rosalie Edge in 1948 omschrijven als ’the only honest, unselfish, indomitable hellcat in the history of conservation’. Ze zou de bijnaam ‘Hawk of Mercy’ krijgen, als ‘natuurbeschermer die de natuur van de natuurbeschermers redde’.
Het was ook Richard Pough, die in 1945 al in The New Yorker voor het eerst een verband zou leggen tussen ongelimiteerd gebruik van DDT als wondermiddel en vergiftiging van wildlife:
If DDT should ever be used widely and without care, we would have a country without freshwater fish, serpents, frogs and most of the birds we have now.
Edge-Barrow was tevens activiste voor vrouwenstemrecht (suffragette) vanaf 1915 tot de Amerikaanse vrouwen dat in 1920 kregen. En ze relde tegen het establishment van de toen elitaire conservation-beweging zoals van de Audubon Society. Rond die tijd was ‘conservation’ juist bij uitstek een elitaire aangelegenheid van rijke WASP-families New York.
Toen waren de meeste leden van de vogelbescherming ook sterk met het jachtbedrijf verbonden. Zoals het initiatief ‘Ducks Unlimited’ toont, natuurbescherming door jagers, kan de jacht een positieve prikkel zijn voor gebiedsbescherming. Maar dat ontaardt soms tot negatieve prikkel, wanneer mensen menen te moeten natuurbeheren met het geweer als tuinhark.
Zoals beschreven, speelde de New Yorker Elite hierin een hoofdrol, met hun posities in het bestuur van het Natural History Museum. Zoals de leden van de Boone en Crockett Club rond Teddy Roosevelt, en de bevriende racist Madison Grant, de inspirator van Adolf H. met zijn ‘Passing of the Great Race’.
Grant zou met zijn New York Zoological Society (nu Wildlife Conservation Society), zich vooral richten op het instellen van wildernisreservaten voor grofwild, zoals bisons en de grote Amerikaanse cederbomen (Redwoods). Zij waren tegelijk ook jagers op grofwild. Maar tegen de slachting van roofvogels voor premiebetaling ondernamen ze niets, tot ongenoegen van Edge.
1 miljoen pamfletten sturen
Vanwege dit gebrek aan actie tegen wat men ‘roofwild’ noemt, ging Edge procederen tegen de Audubon Society in 1931 met haar in 1929 opgerichte Emergency Conservaton Committee (1929). Met de zelfde strategie als waarmee ze eerder de Vrouwenstemrecht-beweging had aangevuurd: eindeloos brieven en pamfletten sturen.
In haar leven zou ze wel een miljoen sturen samen met geestverwanten.
Het doel, de vogelaars in beweging brengen om ook de roofvogels te beschermen. In haar rechtszaak kreeg ze van de rechter gelijk, en zo kreeg ze de ledenlijst van 11 duizend mensen in handen. Die kon ze toen brieven sturen, wat er volgens haar aan bescherming van vogels ontbrak. Een pittig wijf dus, heerlijk!
Om het schieten te be-eindigen van duizenden ‘hawks’ op Hawk Mountain. Haar personeel, het eco-echtpaar Maurice Broun, zorgde samen met een bevriende politieman dat de lokale schietclub alleen nog zonder geweer in het ‘sanctuary’ kwam.
Hawk Mountain veranderde in de opvolgende jaren in een kijk- en educatiecentrum voor natuur, een ‘school in the clouds’ zoals Maurice Broun het noemde. Hawk Mountain Sanctuary ontvangt nu jaarlijks 80.000 toeristen, scholieren en natuurliefhebbers. Zij schieten nu foto’s van de ongeveer 20.000 roofvogels die in het najaar vlak over de berg scheren.
Het uitzicht vanaf de zogenaamde North Lookout op de berg was in 1948 al het meest gefotografeerde panorama van Pennsylvania. Hieronder op de foto zie je ‘Blue Mouintain’ vanaf de South Lookout:
Carson helpt bij vulgarisering elitaire ‘conservation’
In 1945 bracht de (marien) biologe Rachel Carson nog een bezoek aan de North Lookout. Ze zou er later over schrijven, met name hoe het gebergte van de Appalachen als kalksteengebergte werd gevormd uit een terugtrekkende oerzee:
“Halfway up the steep path to the lookout is a cliff formed of sandstone; long ago it was laid down under shallow marine waters where strange and unfamiliar fishes swam; then the seas receded, the mountains were uplifted, and now the wind and rain are crumbling the cliff away to the sandy particles that first composed it.
And these whitened limestone rocks on which I am sitting — these, too, were formed under that Paleozoic ocean, of the myriad tiny skeletons of creatures that drifted in its water.”
Carson zou de milieubeweging haar agenda- tot dan toe dus elitair- helpen populariseren met haar boek ‘Stille Lente’ (1962). Met ‘The Sea Around Us’ was ze al bij een meer elite-publiek bekend. Bij Hawk Mountain zou ze meegewerkt hebben aan roofvogeltellingen.
In ‘Stille Lente’, over de (vermeende) impact van DDT en bestrijdingsmiddelen op vogels- verwees ze nog naar de roofvogeltellingen op Hawk Mountain, zo schrijft Robert Musil van de Rachel Carson Council.
Rosalie Edge saw the slaughter of hawks in the thirties and rose up to stop it. In 1962, Rachel Carson wrote about Hawk Mountain in Silent Spring; how fewer and fewer juvenile eagles were being counted at the North Lookout because of DDT.
De organisatie rond Hawk Mountain verwijst op de eigen webzijde ook naar Carson, en de noodzaak van lange termijn teldata om conclusies over trends en oorzaken te trekken:
Rachel Carson utilized long-term bald eagle data from Hawk Mountain’s migration count in her famous book Silent Spring to emphasize the need of legislation that would remove harmful chemicals from our shared environment.
This exemplifies the importance of studying patterns, processes, and population trends of raptors, as Hawk Mountain scientists do.
Secondly, as a conservation organization, Hawk Mountain prioritizes both research and education. Raptors are inherently engaging given their charismatic presence and prominence within myth and culture worldwide. As such, they provide an optimal catalyst for public engagement in the natural world. Raptors connect people to their environment.
Bij mijn bezoek in 2008 was Keith Bildstein directeur van het Sarkis Acopian Centre of Conservation Science. Dat centrum is vernoemd naar de Amerikaans-Armeense multimiljonair die zijn fortuin vergaarde als ingenieur met een technisch bedrijf.
Bildstein trok zich 2018 terug als directeur, na het 30 jaar succesvol te laten tot een wetenschappelijk trainingscentrum voor natuurbeschermers, die ze dan mondiaal overal naar toe zenden.
Zogenaamde ‘interns’ uit alle landen krijgen 3 maanden training, en zetten dan in eigen land met die kennis een beschermingsproject op. Zo kwam bij Bildstein ook een Armeense vogelaar in training, die vervolgens de eerste Armeense vogelgids maakte. Dat trok de aandacht van de filantroop en natuurliefhebber Sarkis Acopian, die vlakbij woonde.
Acopian woonde in de nabijgelegen ‘Lehigh Valley’:
With the largest gift in Hawk Mountain history, Acopian provided funds to build and equip the Acopian Center for Conservation Learning, a world-class, three-building facility at the base of the Sanctuary, that now serves as headquarters for Hawk Mountain research and graduate-level training programs.
Two years later, Mr. Acopian endowed the Sanctuary’s directorship in conservation science.
With the infrastructure provided at the Acopian Center, Keith successfully expanded the Sanctuary’s international training program, and attracted to Hawk Mountain mid- and senior-level scientists, graduate students, and a cadre of promising young conservationists.
In 2006, he published Migrating Raptors of the World: Their Ecology and Conservation, which served as a textbook for the Sanctuary’s training program, and two years later a lab manual, Raptor Research and Management Techniques, which he co-edited with Dr. David Bird of McGill University.
De natuur redden van natuurbeschermers
Bildstein was een ontzettend redelijke en inspirerende natuurbeschermer. Van hem leerde ik dat je helemaal niet- zoals in Nederland- wat ongefundeerd en alarmerend gejammer hoeft rond te strooien, met als motief gebedel om meer subsidie en aandacht.
Zoals Vogelbescherming Nederland doet. En al dat Postcode Loterij-gefinancierde spul, dat niet de minste moeite doet om ook maar te meten of ze ook maar enig positief effect hebben. Als het geld maar binnenkomt, dat vooral op gaat aan reclame voor zichzelf.
Bildstein werkte data-gedreven, niet donateurs-gedreven en juist zijn nuchtere en betrokken aanpak trok dan vanzelf wel donateurs voor het echte liefhebbers werk.
Veldwerk-gebaseerde natuurbescherming, en dan door de mensen die zelf uit die omgeving komen. Mensen die dus een lokale binding hebben.
Dat was ook de Hawk Mountain-aanpak vanaf het begin.
En sindsdien was ik definitief ontwaakt, aangaande de met miljoenensubsdies overladen ‘natuurbeschermers’ hier in Nederland. Biologen van het kaliber Bildstein bereiken oneindig meer met veel minder middelen. Ze zijn data-gedreven en gedreven, die van ons zijn vooral geld- en donateursgedreven.
Het kan dus wel, als je maar het goede personeel met de goede visie hebt: effectieve natuurbescherming, onderbouwd met degelijk veldwerk. Lange termijn-tellingen door professionals, in plaats van wat ad hoc aanklooiende amateurs (SOVON) die het verschil in datakwaliteit laten wegpoetsen met wat statistische trucs van Arco van Strien (CBS) zijn ‘TRIM’-model.
Opnieuw zijn er dus weer natuurbeschermers nodig, die de natuur redden van deze geldgedreven ‘natuurbeschermers, die met hun steun voor klimaatpolitiek de vogels hun leefgebied laten vernielen. Alles voor dat stomme rotgeld. Zoals met ‘Vogelbescherming Nederland’ haar beleggingen in windmolens.
De afgelopen 10 jaar sinds het bezoek aan Pennsylvania is die zakelijke politisering enkel erger geworden.Zie ook de wijze waarop onder Marc van den Tweel het voorheen respectabele Natuurmonumenten de vernieling in is geholpen tot gepolitiseerd marketingbedrijf. Jac. P. Thijsse zou zich in zijn graf omdraaien, de schandelijke wijze waarop zijn erfgoed te grabbel is gegooid.