Vis en schaaldieren laag in de voedselketen kunnen meer geld opleveren voor vissers en vishandel, dan vissen hoger in de voedselketen als haaien en roggen.
Daarom kun je met economisch boerenverstand al zien, dat één van de meest agressief gepromote ideeën, ‘Fishing down marine food webs’ van Daniel Pauly en z’n Sea Around Us-project van Pew Charitable Trust Bullshit is.
Die gehypete theorie kun je als Bullshitdetector zelf ontkrachten met je smaakpapillen en een bezoek aan de vismarkt.
Fishing Down the Marine Foodweb
Voor een test van de Fishing down the marine foodweb-hypothese moet je eerst die theorie kennen. De theorie heeft een eigen website Fishingdown.org, gelieerd aan de Universiteit van British Columbia.
Deze theorie werd geformuleerd door milieuactivisten gefinancieerd door het miljardairsfonds Pew Charitable Trust in 1996. Pew is ook de co-oprichter van de actiegroep tegen de visserij Oceana, samen met het Rockefeller Brothers Fund.
Vervolgens maakte hij furore in ‘de bladen’ van Science tot PNAS en hij werd gretig gekopieerd voor campagnes, om zeereservaten te promoten. In populaire media gericht op duiktoeristen vind je nog steeds uitvloeisels van de theorie, dat ‘keystone species’ als haaien hier zijn weggevist.
En dat daarmee ‘de hele voedselketen’ getroffen zou worden, zoals Mallorca Preservation afgelopen najaar nog meldt..Zie bijvoorbeeld ook dit recente artikel over een duiktocht naar Blauwe Haaien bij Mallorca, ‘the emptying ocean‘.
Zijn de haaien en roggen hier ‘op’?
Het centrale idee was, dat vissers eerst op jacht gaan naar de grote langlevende en langzaam voortplantende roofvissen die het meeste geld opleveren hoog in de voedselketen. Dus een hoog ’trofisch niveau’.
Daarmee bedoelden de milieuactivisten- vermomd als wetenschappers- vooral haaien en roggen. Zijn die ‘op’ dan zullen vissers gaan jagen op vissoorten die lager in de voedselketen leven. Tot er uiteindelijk alleen nog maar kwallen over zijn.
Als graadmeter voor een ‘gezond’ ecosysteem bedachten Pauly cs daarom een eigen aggregaat (puntje drie uit de cursus BS-detectie): een optelsom van verschillende vissoorten op een aangewezen plaats (trofisch niveau) in de voedselketen. De roofvissen op het hoogste niveau, de ansjovis, garnalen, kwallen enz lager
- Die graadmeter noemde hij Mean Trophic Level
Je zou uit een optelsom van aanvoergegevens van visbestanden kunnen afleiden, hoe zeer er ‘naar beneden’ gevist was. Dus wanneer er meer op garnalen en ansjovis dan tonijn wordt gevist, is je Mean Trophic Level in de optelsom lager: Alarm!
Zo hadden Pauly en Watson ze als het ware de ‘ecologische voetafdruk’ van visserij ontworpen. Hun favoriete uitspraak uit 1998, herhaald in 2003:
Overfishing has slashed stocks—especially of large predator species— Fishing down
to an all‐time low worldwide… If we don’t manage this resource, we will be left with a diet of jellyfish and plankton stew
De ontkrachting van dit concept vond plaats door Ray Hilborn en zijn pupil Trevor Branch in Nature in 2010 en later. Maar in de populaire beleving blijven vissers dus nog steeds naar beneden vissen.
De mate waarin op een bepaalde soort gevist wordt, zegt namelijk niets over hoe het ecosysteem er als geheel voor staat. Dat vissers soms meer van de ene soort dan de ander vangen kan legio oorzaken hebben.
Zo lieten we gisteren al zien, dat de afgelopen halve eeuw niet zozeer de vis uitstief, als wel de traditionele visserij.
De populatie vissers van Mallorca ging met een factor vier achteruit naar 272 bootjes. Er zijn nog slechts 22 trawlers over van de aanvankelijk 35 die actief waren dankzij steunbeleid van de overheid. Die trawlers worden nu weer in hun activiteiten ingeperkt door overheidsbeleid.
Voor zover er op vis hoog in de voedselketen gejaagd wordt, komt dat vooral op het conto van de 22 duizend bootjes die aan sportvisserij doen met de hengel. Je kunt dus ook niet op basis van aanlandingsgegevens van de resterende beroepsvisserij iets zeggen over ’trends’ in visbestanden hier.
Voor je het weet ‘meet’ je dan niet de achteruitgang van een vissoort maar de sociaal-economische implosie van visserijgemeenschappen.
Bodemvisserij sneller achteruit dan haaien en roggen
Gelukkig vond ik deze studie van Alba Serrat et al in Fishes. Die verzamelde in twintig jaar tijd in duizend trekjes met een bodemtrawler populatiegegevens van twee haaiensoorten (Spaanse hondshaai) en de Stekelrog.
Vervolgens berekenden ze dat uit die gegevens zou volgen, dat de stekelrog toeneemt, en dat die twee bodembewonende haaiensoorten stabiel in aantal zouden zijn. Ze tonen in de studie ook een grafiek, waarin het aantal visdagen door trawlers wordt getoond rond Mallorca.
Dat kelderde van 8000 visdagen naar 5000 voor een vloot die nu dus nog 22 scheepjes bedraagt. Vanaf 2011 kelderde de visserij-inspanning. Toch willen ze nog een teken van ‘overbevissing’ op de populatie suggereren:
Despite the increasing abundance trend of S. canicula, our results showed a decrease in the 95th percentile of its size frequency distribution (P95) after 2004. A decrease in the value of size indicators is usually a sign of an increase in fishing pressure [39];
however, as previously mentioned, the bottom trawl fishing effort, the fishery that exploits this species almost exclusively in the Balearic Islands, has decreased since 2011. Interestingly, a decreasing trend in the length of first maturity for S. canicula was detected in the area, suggesting an evolutionary response to overfishing [18].
Zonder het ‘overbevissing’-verhaal hebben deze mariene biologen ook geen werk meer.
Geen eenduidige trends in haaien
Nu kun je tegenwerpen, ‘ja OK, maar dat zijn niet de grote joekels van haaien, die de Chinezen benutten voor Haaievinnensoep. Dan hebben we een andere studie voor je in de aanbieding, een populatieschatting van de Witte Haai in de Middellandse Zee over afgelopen anderhalve eeuw.
The Abundance and Distribution of the White Shark in the Mediterranean Sea in Fish and Fisheries van december 2019. Na correctie voor de kans op waarneming door dat bijvoorbeeld de bevolking langs de mediterrane kust groeide met een factor zes.
De kans een haai waar te nemen groeit met de hoeveelheid mensen die mee in aanraking kunnen komen. Zij vonden 773 databronnen over de witte haai, waar ze een ’trend’ uit probeerden te halen. Daaruit blijkt geen uniforme achteruitgang, maar eerder een schommelgrafiek met achteruitgang in de laatste decennia.
Voor de visserij is het enkel gunstig dat die haaien opdonderen. De Witte Haai leeft in de Middellandse Zee voor 43 procent van zijn dieet van Blauwvintonijn. Die tonijn willen de vissers liever vangen dan een haai, die ze liever met haak en al afkappen.
Dankzij decennia overbevissing op Blauwvintonijn kan de Witte Haai zijn achteruitgang zijn gevolgd. Maar met herstelplannen in werking voor Blauwvintonijn (zie mijn Visserijnieuws-reportage op Madeira) kan het dus ook zijn, dat die Haai dan ook weer toeneemt.
Fishing down economisch onzin
Het neeneempunt hier is: Haal je die vissen hoog in de voedselketen weg, dan kan dat juist gunstig zijn voor andere visserijen op vis lager in de voedselketen. Een haai en een blauwvintonijn vreten in hun lange leven duizenden kilo’s marktwaardige vis.
Met visserijdruk op die vis, verminder je de predatiedruk lager in de keten. Er hoeft dus helemaal geen domino-effect op te treden naar beneden, zoals de suggestie was van Daniel Pauly en andere milieu-activisten. En dat dit domino-effect pas zou verdwijnen wanneer je de visserij maar weg haalt.
Bovendien zijn de onderliggende aannames van ‘Fishing Down’ gebaseerd op economische quatsch. Rog, ‘Raya fresca’ kun je hier kopen voor 8 euro 90 per kilo. Die langlevende vis hoog in de voedselketen is veel goedkoper dan andere vissen lager in de keten.
Een typische ‘midden’-vis is de Heek (Merluza), die gaat voor 18 euro 50 over de toonbank. De Tong (Lenguado Grande), nog iets lager in de voedselketen werd hier verkocht voor liefst 36 euro per kilo.
Lekkerste garnalen onder in de voedselketen
Garnalen staan bijna aan de bodem in de voedselketen, maar ze zijn hier razend populair. In de Flamingo van Porto Christo at ik de lekkerst klaar gemaakte grote garnalen uit een halve eeuw voedselcarrière, te beginnen bij de Olvarit-babygroente en borstvoeding van Mamaa.
Een tent die niet dient als toeristische vreetschuur maar voor Spanjaarden. Voor minder dan twee tientjes genieten.
Met dikke zoutkorrels, en dusdanig met knoflook besprenkeld dat Afke het in bed de volgende dag nog rook. Maar lekker! Geen idee wat voor soort het is, en waar ze deze vingen of kweekten. Wanneer je een grote Tijgergarnaal bestelt weet je dat ze die uit Azië importeerden.
Het dichtste dat er in onze contreien bij in de buurt komt zijn de Noorse Kreeftjes. Deze waren groter. Meeneemboodschap: Die grote garnalen leven laag in de voedselketen, op een zogenaamd laag ’trofisch niveau’…
Had ik kunnen kiezen tussen deze garnalen, en gefrituurde witte haaien-darm (hoog trofisch niveau): Wat had het dan geworden? We maakten al een grondige inspectie van de vismarkten hier, maar afgezien van de tonijn (toproofdier) en roggen vind je vooral vissen die ergens uit het midden en laag uit het voedselweb komen.
Tot slot stuiten we dan nog op deze studie uit 2017 van een bijzondere ‘gedoogde’ visserij op Mallorca: De winterseizoensvisserij op Aphia minuta, een visje- de glasgrondel– dat hier komt paaien om op 1-jarige leeftijd en tien centimeter lengte te sterven.
Die hebben ze hier rond Spanje in de jaren ’80 bijna weggevist, om als gefrituurd vispatatje op de Tapas te eindigen. Zoals ‘Inspanje.nl’ in 2023 beschrijft, was dit 1 van 10 Spaanse ‘gruwelgerechten‘.
Deze verboden delicatesse wordt veel gegeten aan de Costa del Sol, in de provincie Málaga. Het zijn gefrituurde jonge glasgrondels (Aphia minuta), een vis die maximaal 7 cm lang kan worden. Het is al sinds 1988 illegaal om glasgrondels te vangen, maar in het geniep is het gerecht nog steeds te krijgen.
Hij leeft nagenoeg onderaan de voedselketen. Nu mogen ze hier bij uitzondering er op vissen, met quota van 30 kilo per boot per dag. Wat levert dit visje onder in de voedselketen op? Meer dan twintig euro, soms wel veertig euro per kilo.
Dus als het goed is snap je nu, waarom je niet klakkeloos zomaar ‘visserijwetenschappers’ moet geloven. De mate waarin gevist wordt op een vissoort, hangt helemaal niet af van zijn plaats in de voedselketen, meetbaar aan Mean Trophic Level. Maar van hoe graag mensen deze willen eten, en wat die op de vismarkt oplevert.
Laatste foto is pulpo, rypke. Geen calamaris. Oftewel inktvis ipv pijlstaart inktvis.
Dank voor je interessante artikelen.
God zij met je.
Dank, ik ken het verschil nog niet direct…