Kwam ‘95% afname glasaal’ door ‘Dekker-effect’?

Campagne van WWF en Sportvisserij Nederland

‘De intrek van glasaal is landelijk met 95% afgenomen’. In iedere wet en nota over paling en binnenvisserij kom je dit getal tegen.  Van waterschap Vechtstromen tot de Nota Vis van het hoogheemraadschap Krimpenerwaard, en de campagnes van Sportvisserij Nederland, WNF, RAVON en hun powerpaling-‘factsheet’.

De enige bron voor die claim is de glasaalindex op 1 locatie bij Den Oever, die in 1985 door mathematisch bioloog Willem Dekker statistisch werd bewerkt. Na zijn komst bij het toenmalige RIVO (later Imares, nu WMR) ontstond plots sinds 1980 een trend, die veel sterker daalde dan andere Europese datasets.

Steun daarom mijn nieuwe wetenschapsjournalistieke onderzoek om de waarheid te achterhalen, wat Wageningen UR deed en doet..

Smikkelen bij Harm Kay van De Lekkerste paling, paling van Lough Neagh (Ierse aalvissers): met uitsterven bedreigd zijn ze 95% lekkerder!

Broodje Panda/Broodje Aap
Sinds 2009 is er al een (Europese) Aalverordening in werking, met herstelplannen en gesloten tijden voor aalvisserij. Het werk van Willem Dekker bij RIVO/Imares (nu WMR) met alarmerende conclusies werd daarbij de hoofdoorzaak, dat er Europees aalbeleid is. Dat was nodig waar er overbevissing plaatsvond, zonder fatsoenlijke rekrutering.

Maar dat is maar een heel klein deel van het aalverhaal.

De overheidsclub Organisatie ter Verbetering van de Binnenvisserij (OVB) stopte in 2006. Die hielp vanaf 1952 kunstmatig visbestanden opkrikken met uitzet van pootvis als jonge paling. Na sluiting van het Haringvliet vijftig jaar geleden stopten ze al met de glasaalvangsten in 1970. Toen werd ook al een neergang in paling in de Waddenzee geconstateerd.

Dus er was al ruim voor de jaren ’80 sprake van tegenvallende glasaalvangst, waaruit pootaal kon worden gekweekt. Zoals dankzij Deltawerken.

Het vroegere Sportvisserij Nederland, de OVB zette nog 10 ton Pootaal uit in Nederlands water in 1981

Van overheidsclub voor binnenvisserij naar campagneclub tegen visserij
De OVB werd omgezet in de private Stichting Sportvisserij Nederland in 2006. Sportvisserij Nederland dient geheel andere belangen dan het opkrikken van de visstand voor de overheid én beroepsvisserij. Zij zetten geen pootaal meer uit, om het bestand op te krikken.

Zij voeren vooral campagne, zoals met WNF tegen de resterende binnenvissers. Daarbij gebruikten ze het Broodje Panda-95%-afname-verhaal (Broodje Aap volgens de vissers) In haar broodje Panda-campagne roept het WNF zelfs dat het aantal volwassen palingen 95% afnam (zie boven).

Maar dit getal gaat dus uitsluitend over de door Willem Dekker aangepaste glasaalindex van Den Oever.

Het is een indexgetal, een statistische bewerking van bij elkaar opgetelde metingen van verschillende kwaliteit, onder verschillende weers- en milieuomstandigheden op 1 meetpunt: Dus is de vraag legitiem, wat voor bewerking werd toegepast. Is er een verschil in datakwaliteit en verzameling voordat Dekker kwam (1984) en welke statistische bewerking voerde hij uit?

Google Search op 95%

95% is overal
Dekker liet het ICES (international council for exploration of the sea) in 1998 een alarmerend aaladvies schrijven, en vervolgens ging het beleidsballetje rollen. Dat vertelt hij zelf in een Fishbase-presentatie in Zweden, gepubliceerd op 18 december 2016:

Dat zelfde ICES adviseert op 2 november 2023 aan het Europees Parlement zelfs een volledige visserijstop voor 2024. Het is hier vooral belangrijk te weten WIE dat advies opstellen met welk belang. Want of er van betrouwbare wetenschap sprake is of politieke oordelen, dat is hier in deze online cursus bullshitdetectie het onderwerp. Vismagazine citeert Alex Koelewijn van Dupan als volgt:

De wetenschap worstelt al jaren met meetmethodieken. Omdat men stug blijft vasthouden aan monitoring op vaste plekken ondanks dat de omstandigheden veelal ingrijpend veranderd zijn en de jonge paling haar weg al lang elders heeft gevonden.

Het artikel komt vervolgens met de overal geciteerde ‘95%’, die zij toeschrijven aan ‘onderzoek van het WNF’

Wetenschappers meten in heel Europa de hoeveelheid glasaal die bij de kusten naar binnen komt.

Tussen 1980 en 2010 daalde de intrek van glasaal, net als andere migrerende vissoorten, fors door verdwijning of afsluiting van leefgebied (95% volgens WWF-onderzoek), kustbarrières, obstakels in het water en overbevissing. Vanaf 2010 is het aantal jongen echter gestabiliseerd. De cijfers laten het laatste decennium zelfs een lichte stijging zien.

Willem Dekker voor Sportvisserij Nederland in juni 2007

Dekker is de enige bron
WWF doet zelf nooit wetenschappelijk onderzoek. Het is een fondsenwervende campagnemultinational met een miljard dollar jaaromzet, waarvan een kwart tot een derde subsidies. Kirsten Schuijt, lid van de raad van toezicht van Wageningen UR is daar nu directeur internationaal.

Zij citeren hier gewoon Willem Dekker, die voor Visionair nr 4 juni 2007 voor Sportvisserij Nederland in 2007 het artikel ‘sekspartners niet te vinden voor europese aal’ schreef.

Dat artikel opent aldus;

Het gaat niet goed met de Europese aal. Sinds 1980 is de intrek van glasaal met meer dan 95% afgenomen. Overigens daalden de populaties en de commerciële vangsten al vanaf 1960. De oorzaken van deze afname zijn niet duidelijk.

Van 1984 tot 2008 was Willem Dekker de eenoog koning bij het RIVO (vanaf 2003 Imares, en nu WMR) op het aaldossier. Naar eigen zeggen is Dekker daar weggepest, waarna hij een baan in Zweden kreeg.

Nu is Ben Griffioen de nieuwe Dekker. En nu leunt er een onderzoeker of vijf a tien op het idee ‘de aal sterft uit, we weten niet waarom, vele factoren, er is meer onderzoek nodig’.

De ‘factsheet’powerpaling van RAVON/Good Fish Foundation

Zie dus dat het RAVON waarmee WMR samenwerkt uit naam van ‘de’ wetenschap (reptielen en vissenclub uit Nijmegen) 1 index gebruikt, die van Den Oever. Het resultaat van die ene index  projecteert RAVON op ‘Nederland en de rest van Europa.’

In hun ‘factsheet’ is Den Oever dus heel Europa.

Met geld van de Postcode Loterij

Maar…Plotseling zou nu uit de data van intrek van glasaal een twintigjarige stabilisatie blijken sinds 2000. Alsof ‘het beleid’ en al hun onderzoek zou gaan werken. Dat berichtten zij in een workshop op september dit jaar, waar Visserijnieuws in oktober over berichtte: ‘Intrek glasaal gestabiliseerd’. 

Maar tot nu toe toetste bijna niemand het gewillige papier waarop ‘deskundigen’ die trends lieten ontstaan. Wat doen ze met de data? En worden die data overal gelijk bemonsterd, door de jaren met de zelfde methode?

Willem Dekker op 23:19

‘Toen ik bij het RIVO kwam in 1985 veranderde ik de dataverzameling’
In de zelfde fishbase-lezing in Zweden op 18 december 2016 (gepubliceerd op Youtube) maakte Dekker bij minuut 23:19 de volgende opmerkingen:

Vroeger bij lage vangsten stopten vissers gewoon met vissen. Toen ik in office kwam in 1985 veranderde ik de dataverzameling. Ik ging ook de lage glasaalvangsten registeren. Dat is hoe je de metingen doet.

Tot de jaren tachtig zag je geen trend. Vervolgens kwam er een daling van 15% per jaar.

En zo ontstaat dan uiteindelijk de beroemde 95% afname. Dus dan kan er sprake zijn van een Dekker-effect. Hij komt in 1985 op het aaldossier bij het RIVO. Hij verandert de dataverzameling op twee manieren:

  • –  Er komen meer nultellingen in de index na 1980. Vóór Dekker stopten glasaalvissers met monitoren wanneer ze niks meer vingen. Hij laat ze juist doorvissen, ook bij lange tijden van nulvangsten.
  • – Hij pleegt een statistische bewerking op de data van voor 1980 (en daarna), die door zijn voorganger Cees Deelder tot 1984 werden verzameld.

Willem Dekker in Visionair, gedownload via WUR.nl op 12-12-2023, de 85% claim voor ‘hele Noordzee’ op 1 meetpunt

‘Het beleid werkt meteen’
En vervolgens ontstaat er een sterk dalende trend in de glasaalindex, die de fameuze ‘95%’ oplevert. Nee: ik zeg niet, er was geen dalende trend. Andere Europese datasets laten ook een daling zien, alleen niet zo sterk en meteen op 1984. Wat verklaart dus het verschil? En hoe betrouwbaar is de index voor 1980 als vergelijking met daarna (ijkpunt, puntje 1 in onze cursus)?

Meteen wanneer die verordening in werking treedt na 2009, claimt Dekker in de Fishbase-lezing dat ‘het beleid werkt’. Iets dat je als wetenschapper niet kunt doen, wanneer je net claimt dat de neergang van palingen aan zovele oorzaken zou liggen.

De aalverordening richt zich enkel tegen visserij met gesloten tijden van drie maanden. Dat gepruts in de polder zou dan al in twee jaar moeten doorwerken tot de paaigronden van de Sargassozee? Op 24:14 zegt Dekker dan:

In 2009 werd de aalverordening geimplementeerd. En vervolgens gaat het omhoog (and there it goes up), precies zoals je zou verwachten na implementatie van het beschermingsplan.

Dekker kwam, zag en overwon, zo lijkt het.

Bron WMR: Den Oever is de enige ‘Noordzee’-index met data voor 1980, maar die werden dus op andere wijze verzameld dan daarna

Wederhoor bij Dekker: ‘Geen databreuk in 1985’
Al eerder had ik Dekker om wederhoor gevraagd, maar het onderzoek niet afgerond. Dit is hoe hij 21 juli 2017 om 11:30 antwoordde. Hij ontkende nu dat er een breuk in de data zit, dus dat deze voor zijn komst op een andere wijze werd verzameld dan na zijn komst:

Mijn voorganger in Ijmuiden (1948-1984), Cees Deelder, telde het totale aantal glasalen dat in Den Oever werd gevangen, ongeacht tijdstip of datum, en beschouwde dat als een maat voor de intrek.

Dat voert terug op de oorspronkelijke doelstelling van die hele bevissing: veel glasaal door de Afsluitdijkdijk naar het Ijsselmeer krijgen, ongeacht datum of tijd. (Daar speelde de Duitse bezetting nog een rol in).

Maar Deelder telde gewoon door, ook als het seizoen extreem laat begon (na een strenge winter), of als hij tweemaal zo vaak viste dan andere jaren (elk uur, ipv elke twee uur), en dat leverde een heel verwarrend beeld op.

Dus Deelder telde wat er daadwerkelijk binnenkwam. Dekker ging tellen wat hij in drie maanden tijd in een net kreeg. Per email op 21 juli 2017 erkent Dekker dat hij een datacorrectie doorvoerde bij de data voor 1984:

In 1985 (een jaar na mijn begin) heb ik een analyse gepubliceerd, waarin gecorrigeerd werd voor datum en tijd, waarmee een betrouwbaarder index werd verkregen.

Let wel: zowel daarvoor als daarna werden nul-vangsten wel geregistreerd (en zijn dus ook opgenomen in de indices), maar er ligt een probleem in stoppen-bij-lage-vangsten, dwz na nachtenlang niks gevangen te hebben, neemt de animo af, en worden de bevissing dikwijls stopgezet.

In Den Oever speelde strenge winters en regenachtige voorjaren wel een rol, maar het probleem van stoppen-bij-lage-vangsten niet.

Bron: Janek Simon et al, Umfrage zur Entwicklung der kommerziellen Glasaalfänge in Frankreich, Fischer und Teichwirt 12/23. Zie het sterke Dekker-effect bij de rode ‘Noordzee’-data vanaf 1984 ten opzichte van andere Europese datasets

Alleen Index-cijfers te zien
Oftewel. Voor de komst van Dekker werd er dus anders gemeten dan daarna. Toen werd er geen trend waargenomen. Vervolgens past Dekker een achterwaartse datacorrectie toe van data tot 1980. Hij beperkt de vangstdata tot een vaste serie maanden (?)

En vervolgens keldert de glasaalintrek (indexcijfers) met 15% per jaar ten opzichte van dat aangepaste ijkpunt. Kan dat zijn omdat er na 1985 meer nulvangsten werden meegeteld? Dekker bezwoer mij echter:

Voor de Den Oever index is er dus geen sprake van een periode voor 1985 en een periode na 1985.

Maar misschien wel van een periode voor 1980 en daarna. En Deelder stopte wel bij lage vangsten zo stelt Dekker zelf. Maar na de komst van Dekker gingen ze dan juist doorvissen met kruisnet. Immers, dat is wat hij ook zegt in de Fishbase-presentatie. Verander of bewerk je de registratiemethode, dan verandert ook je index.

Tel je na 1980 meer lage vangsten mee dan daarvoor- omdat je doorvist als je niks vangt- dan krijg je een sterker negatieve trend.

Sjoemelnatuur, PBL manipuleerde natuurlijke historie voor ‘draagvlak’ miljarden euro’s schuldbeleid, en ze zien ook ‘plots herstel’ vanaf 1990 als ‘het beleid intreedt’

Het omgekeerde is ook mogelijk: Wanneer ze voor 1980 stopten met doorvissen bij nulvangsten (en daarna plots niet), is de index vóór 1980 veel te hoog. Of dat nu bij Den Oever is of elders. Maar er zijn geen Noordzee-data vóór 1980 buiten Den Oever, zoals je zelf bij WMR kunt zien.

De 95% achteruit-claim leunt dus op 1 index die door Dekker met statistische bewerking is aangepast in de jaren ’80. Of die aanpassing op goede statistiek is gebaseerd: Daarvoor heb je een onafhankelijk data-analist voor nodig. En de ruwe data van WMR. Dan kan ik daarover wetenschappelijk publiceren, ik heb al een statisticus op het oog.

Mijn andere Sjoemelnatuur-publicatie moet ook nog steeds wetenschappelijk ge-resubmit worden. Dan kan deze er mooi bij. Alleen een beetje stukkies tikken voor het wappieweekblad, ik kan en wil natuurlijk veel meer…

Sjoemelnatuur (2015), Nu tijd voor ‘Sjoemel-WMR

The Dog Ate My Data? Woo-verzoek
De Den Oever-index gaf na de komst van Dekkermeteen vanaf 1985 een veel sterkere daling, dan die in andere Europese datasets. De op Den Oever leunende Noordzee index keldert al veel eerder, dan de andere indices die ook een kleinere daling te zien geven. Alleen de WMR-index geeft data voor de jaren ’80 die misschien wel kunstmatig hoog liggen.

Start je ijkpunt op een hogere berg, dan is de val daarna extra alarmerend stijl. (Puntje 1; Ijkpunt voor mijn cursisten)

  • Dus zal ik een Woo-verzoek bij Wageningen Marine Research (voormalig Imares) moeten indienen om de ruwe data te krijgen, waar je nu enkel ‘indexcijfers’ (statistisch bewerkte data) ziet, dus modeluitkomsten. Net als eerder bij het PBL/WUR met hun MSA-‘biodiversiteit’
  • Wil/kan Tammo Bult die mij geven voor statistische controle door een onafhankelijke data-expert? Of is hier sprake van een gevalletje ‘the dog ate my data’? Zonder gegevens kan niemand die populaire claim ooit nog controleren op wetenschappelijke fouten (1. ijkpunt, 2. cherrypicking, 3. aggregaat en 4. ‘garbadge in garbadge out’…)
  • Help mij in mijn onderzoek om de onderste steen boven te krijgen en steun dit nieuwe wetenschapsjournalistieke onderzoek, in de trant van Sjoemelnatuur:

One Reply to “Kwam ‘95% afname glasaal’ door ‘Dekker-effect’?”

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *