Afgelopen donderdag bezochten we dé zalmrivier van Duitsland, de Sieg. Daar werden sinds het begin van het Duitse zalm-herintroductieproject begon in 1988 al honderdduizenden zalmpjesuitgezet in de hoop dat deze dan terugkeren en zichzelf voortplanten. Meer dan 4000 paairijpe Sieg-zalmen keerden sinds 1990 daadwerkelijk ook terug van de Noordzee naar hun opgroeigebied.
Vervolgens worden die terugkeerders bij een vangstation in Buisdorf opgevangen, bij een al vijf eeuwen oude dam. Hun eitjes worden dan ‘gemolken’ voor drie kweekstations van het zalmproject, sinds 2001 bij het Lachszentrum Hasper Talsperre, en sinds 2013 ook bij het Wildlachszentrum van de publiek gefinancierde stichting Wasserlauf . Maar er blijft na al die jaren nog steeds een knelpunt zitten op hun belangrijkste trekroute, die een hap neemt uit de voorbijtrekkende jonge trekzalmen: Waterkrachtcentrale Unkelmuehle.
De waterkrachtcentrale werd in 1923 werd gebouwd, en levert slechts 420kW aan stroom, genoeg voor een paar elektrische boodschappenwagentjes.
Met 1 flinke windmolen heb je dus al tien maal meer vermogen, zonder dat je de belangrijkste retro-zalmrivier van Duitsland blokkeert. Wie vindt dat er al wel genoeg windmolens in de natuur staan? Met een kerncentrale als in Borssele kun je 1000 van deze vistrek blokkerende ondingen vervangen.
De 8 centrales van de Atomausstieg- onder druk van de Grünen (het Duitse Groen Links) gesloten- die leverdenb een CO2-loos vermogen dat alle opgestelde 7300 waterkrachtcentrales met totaal 5300 MW opgesteld vermogen in Duitsland een drievoud overtrof.
Een beetje kerncentrale kan 2000 MW leveren, dus is er dankzij de Grünen 18 GW aan CO2-loos vermogen uit bedrijf geduwd. Waarmee de lobby voor waterkracht een extra argument kreeg om rivieren af te dammen. Maar ja, keuzes, keuzes…
Geen wonder dat op de auto van Rayner Hagemeijer van de Duitse Zalmvereniging (Lachsverein) een sticker prijkt met ‘Waterkracht is dierkwelling’… Toch schijnt die waterkrachtcentrale koste wat het kost operationeel te moeten blijven. In 1992 kreeg de centrale eindelijk een vistrap. Zo werd deze in theorie passeerbaar voor zalmverkeer.
Deelstaat Noordrijn Westfalen bombardeerde Unkelmuehle in 2009 tot “Pilotanlage für den Fischschutz und Fischabstieg‘. En dus werd pas in 2011-2013, dus 25 jaar nadat de eerste zalmpjes in de Sieg werden uitgezet, die waterkrachtcentralecentrale zo aangepast, dat er geen zalmpjes meer in de turbines kunnen komen.
Er kwam een rooster voor de turbines die de vissen tegenhoudt. Tegelijk kwam er een bypass bij, die de geblokkeerde zalmpjes die met de hoofdstroom richting turbine komen wegvoert en rondom de centrale leidt. Vervolgens trokken ze Noorse zalmonderzoekers aan van het Instituut voor Natuuronderzoek in Trondheim, om te toetsen: wat leveren al die aanpassingen vistechnisch nu op?
De Noren zijn niet alleen kampioen in zalmkwekerij (80 miljard dollar per jaar omzet) maar ook de kampioenen in waterkrachtenergie. Negentig procent van hun stroom is afkomstig van waterkrachtdammen, dus die Noren kun je ook de combinatie goed laten onderzoeken. Zij keken hoeveel van losgelaten zalmpjes met zender op het voor- en natraject van de Sieg alsnog omkomen.
Dat kan ook door directe beschadiging komen, wanneer de zalmpjes tegen het turbinerooster aan botsen. Door verwondingen kunnen ze een infectie krijgen en later alsnog bezwijken.
Wat bleek vervolgens uit het opvolgende onderzoek na 2013? Ook ná aanpassing van die centrale met een viswerend rooster voor de turbine en een vispassage, blijkt dit knelpunt onder jonge trekkende zalm (smolts) in slechte jaren tot wel 25 procent van de zalmpjes te doden.
Dat toont een serie studies sinds 2014 onder leiding van ‘zalmoloog’ Torgeir Havn van het Noors Instituut voor Natuuronderzoek in Trondheim.
Uit de bewegingen van 105 gezenderde zalmpjes bleek, dat 60% de hoofdstroom richting turbine kiest. En slechts 2 procent kiest de route van de vistrap. De barriere in de Sieg leidt er bij migrerende vissen toe, dat ze zoekgedrag gaan vertonen: waar kan ik het beste langs. Dat oponthoud maakt ze kwetsbaar voor roofdieren, zoals de meerval en de aalscholver die zich op hen kunnen specialiseren.
In slechte jaren met een lage rivierafvoer blijkt op die manier wel 25 procent van de passerende zalmpjes te kunnen sneuvelen. In de jaren met hogere rivierafvoer, wanneer de vissen sneller passeren ligt dat sterftepercentage op 5%. Maar ook dan heb je dus al een belangrijke reden te pakken, waarom het terugkeerpercentage van uitzet-zalmen zo bedroevend is..
Dit lag afgelopen jaar een paar promille, waar op 3 procent werd gehoopt in 2020.
Iedere barrière die op een migratieroute van zalmen ligt eist zijn tol, en dan tellen die individuele 5 procentjes al snel op. Volgens Rainer Hagemeijer, tevens voorzitter van de Sportvissersbond van Westfalen en de Duitse vereniging Atlantische Zalm, zou het stuwmeer voor de Unkelmuehle bovendien tjokvol met hongerige meervallen zitten. Die vreten zich een gat door de migrerende zalmpjes, die zich dankzij de barriere ophopen in het meer.
En die meerval is tot nu toe nog steeds een beschermde vissoort, die je verplicht moet terugzetten bij vangst. Dus nu heb je voor miljoenen euro’s een waterkrachtcentrale visvriendelijk gemaakt- goed voor de stroom van enkele boodschappenwagentjes. Er sterft geen enkel zalmpje meer direct door verhakseling in de turbines.
Maar vervolgens hou je een barrièrewerking met een stuwmeer vol hongerige meervallen. En is het probleem- zalmsterfte- nóg niet opgelost.
Dus wat zullen ze adviseren? ‘Meer onderzoek’, zo schatten we hier in…Ondertussen durven moderne ‘natuurbeschermers’ zich niet al te hard tegen waterkracht uit te spreken, want ja: duurzame stroom. En vervolgens zijn ze weer gekant tegen kernenergie. Vandaar dat we hier de sticker ‘Grünen, Nein Danke’ op de auto van dr. Rainer Hagemeyer wel op waarde konden schatten.
Pappen en nathouden is de praktijk, maar dat leidt er toe dat je bij natuurbescherming van alles een beetje niks krijgt, een project dat zich gaat richten op het behoud van baantjes. De oudgedienden van het Zalm-herintroductieproject zijn na 35 jaar ondertussen met pensioen, of hinken tegen die leeftijd aan. En ze moeten met lede ogen toezien, hoe het oorspronkelijke doel- een zichzelf reproducerende zalmpopulatie in het Rijngebied- steeds meer op de achtergrond kwam te liggen.