Gesjoemel A&W met zwarte zee-eenddata Voordelta…

Hup, nog een Tweede Maasvlakte er bij voor de Koninklijke Oli(e)garchie

De zwarte zee-eend is een berekenende eend, zo blijkt wanneer je de nieuwste rapporten van Altenburg en Wymenga/ Wageningen UR bestudeert, en vergelijkt met eerder werk van Wageningen UR.

Aantallen eenden, die 1 ecoloog tot de eend nauwkeurig claimt te kunnen tellen tussen de golven-  vanuit een over de Noordzee met tweehonderd kilometer per uur snellend vliegtuigje- zijn nu de ‘wetenschappelijke’ basis van een klacht, die vissers meer visgebied in de Voordelta (Zeeland) kan kosten. 

Via wat gesjoemel met data weten ecologen van Altenburg en Wymenga een negatieve trend te fabriceren, die er eerst niet was op basis van de zelfde telgegevens.

Eidereenden Eijerlandse Gat bij Texel, hoe kun je zulke dieren nu vanuit een vliegtuig tot de eend nauwkeurig ’tellen’ op zee

Natuurcompensatie, het bestolen slachtoffer opsluiten
Vandaag weer een ouderwetse blog over de nutteloze internetvulling die Natura 2000 heet, de Europese natuursystematiek – uitgedokterd in Nederland- die ontworpen lijkt om alle plezier te halen uit natuurbehoud en bescherming. Natura 2000 is er om ecologische adviesbureaus en rapportfabrieken tot in lengte van jaren aan het werk te houden. En om normale goedwillende mensen een blinde haat te laten ontwikkelen tegen alles dat met natuurbescherming van doen heeft.

Specifieker gaat het nu over het fenomeen ‘natuurcompensatie’. De overheid en bijvoorbeeld wind-industrie bebouwen natuurgebied. Vervolgens moeten ze dan ‘compenseren’, omdat ze iets doen dat eigenlijk niet mag. Dat betekent dat vissers (alweer) moeten opdraaien voor natuurschade die de overheid zelf aanricht, door met het Rotterdams Havenbedrijf de Tweede Maasvlakte aan te leggen in natuurgebied.

Alsof je niet de inbreker oppakt, maar degene waarbij is ingebroken, want dat heet ‘natuurcompensatie’.

Met modelberekeningen exactheid vijnzenb van ‘berekende eenden per gridcel’. Zo verbloem je dat je eigenlijk maar wat aankloot

Het is alleen al bizar hoe ecologen met hun broodheer overheid bepaalden, welk oppervlak aan visgebied gesloten zou moeten worden in de Voordelta als compensatie voor de Tweede Maasvlakte. En waarom zouden vissers eigenlijk de dupe moeten zijn van de natuurschade die een ander- de overheid/Rijkswaterstaat- aanricht? Hoe rechtstatelijk is dat?

Ze beweren dat bij iedere trek van een visser over de bodem 10 procent van de schelpdieren sterft. Dat zou een studie van Adriaan Rijnsdorp in 2006 hebben bevestigd. Of dat zo is en representatief is, Joost mag het weten. Nu even minder van belang.

Dat getal, tien, wordt vervolgens de vermenigvuldigingsfactor waarmee de (voor zeenatuur verloren gegane) oppervlakte van de Tweede Maasvlakte gecompenseerd wordt. Tien maal die Maasvlakte-oppervlakte sluiten voor visserij. Want, zo stelt men, om een 100 procent verloren ‘kwaliteit’ – versmald tot schelpdieren in de zeebodem- te compenseren moet je dus 10 maal de Tweede Maasvlakte als visserij-vrije pindakaas uitsmeren over de Voordelta.

Hoe verzin je het (….)

Weet je nog eens een negatieve trend bij zee-eenden te fabriceren, dan kun je daar ook in 1 grand gesture alle garnalenbootjes wegvegen. Die taak lijkt Altenburg en Wymenga op zich te hebben genomen, in opdracht van Wageningen UR (= stichting van LNV-ministerie directie natuur)

Rapport 1, Wageningen UR en Deltares

De zee-eend als kanarie in de Natura 2000-mijn
Wat is het verhaal. Men beweert, dat er sinds er in 1988 (incidentele) vliegtuigtellingen van die zwarte zee-eenden langs de Noordzeekust plaatsvinden, dat er minder zee-eenden gezien worden. Dat wil men vervolgens bij de visserij in de schoenen schuiven, om ze weg te pesten. En dat willen ze dan ‘natuurbescherming’ noemen.

Terwijl sindsdien de vloot halveerde en een heel kustgebied van de Hollandse kust tot Denemarken werd gesloten voor kotters met een motorvermogen boven de 300 pk. Dus toen de visserijdruk op de kust vele malen hoger was, bestond blijkbaar niettemin dat zee-eenden-Walhalla waar we uit naam van ‘natuurherstel’ dan weer naar terug moeten.

Zo maakten ecologen en de directie Natuur bij LNV en de door dat ministerie platgesubsidieerde clubs als Natuurmonumenten van die zee-eend hun kanarie in de koolmijn. De hoeveelheid getelde zee-eenden zou een maat zijn voor ecologische draagkracht worden van de onstuimige Noordzee.

De bewering werd als volgt geconstrueerd: Die zee-eenden leven van Spisula-schelpen (is niet beslist waar, want ze eten ook Ensis), en als die Spisula afneemt komt dat door ‘bodemberoerende visserij’. Haal visserij weg, en als een mirakel zullen dan weer de aantallen eenden terugkeren zoals die misschien in de jaren ’80 aanwezig zijn geweest.

Rapport 2, met dataveranderingen

De zee-eend verpulverde die kanarie-functie afgelopen decennium zelf. Plots dook hij weer in recordaantallen op voor de Hollandse kust, zo rond 2016/17 en ook Spisulabanken leken weer terug te keren.

In de Voordelta doken in het voorjaar van 2018 ook plots een recordaantal van die zee-eenden op. Houston we have a problem, moeten de mensen gedacht hebben die zo hun zeekanarie in de koolmijn zagen verdampen. Dan kun je zomaar je breekijzer kwijtraken om zeereservaten te forceren uit naam van Natura 2000.

Enter Altenburg en Wymenga 2020. Je gaat met de zelfde (gemankeerde) data vervolgens andere berekeningen maken, door te goochelen met ‘vogeldagen’.

Bron: A&W-rapport 2526, 2020: Het recordaantal later in de dataset inkrimpen met een factor drie, zodat je een negatieve trend fabriceert

Van getelde eenden naar vogeldagen
Altenburg en Wymenga en Wageningen UR-academici beweren nu tot een tiende procent achter de komma een negatieve trend kunnen fabriceren over zwarte zee-eenden, zonder de onzekerheidsmarge te kwantificeren. Die kan bij ‘metingen’ van deze kwaliteit wel 100 procent zijn, wat betekent: de data zijn niet geschikt om zulke exacte uitspraken te kunnen doen.

Voorbeeld: als zij met hun hapsnap met vliegtuigtellingen bijeengeraapte eendenquota een afnemende trend in tien jaar tijd fabriceren van 9,4% per jaar (…), dan is dat een betekenisloos getal. Zeker omdat je praat over een diersoort die even vlot kan opduiken als verdwijnen, net als de schelpdierbanken die zijn snackbar zijn. Ze geven in hun eigen rapport toe, dat die metingen eigenlijk geen echte metingen zijn:

In eerdere rapportages is een methode van berekenen gehanteerd die zou passen bij een systematisch uitgevoerd telprogramma van een hogere intensiteit, bijvoorbeeld eens in de week (zie bijlagen jaarrapporten).

Op die manier zou nauwkeurig het aantal vogeldagen bepaald kunnen worden indien er een temporeel verloop in de aantallen zou zijn door bijvoorbeeld doortrek met een piek. De twee tellingen in de Voordelta waren – doordat ze uitgevoerd werden met het vliegtuig – weersgevoelig, waardoor het vaak voorkwam dat de tellingen niet gelijkmatig verdeeld binnen de maand werden uitgevoerd.

Ze lagen vaak of ver of juist dicht bij elkaar. Het berekenen van vogeldagen werd dan sterk beïnvloed door de lengte van de perioden tussen de tellingen.

Voor de aanpassing op basis van Tulp et al: GEEN negatieve trend, bron Bert Keus

Dus tellingen die al nooit geschikt waren als onderbouwing werden niettemin gebruikt als beleidsbasis. Maar wat ze dus doen, is die ongemakkelijke piek in het voorjaar van 2018, een recordaantal zee-eenden in de Voordelta, wegpoetsen. Zo hou je dan een meer negatieve trend over, terwijl die anders dankzij het onverwachte eendenbezoek zou wegvallen.

Dat omzetten van een positief iets tot een negatieve trend, doen ze via het begrip ‘vogeldagen.’ Dat is het aantal (geschatte) dagen in een maand (van oktober tot april), vermenigvuldigd met een maximum aantal eenden dat tijdens een Cessna-vlucht is geteld/geschat. Welnu, in de oude rekenmethode die Ingrid Tulp toepaste, zie je dat het recordaantal zee-eenden van voorjaar 2018 nog zeer goed zichtbaar is.

Dit zijn de enige echte data, de telgegevens tot de eend nauwkeurig

Dan komen ze – het aantal eenden vermenigvuldigd met het aantal dagen aanwezig- op een recordaantal van 758.872 ‘vogeldagen’. Dat is anderhalf keer meer dan het hoogste aantal aan het begin van de tellingen

NA de aanpassing, plots kun je een negatieve trend fabriceren en het juridisch belangrijke woord ‘significant’ van stal halen

Maar na de aanpassing door Altenburg en Wymenga, vallen de getallen aan het eind van de reeks plots veel lager uit. Het recordaantal ‘vogeldagen’ is ineens met een factor drie geslonken. Terwijl data meer aan het begin van de telreeks zijn verdubbeld. Kijk, en dan plots heb je toch- op basis van de zelfde tellingen met de zelfde aantallen eendjes- een andere, meer gewenste trend. Een negatieve, een dalende curve als stok om vissers mee weg te slaan.

  • Ra ra hoe kan dat? Nergens legt Altenburg en Wymenga uit hoe ze die herberekening hebben gedaan, en of persoonlijke keuzes en niet metingen de trend veranderen. Is dat geen wetenschappelijke fraude?

De geschiedenis herhaalt zich, nu doet Altenburg en Wymenga ook mee met Rijkswaterstaat

Beleidsrelevante wetenschap
De zwarte zee-eend en ik gaan al lang mee met elkaar, alweer bijna twaalf jaar, sinds de VIBEG-soap begon in 8 februari 2011 in Trebol in Harlingen. Die ervaring deed mij het lidmaatschap van Natuurmonumenten opzeggen, nadat ik decennia supporter was.

De zee-eend kent als het ware geen geheimen meer voor ondergetekende, wat betekent: Ik ken al die beleidsrelevante uurtjefactuurtjes die deze eend gebruiken om door hun en lieden van de Directie Natuur bij het LNV-ministerie lang gekoesterde wens van voor visserij gesloten zeereservaten te forceren. Met Mardik Leopold (Wageningen UR) als 1 van de aanstichters, de een(d)oog koning in eendenland.

Hij moffelde met Martin Baptist een sterke correlatie tussen strand/kustsuppleties en schelpdiervoorkomen/eendjes weg, door een kortere datareeks te kiezen (tot 2008) dan reeds beschikbaar was, en terwijl er keiharde oorzakelijke verbanden bekend zijn tussen schelpdiersterfte en suppleties.

Vervolgens bedreef Leopold met Baptist een wetenschappelijke doodzonde, de zogenaamde ‘residual explanation‘: Als het de buurvrouw niet was, moet het de buurman zijn want die woont in de zelfde straat. De visserij moet het dan wel gedaan hebben, want Rijkswaterstaat was het niet.

Rijkswaterstaat betaalde. Welkom in Beleidsrelevant wetenschapsland.

5 Replies to “Gesjoemel A&W met zwarte zee-eenddata Voordelta…”

  1. Ook al heb je gelijk wat ik voel dat je hebt en prik je alle Utopische ballonnen lek met de beste feiten en goed gefundeerde onderbouwing. Zolang er een elektronisch stemmentel systeem is en geen recht op referenda zal er weinig veranderen. Daar zit één van de kernen die er voor zorgt dat men kan continueren waarmee begonnen was . Dit is iets wat te weinig belicht wordt en meer aandacht vraagt van de media die kritisch kijkt. Wat we nu doen is zwerende wonden benoemen en zichtbaar maken terwijl we (gemiddeld genomen) niet kijken waardoor het gezwel kon groeien. Wel op het gebied van infiltratie door bepaalde lobby clubs. Maar om de loopjongens -meisjes xyz en de rest, te laten doen wat ze opgedragen wordt hebben we nog zoiets als wat we Verkozen Volksvertegenwoordigers noemen. Als er een loopje met het kiessysteem genomen wordt praat je niet meer over een democratisch verkozen regime.

    Hoop dat je gezondheid weer wat beter is.
    Geintje: Zwarte Zee eenden horen in de Zwarte Zee thuis. Ik denk dat we een “Krekel extinction protection force group”moeten gaan starten om de krekels te beschermen. Een verbod om zelf krekels in de natuur te vangen voor eigen consumptie. Je zal zien dat je dat voor elkaar krijgt in deze periode die ik het “Festival of Fools era” noem.

    1. Het is nooit te laat voor bron bestrijding. Hoewel het stuitend is hoe sommige “wetenschappers” zich bedienen van zee-eend tot WC-eend. Het enige zwarte is de ziel van dit soort staatsruif manipulatoren.

  2. Ik begrijp niet helemaal waarom een visgebied ten grote van 10 maal de 2e Maasvlakte weg moet om te compenseren voor die 2e Maasvlakte. Dat is gebaseerd op:
    “Ze beweren dat bij iedere trek van een visser over de bodem 10 procent van de schelpdieren sterft.”

    Na het vissen blijft dus 90% van de natuurwaarde over. Dan heeft dat gebied dus 90% van de ‘oorspronkelijke natuurwaarde’.
    Wanneer je dan een gebied ten grote van de 2e Maasvlakte (die oorspronkelijk 100% natuurwaarde zou hebben) moet compenseren met zo’n visgebied gaat het om een oppervlakte van 1,11 keer de 2e Maasvlakte. 1,11 x 90% = 100%. Dus met 1,11 x ‘oppervlak 2e Maasvlakte’ compenseer je al die ‘verloren natuur’.

    10 keer dat gebied opeisen is veel en veel te veel. Dat zou ‘kloppen’ wanneer de bewering is dat 90% van de schelpdieren sterft wanneer een visser langs is geweest.

    1. Ow wacht, ik zie het al in het volgende blog. Dat vissersgebied dat gesloten wordt heeft als natuurwaarde 90%. Door het te sluiten wordt het 100%. Dus 10% ‘meer natuur’ dan wanneer er nog gevist werd.

      Bij de 2e Maasvlakte is 100% van de natuur verdwenen. Om die ‘schade’ te ‘compenseren’ moet een oppervlakte zee ten grote van de 2e Maasvlakte voor 100% verbeterd worden. Of twee maal dat oppervlak 50% beter, 4 maal dat oppervlak 25% of, inderdaad, 10 maal dat oppervlak 10% beter.

      Door visgebied te sluiten krijgt dat gebied 10% meer natuurwaarde. Dus om 1 x ‘de 2e Maasvlakte’ te compenseren door visgronden te sluiten moet je dus 10 maal het oppervlakte van de ‘2e Maasvlakte’ aan visgronden hebben. Zo krijg je 10 keer 10% aan extra natuurwaarde en zit je weer op 100% compensatie.

      Feit blijft inderdaad dat vissers letterlijk de rekening van de 2e Maasvlakte gepresenteerd krijgen. “Stopt u maar met uw bedrijf en leven ten gunste van de economie in de Randstad. Waarvan u overigens niet zal profiteren want u krijgt er geen baan, mocht dat onverwacht wel lukken dan is er geen woonruimte voor u. En we hebben liever ook niet dat u er met de auto heen gaat want er staan al te veel files en het OV is ook geen optie vanuit uw huidige woonplaats’.”

  3. Ik lees overigens in de ‘Eindrapportage monitoring- en onderzoeksprogramma Natuurcompensatie Voordelta (PMR-NCV)’ (https://edepot.wur.nl/524298) in paragraaf 8.6.1, dat de impact van de 2e Maasvlakte op de Zwarte Zee-eend 0,0 is:
    “De analyse van alle beschikbare gegevens leidt tot de eenduidige conclusie dat het gebied waar
    Maasvlakte 2 is aangelegd, in de periode waarvoor telgegevens beschikbaar zijn (vanaf 1975) nooit van
    enige betekenis is geweest voor de zwarte zee-eend als verblijf- of foerageergebied. Ook blijkt uit de
    gegevens over voedselbeschikbaarheid en berekeningen van het potentiële aantal zwarte zee-eenden in
    dit gebied, dat dit gebied geen potentiële foerageerfunctie had voor zwarte zee-eenden. Met deze
    inzichten kan geconcludeerd worden dat er feitelijk geen sprake is van een verlies van foerageergebied
    van de zwarte zee-eend in het zeegebied waar Maasvlakte 2 aangelegd is, en dat daarmee het negatieve
    effect van Maasvlakte 2 afwezig is.”

    Hij zat er niet dus hij mist ook niets met de aanleg van de 2e Maasvlakte. Wel wordt het verlies aan natuur door de aanleg van de 2e Maasvlakte goed gemaakt met het instellen van een ‘Bodembeschermingsgebied’ en ‘rustgebieden’. Hier mogen vissers inderdaad letterlijk opdraaien voor compensatie van ‘natuurschade’ door de 2e Maasvlakte. Van pagina 7 in hetzelfde rapport:
    De Passende Beoordeling (Heinis et al., 2007) verwachtte dat de aanleg van Maasvlakte 2 zou resulteren
    in een verlies van 2,8% van het habitattype H1110B (“met zeewater van geringe diepte overstroomde
    zandbanken van de Noordzee kustzone”) in de Voordelta, met als gevolg dat ook de foerageerfuncties
    voor de grote stern (-1,7%), de visdief (-5,9%) en de zwarte zee-eend (-3,1%) achteruit zouden gaan.
    Voor deze als significant beoordeelde negatieve effecten moesten compensatiemaatregelen genomen
    worden om de totale natuurwaarde in de Voordelta in stand te houden. De maatregelen bestonden uit de
    instelling van een Bodembeschermingsgebied en van rustgebieden voor de drie vogelsoorten.

    en:

    In het bijna 25.000 ha grote Bodembeschermingsgebied zijn boomkorvissers met wekkerkettingen en
    met schepen met een motorvermogen groter dan 260 pk sinds 2008 geweerd. In de ecologische
    onderbouwing (Lindeboom et al., 2002) van deze maatregel werd beredeneerd dat sluiting van een
    gebied voor bodemberoerende visserij met minimaal 10 maal de omvang van Maasvlakte 2 er voor zou
    zorgen dat het directe negatieve effect van Maasvlakte 2 op habitat H1110B in de Voordelta zou worden
    gecompenseerd. Die factor 10 stoelt op het onderzoek van Bergman et al. (1990), die hadden
    aangetoond dat “per trawlpassage van de boomkorvisserij minimaal 10% van de karakteristieke
    bodemdiersoorten wordt gedood”, met als veronderstelling dat zonder bodemberoerende visserij een
    10% kwaliteitsverbetering mogelijk zou zijn.

    De visserij mag letterlijk opdraaien voor veronderstelde schade door aanleg van de 2e Maasvlakte. Alsof 10 van mijn buren hun tuin niet meer in mogen omdat ik de mijne betegel. Niet de veroorzaker van de ‘schade’ (die er voor de zwarte zee-eend niet blijkt te zijn) maar iemand anders mag daarvoor opdraaien. Dat gaat ook in tegen elke notie van gerechtigheid.
    Maar het past natuurlijk wel in het progressieve denken waarbij men louter kijkt naar groepen. Daar kan je als blanke in Nederland anno 2023 persoonlijk aangesproken op de slavernij in Suriname in 1850 omdat jij dezelfde kleur hebt als de eigenaren van plantages aldaar destijds. Even zo kan een visser aansprakelijk gesteld worden voor natuurschade als lid van de groep ‘industrie’. Dat maakt voor de natuurwetgever niet uit blijkbaar. Die kijkt naar groepen i.p.v. (rechts)personen. Dat is natuurlijk een vorm van rechtsonzekerheid die past bij een failed state.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *