Voor een reportage over de Battle of the Somme (1916) in Frankrijk kwamen we in dat agrarische district terecht van Noord Frankrijk. Je vindt er nog boerenland dat deugt. Dat is herkenbaar aan voor je opvliegende en rennende patrijzenkoppels, bermen met klaprozen en knoopkruid, en vaak wat betrokken jagersverengingen die wat kruidenranden inzaaien.
Hoor je de geelgors zingen, dan weet je ook: ha, dit boerenland leeft nog, is nog niet onderworpen aan de irrationaliteit van ‘rationalisatie’. Dat je het hele leven ondergeschikt maakt aan economisering (‘regse’ mensen) en politisering (links), de goddeloosheid van het liberalisme-socialisme.
Je kunt geld uitgeven aan folders in vierkleurendruk over ‘bi o di ver si teit’. Maar als je nu vierkleurendruk rechtstreeks in de natuur zelf toelaat? Of denk ik dan te simpel? Ook zo mooi: rommelhoekjes.
Overigens merk je dat die met kruiden ingezaaide bermen vaak weer overwoekeren met grassen. De Poppies (klaprozen) hebben omgewoelde grond nodig om te ontkiemen. Rommelhoekjes. Daarom werden ze ook symbool van de Eerste Wereld Oorlog. In alle omgewoelde grond van explosies ontkiemden de zaadjes.
Ja die patrijzen kunnen je aardig laten schrikken, als het gras wat hoog staat, vlak voor je voeten met veel kabaal wegvliegen. Vaak een geslaagde tactiek.