In dit zaterdagse archiefverhaal, een fotoserie van een Dr. Livingstone-expeditie in 2019 van bron naar monding van De Tjonger, ook wel Kuinder genoemd, vloeibare scheidslijn tussen Saksisch Friesland en Fries Friesland.
Afgelopen keer toonden we de fotoserie van de Friese B, onze variant op de Drentse Aa met vijf verschillende namen als Ouddiep, Koningsdiep en de Boorne. En we trokken naar de oerbron van de Linde.
Hier zien we hoe de Prince van de Friese rivieren zijn bestaan eindigt als Tafkat, the Artist formerly known as Tjonger.
In de bovenloop bij Donkerbroek in de Stellingwerven is de Tjonger een klein kronkelend kanaaltje. De bovenstaande foto maakten we tijdens de jacht met de slechtvalk op eenden, toen valkenier Henk Keuning hier nog woonde.
Er huist vlakbij ook ieder jaar een overwinterende slechtvalk die hij vanuit zijn huis kon begluren als vogelaar-valkenier, in die volgorde. Wanneer je met de valken het veld in ging, kwam die wilde valk langs om ze als ongewenste concurrent te bejegenen:
Keuning verhuisde, hing zijn valken aan de wilgen. De Tjonger bleef. In zijn tussentraject is de Tjonger strakgetrokken tot kanaal met meerdere stuwen en sluizen er in.
Dat was bedoeld om het riviertje geschikt te houden voor scheepvaart. Want zo konden ze met turfschepen het anders kronkelende en wisselvallige riviertje bevaren. Een natuurlijke rivier is te onberekenbaar, dan weer een woest kolkend water dat landbouwgronden verzuipt, plots weer een droogstaand stroompje niks.
Onderweg bij Egypte op een warme zomerdag zie je hier jongelui in het Tjongerwater plonzen vanaf de sluis.
Die Tjonger werd tot Heerenveen strakgetrokken, als taalgrens, want verderop in Wolvega weigeren ze Fries te spreken. Hieronder op dit historische kaartje zie je hoe het riviertje nog tot 1886 was:
Langs de Tjonger kon je op een zomerdag zelfs een heerschap in Adamskostuum aantreffen…
Mijn pelgrimstocht door de Friese Natuur was er op gericht om in eigen land het zelfde natuurgevoel te krijgen als in verre buitenlanden. Kan dit getemde en ingesnoerde landschap net zo tot de verbeelding spreken, wanneer je ‘het’ maar leert zien?
Zoals bij de bron van de Isel in de Obertauern, die als woeste waterval begint om vervolgens als koud kolkende rivier zijn weg uit het bergland naar de zee te kiezen, de Mediterranee:
De Friese Natuur en ook haar rivieren lijken een beetje op dat van haar inwoners, die na de grote Diaspora van de negentiende en twintigste eeuw overbleven, nadat tienduizenden gezinnen naar werk in de rest van het land, Canada en Australië trokken, en waar jeugd voor studie en werk uit wegtrekt.
Dat lullig klinkende accent met hupje omhoog en skerpe sssss van een met subsidie schriftelijk in leven gehouden dialect, waar je vroeger als jongeling die naar de Randstad trok besmuikt om moest lachen. Die geestelijke afstand klinkend uit de vraag ‘dus jij komt helemaal uit Friesland’…
Uurtje rijden.
Wat rest is een onderdrukt landschap dat niet echt uitgesproken meer durft te zijn. Uit angst dat de zeis over het maaiveld scheert, een merkwaardige mix van minderwaardigheid en trots, van ‘net als de rest, maar dan wat later en minder’, en dat onderdrukte, geremde uitleggen als eigenheid…
Zo probeerden we de Tjonger ook boven het maaiveld uit te tillen, door met 4D-bril op in Ruimte-Tijd te zien, dus inclusief de historie die haar lijnen en letters tekende in het landschap. Met een historisch verhaal aangevuld kun je dan toch die verbeelding aanwakkeren, in dit landschap voor gevorderden.
Opdat onze Tjonger zich kan voegen in het gezelschap van meer beroemde mededingers, zoals de Moldau. Er is namelijk een bekend klassiek deuntje dat het vloeien van een rivier naar zijn eindbestemming met dwarsfluiten verbeeldt: ‘De Moldau’ van Bedrich Smetana, ga maar eens luisteren op Jijbuis:
Die harmonieuze en beetje weemoedige eindmelodie, dat klinkt alsof waterstromen uit verre landen elkaar op een eindpunt ontmoeten. En als je niet oppast word je daar dan filosofisch van. Zo niet bij de wijze waarop de Tjonger eindigt bij Kuinre in Overijssel:
Als een deur op je gezicht, een sluisdeur.
Alsof de rivier het aan voelt komen, dat zijn glorieuze uitstroom in zee op ruwe wijze wordt gesmoord, probeert de Tjonger eerst bij Langelille nog een eindconcert te geven. Zie vooral ook de allerbovenste foto, die belandde in mijn Meisterwerk ‘Liever dood dan Slaaf‘, een pelgrimstocht door de Friese Natuur op zoek naar Vrijheid.
Bij Kuinre loopt die Tjonger samen met de Linde dood op een duiker en viaduct met daarop HIV/Aids geschreven. Het roemloze einde van twee trotse Friese rivieren, sinds de Zuiderzee werd getemd tot IJsselmeer (1932) en daarna Noord Oost Polder. Waar ze eerst jubelend richting het schuimende zeewater vloeiden.
Daar troffen we wel op een winterse dag het ijsvogeltje, dat op eigen wijze de moed er in probeerde te houden..
Bij Mildam ( Heerenveen) zie je nu dat ze weer ‘natuurvriendelijke’ oevers maken bij de Tjonger, de stijle wandbeschoeiingen weghalen. Zoals ze dat ook al bij de Overijsselse Vecht deden die in haar Bypass zo net de Zwolse Amazone leek.
Dat ziet er ook wat organischer en vriendelijker uit, nu dat water ons geen kwaad meer doet als bij de vroegere keuterboertjes. Het platteland transformeerde tot de dag van vandaag immers tot reacreatiegebied voor stedelingen, waar de landbouw langzaam pas op de plaats maakt.
Zodat de tijd weer omkeert van dit laatste stuk ontgonnen Friesland, van veen op zandgrond, dat weer in haar oude staat terug keert. We werden consumenten van ‘ervaringen’, en dan willen mensen iets dat tot de verbeelding spreekt bij ’t bootjevaren.
De Tjonger bij Langelille, Alle Wille! Zoiets wist je als geboren Fries niet tot je het 44 jaar later met eigen ogen ziet. Daar nadert de Tjonger zijn bijna-eindpunt onder eigen naam al bij Schoterzijl, en lijkt van de natuurlijke staat niets verloren te zijn gegaan.
De Tjonger in zijn natuurlijke glorie, die alle veranderingen door ingenieurs schijnbaar ongeschonden doorstond. Hij zingt ‘Honey I know, i know there’s been some changes’ als Prince in Purple Rain, zijn topjaren, maar dan wat meer op z’n Fries, ingetogen…‘Leave, it koe minder’...
Hoe dan ook, hij doet ‘het’, helemaal natuur zijn in een door ingenieurs gebouwd land..
Onze Tjonger lijkt net als Prince, die van zijn vroegere platenlabel zijn eigen artiestennaam niet meer mocht houden. Zodat hij Tafkap werd, the Artist formerly Known as Prince. Vroeger waren de Friezen ook krijgers, vrij, onafhankelijk… Zo was TAFKAT, de rivier de Tjonger ook ooit vroeger een vrije rivier die op een echte zee uitmondde, de Zuiderzee.
The Artist formerly Known As Tjonger. Bij Schoterzijl verandert de Tjonger plots van naam in de Bosatlas van Friesland tot Tusschenlinde.
Om dan parallel aan de oude Zeedijk door te kronkelen als Provinciegrens met Overijssel. Bij Slijkenburg krijgt The Artist formerly Known as Tjonger (TAFKAT) WEER een nieuwe naam, dan is het ’t Nieuwe Kanaal geworden, dat parallel aan de Linde loopt, met de N351 er tussenin.
De Zuiderzee werd ‘IJsselmeer’, dat kreeg van de overheid ter ontwikkeling zelfs een ‘IJsselmeer Inspiratieteam’. Zodat de moed van iedere romanticus in de schoenen mag zinken, de diepte tijd die vervangen werd door vergaderuren, programmamanagers en subsidiestromen.
Dus nauwkeuriger gezegd, eindigt de Tjonger niet haar bestaan in Kuinre, maar zij houdt op Tjonger te zijn bij Schoterzijl. En je moet toegeven, dan is ook de meeste glans van zijn carrière als rivier er wel afgehaald. De Tjonger in zijn nadagen als trotse Friese Rivier.
En dat einde van een rivier op een sluisdeur, het past ook wel bij het land dat uit menselijke nood werd geboren, Nederland: dat je een verbouwde rivier dan na verbouwing ook een andere naam geeft.
Een zelfde zie je bij de Amstel, maar dan bij de bron van die rivier die Amsterdam haar naam geeft. Dat je na een woeste expeditie vol ontberingen in het Groene Hart bij Nieuwveen aankomt, op zoek naar de oorsprong.
Door een administratieve handeling, verandert het Aarlands Kanaal bij een brug plots van naam in Amstel. En daar heb je het dan maar mee te doen. Een rivierbron is geboren met dank aan ingenieurs en ambtenaren.
Bij de Tjonger gaat dat andersom. Hij begint als rivier om vervolgens als kanaaltje op een duiker te eindigen.
De Tjonger op zijn glorie-moment, bij Langelille is de Fryske Prince van de rivieren. Terwijl hij dan bij Kuinder als Tafkap op een sluisdeur doodloopt. Als een winnaar van weleer, terugkijkend naar Elfstedentochten in zwartwitfoto’s…
- De bovenste foto haalde het in hoofdstuk 2 van mijn Pelgrimsreis door de Friese Natuur op zoek naar Vrijheid, Liever dood dan Slaaf. Dat kun je HIER bestellen.
Prachtig verhaal en foto’s weer. Trof in familieboedel het kloeke en rijkelijk geillustreerde boekwerk ‘Beknopte geschiedenis van Friesland’ (ca. 500 pagina’s, 1851) aan. Neem aan dat dit exemplaar een herdruk is.
Liever dan een kringloop met z’n immorele 21% btw-heffing te begunstigen, doe ik het toekomen aan iemand die expliciet om literatuur vraagt. Kwam Tjonger niet tegen in register, wel diverse verwijzingen naar waterwegen i.h. algemeen. Wie weet…
Laat maar weten of je er wat in ziet.
Vriendelijke groet,
Jan Sennema
Ja graag, hartelijk dank, Jan Sennema, het kan naar De Abdij, Studiecentrum voor Natuurlijke Historie & Menselijke Natuur, Vierstrastrjitte 31 8525 EV Langweer, en als je Fries bent en in de buurt ben je natuurlijk ook van harte welkom
Komt jouw kant op. Moeder was een (al zeg ik het zelf) beeldschone roodharige Friezin (Sneek), vader Grunninger, bovendien hervormd vs gereformeerd, dus double trouble – wat maakt mij dat? Steeds sterker de neiging naar het noorden te verhuizen, nu in pa’s huis te Harderwijk, karakterloze marketinggestuurde groeigemeente die niets liever wil dan met griezelige gretigheid klimaat- en Marrakesh-accoord accomoderend bij de randstad horen – braak.
Wil binnenkort toch eens op tour langs de Friese tak voor ze allemaal de pijp uit zijn, dus wie weet ligt Langweer binnen bereik.
Langweerder Wielen, daar heb ik als watersport hatende kleinzoon wat rondgevaren op de Waterland 500 ‘Maaike’ met grootvader Piet de Boer en moeke Oppenhuizen uit Sneek.
JS
Mijn oma is geboren uit een zoon van een bekende vissersfamilie uit Lemmer en een Urker moeder. Ze waren zuiderzeevissers en binnenvissers op de Tjonger. Ze woonden dacht ik ergens bij Driewegsluis of Schoterzijl. Ik heb over die visserij op de Tjonger ergens nog wel wat info geloof ik. Zal eens kijken. Dan mail ik het.
Prachtig verhaal , ook de proza , de idyllische , maar ook “de wilde Tjonger”, alles zeer herkenbaar .Mijn familie is ook historisch nauw verbonden met de Tjonger of Kuinder , Langelille , De Grote Veenpolder.Ook ik ben er opgegroeid.De boerderij stond direct aan de Tjonger aan de “Saksische “, Weststellingwerfse kant, de Langelilleweg bij Schoterzijl – de laatste voor de sluis .De boerderij is er niet meer (afgebrand) , stond op het nu onbebouwde stuk land dat nog goed te herkennen is en is nu een deel van de kleine jachthaven ingericht door de familie Bos van Cafe het Sluisjes .Ik kom nog vrij regelmatig in die omgeving , Langelille , Scherpenzeel , en Wolvega ed .
Heb 20 jaar terug vaak gevist op baars op de tjonger bij delfstrahuizen, met visbootje over de broeresloot. mijn broesrs vroegen mij gisteren, bij mij op bezoek in hongarije, of ik iets mis uit nederland: mis niets maar nu denk ik die uren op de tjonger………(vlak bij nelleke en sake)