Tongvissers gedupeerd door verkeerd rekenmodel (?)

De onthoofde Lunar, de UK 148 van Ekofish Group: 52 kotters minder, en nog steeds 60% minder quotum

In deze editie van de cursus Bullshitdetectie kijken we naar de aannames, die ingebakken zitten in bestandsmodellen voor vis. Wageningen Marine Research en ICES kunnen tongbestanden te pessimistisch inschatten, wanneer ze voor MSY alleen een ‘inspannings’-model gebruiken om paaibestanden te berekenen.

Ga je uit van daadwerkelijke biomassa dan kan de TAC (totaal toegestane vangst) ook anders liggen, of wanneer ‘visserij-opbrengst’ je doel is in plaats van ‘zo groot mogelijk theoretisch bestand’.

Bij een ‘benchmark’ (modelslagers Wageningen WMR/ICES die eigen vlees keuren) van het bestandsmodel dat WMR gebruikt voor tong, zouden visserijbiologen- los van Den Haag en Brussel- die modelaannames moeten toetsen.


Een nieuw ‘Dolf Boddeke Instituut voor Visserijwetenschap’

Tien jaar eerder met de SWNM van Jurie Post hebben we al voorgesteld om een symposium met echte visserijbiologen te houden als Ray Hilborn en Trevor Branch, dat de PO’s daar zelf in investeren. Bij de visserij betrokken échte wetenschappers die los van Den Haag en Brussel staan.

Die kunnen helpen bij een audit van het werk dat Wageningen Marine Research (WMR, toen Imares) levert, en daarmee dus ook ICES (dat zich op WMR baseert). Aan de politiek heb je op korte en langere termijn niet zoveel. Want de politiek kan alleen varen op de modellen en uitkomsten van instituties als WMR.

Politiek is in de Brusselse technocratie het eindspel. Politici kunnen (en mogen natuurlijk) geen werk van instituten toetsen, of het nu Wageningen UR is of RIVM. (denk aan het frauduleuze Aerius-stikstofmodel)

De geschiedenis herhaalt zich, nu doet Altenburg en Wymenga ook mee met Rijkswaterstaat

Terwijl het daar begint, bij wie de modellen maakt en de aannames daarin vaststelt; Aan het rekenmodel hangt het lot van hele sectoren. Misschien kan er uiteindelijk dan ter vervanging van Wetenschap op Bestelling BV van LNV (WMR) een Dolf Boddeke Instituut voor visserijbiologie komen.

Een instituut vernoemd naar de datagedreven visserijbioloog, die nog echt met de visserij was begaan. WMR heeft vele andere belangen, ze doen de visserij er een beetje bij naast ecologische monitoring voor PAWOZ (programma wind op zee voor hun rijksoverheid)

Er hoeft géén nieuwe PO te komen, maar er moeten gedreven mensen zijn die ‘de’ wetenschap volgen. Je kunt ook een Stichting Fisheryfacts oprichten, als onafhankelijk toetser van instituten en hun claims. Naar het succesvolle voorbeeld van Stichting Agrifacts van Geesje Rotgers en Jan Cees Vogelaar.

Zij hebben het Aerius-model gekraakt met chemicus Jaap Hanekamp. Dat heeft meer rendement dan nog meer vergaderuren met mensen die toch niet luisteren. Beter (te) laat dan nooit?

Langs de Maeslantkering, een stukje Hollandse trots van ingenieursvakmanschap

Negentig procent vlootkrimp, en dan nog eens 60% quotumkorting
Nadat LNV/RVO liefst 52 kotters door de schredder haalde afgelopen jaar, volgt nu een korting van liefst 60 procent op het tongquotum van de resterende 30 grote Noordzeekotters. Daardoor gaat voor de door Interessante Tijden TV ge-interviewde Kobus Post op de TX1 dan liefst 9 ton euro omzet verloren. Terwijl de vis er volgens hem wel zit, en hij goed vangt.

Konden ze dit jaar nog met de vloot voor 9150 ton tong opvissen, komend jaar blijft er voor de resterende dertig kotters nog 3.675 ton tong over. Kobus deelde al met ons op Interessante Tijden TV en afgelopen week bij EMK de volgende observatie:

Hij vangt de tong nu op heel andere locaties dan zijn vader en grootvader vroeger deden. Die haalden volle netten in de Duitse Bocht. Daar zit de tong niet meer, die verplaatste zich. Een mogelijke invloed, kan de industrialisering van de Duitse Bocht door de windturbine-industrie zijn.

Die bouwen hun wind-industrieterreinen in Habitat H110b, permanent overstroomde zandbanken tot maximaal 20 meter diepte, precies de locaties waar ook de tong zit en de meeste garnalen. Dus vertrekt Kobus nu uit IJmuiden, en niet langer vanuit de Eemshaven op jacht naar tong.

Bron:Tsiklira et al 2018 MSY is een economisch inspanningsmodel, geen biologische draagkrachtmeting

MSY-biomassa is geen biologische biomassa
Volgens Wageningen Marine Research en ICES is hun inschatting van het paaibestand gebaseerd op MSY. Maximum Sustainable Yield (MSY, maximaal duurzame vangst) is al een oeroud begrip bij visserijbeheer, dat tenminste uit 1952 stamt.

Het is een economische- geen biologische- graadmeter, bij welke visserij-inspanning het nog lonend is om uit te varen. Het MSY-concept is dus een graadmeter om bestanden te schatten, gebaseerd op visserij-inspanning en opbrengst.

Hoge aanvoer betekent dus de aanname dat er een groot bestand zit. Kelderende aanvoer betekent in hun aannames ‘het bestand is overbevist’… Er is in het MSY-concept dus de volgende aanname: Er is bestaat een soort optimale visserij-inspanning in evenwicht met het paaibestand.

Dat evenwicht verstoor je door subsidies voor overcapaciteit. Maar het omgekeerde kan ook: Dat je door boten weg te saneren minder tong vangt, zodat het LIJKT alsof er dus ook minder tong zit. Als ik er naast zit: Trek aan de bel, maar dit lijkt me de angel bij de huidige benadering van MSY door WMR/ICES…

Onklaar gemaakte UK197 Noorderlicht

In dit kritische artikel Maximum Sustainable Yield van Griekse bioloog Athanassios C Tsiklira en Duitse bioloog Rainer Froese (publiceerde vaak met Daniel Pauly), staat goed uitgelegd hoe het werkt. Zowel de voordelen als tekortkomingen worden besproken.

  • Meeneempuntje: MSY is geen biologische graadmeter om biomassa in zee te meten. Je schat bestanden in op basis van vangsten (en de moeite die dat kost), visserij-inspanning. Het is een economische maat. Wat er daadwerkelijk gebeurt met tong in zee, dat meet je er niet mee.

Steeds meer visgronden bebouwd

Onderbenutting quotum (47%) = basis advies
Aan ‘overbevissing’ kan de lage bestandsschatting niet meer liggen, zo vermoeden de vissers. Immers, er zijn nog maar 30 grote kotters over die op tong jagen. In 1990 waren dat er nog 300. De visserijdruk is nog nooit zo laag geweest in dertig jaar.

Dus waarop is het ICES-advies om het quotum nog eens 60% te krimpen dan op gebaseerd?

Op de aanvoer van vis door vissers. Omdat zij het afgelopen jaar toegekende TAC (toegestande vangst) hebben onderbenut met 47%, neemt het gebruikte rekenmodel voor MSY aan dat er dus geen genoeg tong zit. Want Wageningen UR en ICES gebruiken voor berekening van MSY een INSPANNINGS-model, gebaseerd op vangsten.

Met minder boten die minder kilometers willen maken door hoge gasolieprijzen, vang je minder. Die economische factor interpreteren ze dan dus als een ecologisch gevolg ‘er zit te weinig’.

Wanneer onderbenutting van quotum de enige basis is om het paaibestand te schatten, dan baseert WMR/ICES haar bestandschatting en rekenmodel dus op visserij-inspanning. Niet op biomassametingen. Dat is ook de traditionele methode, dat je visserijgegevens gebruikt voor MSY-berekening.

Q7 bij IJmuiden

Wat nemen ze bij WMR dus aan, om een paaibiomassa te berekenen wanneer ze uitgaan van visserij-inspanning:

  • de vissers jagen 24-7 op tong en vangen het maximale dat er zit
  • andere factoren spelen geen rol

Of de gasolieprijs nu hoog of laag is, dat zal een paailustige tong in de Noordzee worst zijn. Maar in het gebruikte rekenmodel gebaseerd op visserij-inspanning heeft die economische factor plots wel invloed. Andermaal: de werkelijke aanwezige biomassa van tong (B) en biomassa-MSY tong (B MSY) zijn twee verschillende dingen.

Daarnaast heeft WMR nog de Boomkorsurvey met de Tridens, maar wat de invloed van die survey op bestandsgrootte-adviezen zijn…Laat WMR de boeken maar eens open doen. En laat WMR maar eens transparant zijn over de aannames die ze in hun model proppen.

BIj Academieprostituee BV in IJmuiden moet de schoorsteen ook blijven roken

Van RIVO naar merien saaiens en activist-agendas
Het LNV-ministerie verschuilt zich in Visserijnieuws nu achter ICES. En Wageningen UR ook. Maar het is Wageningen Marine Research van Tammo Bult, die de hoofdleverancier van bestandsgegevens van tong moet zijn aan ICES. Want ICES is slechts een koepelorgaan.

Het LNV-ministerie stelt dat er een ‘benchmark’ zal komen van het gebruikte bestandsmodel in 2024. Dat heeft enkel zin wanneer bepaalde aannames goed tegen het licht komen. En er moet onafhankelijke controle zijn door echte visserijbiologen, die los van de Nederlandse en Brusselse beleidsbureaucratie staan.

Bron Hilborn et al ICES Journal of Marine Science 2018: de goldilocks-plot voor alle visserijdata, laten een andere grafiek zien die een heel ander beeld geeft, met de zelfde basis-data

Onafhankelijke toetsing nodig van werk WMR
Ze zijn er wel, zoals Trevor Branch en de eerder geraadpleegde Ray Hilborn. Hij is de wetenschapper die eerdere alarmistische claims weerlegde als ‘de zee is leeg in 2040’, door op basis van data en visserijkennis in Science te publiceren.Hilborn en Branch slachten ook het ‘fishing down the foodweb’-concept van Daniel Pauly.

Hilborn schreef in het ICES Journal of Marine Science in 2019 het artikel “Measuring fisheries performance using the “Goldilocks plot”publiceerde in het ICES Journal of Marine Science.  Hij bepleit een andere manier van visserijcommunicatie, waarbij niet ‘overbevissing’ centraal staat maar de winst die je door onderbevissing laat liggen.

Zoals nu ook bij tongvisserij het geval kan zijn. Hij stelt:

At a time when much fisheries policy seems to be guided by emotion and activist agendas, scientists need to communicate clearly to policy-makers and the public the scientific understanding of the status of our resources and the performance of fisheries management agencies.

De trend van 95% gedaalde palingintrek uit ‘de’ Noordzee’ hangt aan 1 dataset bij De Oever

Van ‘overbevissing’ naar ‘onderbenutting’
Zijn studie laat zien, dat je met een iets andere benadering van de zelfde ICES- gegevens (zijn ‘Goldilocks-plot)al een totaal ander beeld kan presenteren naar publiek en beleidsmakers. Niet langer hoef je te praten over ‘overbevissing’ maar vooral ook over onderbenutting. Dat er best nog wat visserij bij kan.

Wanneer niet ‘een maximaal bestand op papier’ je doel is maar ‘de maximale oogst en opbrengst’…

Misschien is dat bij tong ook zo, en zitten er verkeerde aannames bij het huidig tongmodel. Dat zou je moeten toetsen. Dus moet WMR maximale transparantie betrachten over de aannames in hun model. Zodat onafhankelijke experts hun werk kunnen toetsen. Nu zit de anti-visserijbok op de haverkist van bestandsmodellen.

Een zelfde geldt bij de alarmistische claim dat 95% minder paling intrekt: ook hier is Wageningen UR de bron, en die bron verdient kritische toetsing. Zonder de eerdere hulp van Dolf Boddeke en Paul Hagel had ik op het visserij-dossier ook niks gekund. Zulke mensen heb je nodig.

Help mij meer goede onafhankelijke wetenschappers vinden, die de tandem Brussel-Den Haag en LNV-WMR kritisch onder de loep kunnen leggen. En dank voor de donateurs die dit artikel wilden sponsoren

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *