Ecologie maakt van iets goeds een schadelijk risico

Inderdaad, een leugen: De Naturalistische Drogreden, gisteren behandeld

De meeste vissers zullen ‘Ome Geert’ gestemd hebben. Maar als het op het beheer en omgang met het buitengebied aankomt vormen politici een sluitstuk. Daar hebben door de beleidsbureaucratie aangewezen ‘deskundigen’ het roer in handen.

Zijn die deskundigen ‘ecologen,’ dan maken die van ‘productieve visgrond waar je vaak iets vangt’ een rood gekleurd risicogebied waarin je ‘mogelijk’ instandhoudingsdoelen bedreigt met ‘bodemberoering’.

Dat toont ook de laatste ‘Ecologische Evaluatie Natura 2000 beheerplannen Noordzeekustzone’ door Altenburg&Wymenga in opdracht van Rijkswaterstaat. Een politieke oplossing? Verhuis het ‘natuur’-dossier van LNV naar het Ministerie van OCW.

Bron Citaat: Evaluatierapport 24 oktober A&W: Productieve garnalenvisgrond wordt tot iets ‘ergs’ geframed in rood kleurtje, waarom geen groen kleurtje? Windfarms krijgen geen rode kleur

Iets positiefs omkeren tot een risico
We zien in deze laatste pennenvrucht uit het ecologenbureau Altenburg & Wymenga van 24 oktober weer de zelfde problematisering van een in principe positief fenomeen. Zie enkel de rode kleurtjes van dit kaartje opgenomen in de ecologische evaluatie. Hoe meer vissers ergens komen vissen, hoe ‘erger’ dat vervolgens lijkt.

Waarom is dat niet groen gekleurd, als iets positiefs volgens de volgende ecologica:

  • Vissers bevissen die Wadgeulen vaa, waar ze vaak iets vangen. Zouden ze daar niks vangen, dan zouden ze daar ook niet vaak vissen.

Logischerwijze geldt dan ook: Als ze daar ieder jaar tot wel tientallen malen vissen, dan herstelt die voor mensen nuttige natuur zich daar zo snel. Want anders zou je er niks meer vangen. Ze erkennen hier- net als wat Bert Keus al schreef in de Passende Beoordeling in 2016 van garnalenvisserij- dat er geen schade wordt aangericht aan natuur.

Wanneer je natuur ziet als productieve voedselbron, die duurzaam benut kan blijven.

Rijkswaterstaat liet Altenburg & Wymenga vervolgens een tegenrapport schrijven, en bestelde nu bij dat zelfde bureau een nieuwe evaluatie. De natuurlijke bodemomwoeling is een veelvoud van wat de vissers met die lichte sleepnetjes teweeg brengen. Dat is ook wat uit vergelijkingen tussen bevist en onbevist gebied bleek na 4 jaar onderzoek.

Bron citaat: Evaluatierapport A&W/Rijkswaterstaat, blz 123: als we na vier jaar geen verschil zien, moet het pas na 10 jaar zichtbaar zijn, misschien…

Maar wat zeggen ze nu op bldzijde 123: Je kunt pas na tien jaar niet bevissen MISSCHIEN verschil zien, dus zou je langer een gebied voor alle visserij moeten sluiten, zoals het LNV-Ministerie van zin is bij de Voordelta. Terwijl tegelijk bekend is dat Rijkswaterstaat lokaal veel grotere bewezen negatieve invloed heeft, zie je de bui al weer hangen:

Van voorgenoemde bodemberoerende activiteiten hebben suppleties  (Dus Rijkswaterstaat RZ) en de boomkorvisserij de grootste impact op de bodem (Rippen et al., 2020). De mate van bodemberoering door garnalenvisserij is geringer, maar doordat deze visserij over een groot areaal en met een hoge frequentie plaatsvindt, kan de impact lokaal toch groot zijn.

In een bodembeschermingsgebied in de Voordelta, waar de boomkorvisserij was verdwenen maar de garnalenvisserij juist sterk toenam, is bijvoorbeeld na tien jaar geen herstel van de soortenrijkdom opgetreden (van der Heide, 2022; Tulp et al., 2018).

Ondiepe bodemberoering zoals door garnalenvisserij kan al vanaf enkele beroeringen per jaar tot effecten op de bodemdiergemeenschap (van Loon et al., 2018; Fock et al., 2023) en verslechtering van de kwaliteit van H1110 in kustwateren leiden (Ministerie van LNV, 2023, PUC_745566_17).

Zeeprik, een visparasiet, bijvangst in garnalenvisserij. Bijvangst minimaliseren is ook in visserijbelang, minder werk aan boord

‘Biodiversiteit’ maakt alle soorten even belangrijk
Plots is er een niet objectief meetbare ‘kwaliteit’ in gevaar en een ‘bodemdiergemeenschap’,  los van de vraag wat deze opleveren voor mensen. Ja, voor het bureaucratisch academisch complex, de op belastinggeld en de Habitatrichtlijn (Natura 2000) draaiende rapport-industrie zijn ze lucratief.

Plots is een visparasiet, de zeeprik minstens zo belangrijk als een eetbare vis of garnalen (blz 155) en de inkomens van gezinnen in kustgemeenschappen.

Hoewel er maatregelen worden genomen om vismigratie te verbeteren, levert dat voor de zeeprik nog geen resultaat op.

Of dat ligt aan een gebrek aan zoet-zout overgangen of dat er ook andere factoren buiten de Noordzeekustzone een rol spelen, is niet duidelijk, maar aangezien de aantallen niet duidelijk toenemen, is het onwaarschijnlijk dat de kwaliteit van het leefgebied wel op orde is.

Zie andermaal weer de omkering van bewijslast als ‘is het onwaarschijnlijk’, in plaats van ‘we hebben keihard bewezen en gemeten’. Dat kan ook niet omdat ‘kwaliteit’ van natuur onmeetbaar is.

Spiering, hier bijgevangen in garnalenvisserij:

Die toevlucht tot abstracties, komt omdat sinds inburgering van ‘biodiversiteit’ sinds 1988 (E.O Wilson) uit de Conservation Biology. Daarmee werden, ook soorten belangrijk, waar alleen ecologen (belasting)geld aan verdienen. Dus zo werd het onderzoeksinkomen van een ecoloog uit belastinggeld even belangrijk als de visserijopbrengsten, en de inkomsten van familiebedrijven van boeren en vissers.

Zo krijg je in je kijk op de vraag ‘mogen mensen zoals eeuwenlang normaal was de natuur gebruiken’ een paradigmaverschuiving.

Een andere kijk op natuur werd door ‘biodiversiteit’ de beleidsvisie, en die past bij de groene politiek van de Verenigde Naties, waaruit ‘Biodiversiteit’ geboren werd in 1992. (Agenda 21) Vanuit die internationale bureaucratie, krijg je vervolgens stapels met studies die iets positiefs- productieve visgronden – negatief komen framen

Bron: Ices Journal of Marine Science 2020, Rijnsdorp et al. Vaak beviste en dus productieve visgronden zijn plots ‘trawling impact’…Een rood risico ipv groene positieve kleur

Van ‘goede visserijen’ naar ‘trawlingimpact’ en ‘trawlingfootprint’
Is ‘invloed’ het zelfde als ‘schade’ dan heet ‘productieve visserij’ plots een ‘ecosysteemimpact,’ iets verdachts, een risico. Productieve visserijgebieden heten dan plots Trawling Impact in bijvoorbeeld deze studie Different bottom trawl fisheries have a differential impact on the status of the North Sea seafloor habitats van Wagenings visserij-onderzoeker Adriaan Rijnsdorp in het Ices Journal of Marine Science in 2020.

Al in de Jaren ’90 deden Han Lindeboom en S De Groot exact het zelfde onderzoek als wat Rijnsdorp onder ‘Benthis’ nog eens mocht herhalen.

De beleidsbureaucratie in Brussel en Den Haag financiert stapels studies en rapporten die spijkers op laag water moeten vinden tegen vissers en boeren, de natuurgebruikers. Dat financieren van verdachtmakingsstudies komt voort uit beleidswensen van OSPAR en de Agenda 21 van de Verenigde Naties, beleidsactivisme voor gesloten gebieden (MPAs).

Dit is er 1 van velen.

Het feit dat vissers graag vaak terugkeren op visgronden waar ze regelmatig veel vangen, wordt plots in kaartjes ingekleurd als ecologisch risico, met ‘trawling intensity’ en ‘trawling footprint’. Niet de positieve opbrengst voor mensen staat dus meer centraal, maar een theoretisch risico voor slecht gedefinieerde begrippen als ‘ecosysteemfunctioneren’…

Uit Evaluatierapport A&W; ‘mogelijke verstoring van vogels’ – zelfs van de aalscholver heet het zelfde als ‘schade’ aan natuur via een mysterieuze ‘kwaliteit’

Natuur(waardering) is een cultuurgoed
Zie je eenmaal waar de angel zit, dan is het eenvoudig te begrijpen. Maar voor mensen die het nog niet snappen, moet je eerst ingewikkelde dingen uitleggen voor ze het zien. Dat de wereld op een bierviltje past. Dus dat je uit de valse tegenstelling van ‘mens’ versus ‘natuur’ stapt die door de systeemecologie op natuurbeleid werd geplakt.

Bij systeemecologie en haar politieke evenknie ‘rewilding‘, is ‘invloed’ door mensen het zelfde als ‘schade’, want een verlies van een mysterieuze ‘natuurlijkheid’. Beschouw je natuur als een cultuurgoed, en de waardering van die natuur ook cultureel bepaald: Dan krijg je ook een ander natuurbeleid dat er niet op is gericht om boeren en vissers weg te pesten/verduurzamen.

…aalscholver achter viskotter die doet alsof hij meeuw is… volgens Altenburg & Wymenga zou hij ‘verstoord’ worden door visserij

Garnalenvisserij in 1968 nog argument voor behoud Waddenzee
Bedenk dat het in de jaren zestig de garnalenvissers waren die actie voerden tegen inpoldering van de Waddenzee onder Ameland. Twee dammen zouden worden gelegd, met daartussen inpoldering. Daarover verhaalt het boekje ‘Wadden, zee en land’ van J. Abrahamse en D. Westra in 1968, vijfenvijftig jaar terug.

Beide heren zijn in 1968 zijn louter lovend over de productiviteit van de Waddenzee voor zowel mosselvissers en garnalenvissers, bij hun pleit voor behoud van de Waddenzee (blz 26):

Aangezien de garnaal een bijzonder smakelijk voedsel is voor de mens, wordt er ijverig op gevist. Aan de verschillende vormen van visserij op de Waddenzee wordt door ongeveer 500 schepen deelgenomen (…) De garnalenvisserij wordt overigens niet alleen op de Waddenzee, maar langs de hele Nederlandse kust bedreven. Alleen de Waddenvisserij op garnalen leverde in 1967 al 11 en een half miljoen gulden op

De garnaal is verder bijzonder belangrijk als voedselbron voor allerlei vissoorten. Hoewel er grote aantallen worden gevangen en door de vissen opgegeten, handhaaft de soort zich uitstekend.

Voor de voortplanting en groei van de garnaal is de Waddenzee bijzonder belangrijk. Aantasting van de Waddenzee door gehele of gedeeltelijke inpoldering zal daarom voor de garnalenvisserij, zowel op de Waddenzee als op de Noordzee, zeer nadelig zijn.

Vroeger was ik van harte steunpilaar van natuurclubs

Met de inwerkingtreding van de Habitatrichtlijn in 1994 is het mis gegaan. Vervolgens werd ‘natuur’ als ‘systeem’ opgevat waar kunt sturen via  op papier vastgelegde ‘instandhoudingsdoelen’. Ambtenarij die aan knoppen kan draaien voor natuuroptimalisatie.

Die systeemopvatting van natuur leidt tot veel procedures, dure rapportstapels en internetvulling, en één zekere uitkomst: Natuurclubs en hun ecologen blijven roepen dat het slechter gaat.

Want er is altijd wel weer een soortje te vinden in de natuur die het even minder doet, terwijl andere soorten juist floreren. Wie alarm slaat over ‘de visstand’ van de Waddenzee, moet ook de zeehond bestrijden.

Een politieke oplossing is er ook. ‘Natuur’ moet bij LNV vandaan, en LNV moet gewoon Landbouw & Visserij worden. Het dossier ‘Natuur’ kan weer verhuizen naar het Ministerie van Onderwijs CULTUUR en Wetenschappen.

Daar zat het ook in 1983, voordat de overheid ging geloven dat je natuurproductiedoelen kon halen. Ecologie moet weer ‘natuurlijke historie’ heten, zo beschrijf ik ook in mijn hoofdwerk Liever dood dan Slaaf, een Pelgrimstocht door de Friese Natuur op zoek naar Vrijheid.

  • Iets opgestoken van deze urenarbeid en het spitten in rapporten? Steun dan Interessante Tijden en help mij dit uitzoekwerk mogelijk maken. Je kunt niet van doorwrochte wetenschapsjournalistiek leven, wanneer je alleen stukjes voor kranten publiceert. Dus iedere gift is welkom, en dank voor iedereen die dit mogelijk helpt maken

4 Replies to “Ecologie maakt van iets goeds een schadelijk risico”

  1. Wat garnalen betreft, er staan in de bijbel enkele goede aanbevelingen…

    Leviticus 11:42

    “You are not to eat any creature that moves along the ground, whether it moves on its belly or walks on all fours or on many feet; it is unclean.”

    “those with many feet. All such animals that scurry along the ground are detestable, and you must never eat them.

    “Whatever goes on its belly, and whatever goes on all fours, or whatever has many feet, any swarming thing that swarms on the ground, you shall not eat, for they are detestable.”

  2. De seculiere priesters zeggen: uw mag de bodem niet beroeren en dat kruipend spul niet vangen.
    De verstandige mens zegt: ik beroer de diepten der bodem liever niet… en ik eet liever niet dat wat over die bodem kruipt…
    De seculiere priesters zijn mensonvriendelijk, ze hebben een voorkeur om het lage te beschermen. Eigenlijk zijn ze zo dom dat ze helemaal geen conceptie van hoog en laag hebben, en ze willen terug naar een primitieve oerstaat.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *